Een uitgebreide samenvatting van alle economische termen die aanbod zijn gekomen tijdens de lessen. De uitleg is gedetailleerd en met veel (actuele) voorbeelden zodat het makkelijk te begrijpen is en een oefenopdracht. Commerciële economie, jaar 3, kwartiel 4.
Samenvatting Actuele Economische Thema’s
Boek bedrijfseconomie van Hulleman
Les 1: Conjunctuur en inflatie
Conjunctuur = verandering van groeipercentage van de economie.
Conjunctuurcyclus = hoe het gaat met de economie
Hoogconjunctuur = Opgaande fase in de economie.
Veel bedrijvigheid
Geringe werkloosheid
Krachtige bestedingsneiging onder de consumenten (veel vraag naar producten)
Inflatie zal toenemen (bestedingsinflatie) = want de vraag naar producten wordt meer dus
dan worden prijzen ook hoger en dan is er sprake van inflatie.
Veel kredietverlening
Stijgende rente
Laagconjunctuur = Neergangsfase in de economie
Hoge werkloosheid
Geringe bedrijvigheid
Voorzichtige bestedingsneiging onder de consumenten (vraag kleiner dan het aanbod)
Lage/geen inflatie want het aanbod is hoger dan de vraag en dan gaan de prijzen niet
omhoog dus er komt geen inflatie.
Weinig vraag naar kredieten en een dalende rente
Investeren omdat de rente laag is (vaak omdat het ook echt nodig is)
Recessie = wanneer de economie krimpt
De omvang van de productie daalt
Risico op deflatie (dalende prijzen)
(Om de economie weer te laten groeien moeten mensen hun geld uit willen geven en niet
wachten op prijsdalingen.)
Waarom moet er af en toe een recessie komen? Waarom staan we dat toe?
Gekozen voor een vrijemarkteconomie = iedereen mag handeldrijven en winst maken.
Groen kruis = op dit moment staat de conjunctuur.
,Hoe komt er een hoogconjunctuur of laagconjunctuur:
- Het omkeerpunt in een hoogconjunctuur:
Wanneer het slechter gaat met bedrijven gaan ze niet investeren in machines etc. het kan
dan in een hele sector slecht gaan en dat zij minder geld uit gaan geven. Dit heeft invloed op
andere bedrijven en andere sectoren waardoor ineens extreem wordt gereageerd door
iedereen. Dan kom je in een recessie terecht.
- Het omkeerpunt in een laagconjunctuur:
Dan is het een laagconjunctuur (lage rente) en je machines gaan toch kapot, dus je moet wel
investeren in iets nieuws. Je kan goedkoop aan geld komen omdat de rente laag is. Als er in
een hele branche hetzelfde gebeurt en iedereen gaat weer investeren, dan profiteren meer
sectoren daarvan en dan klimt de economie weer uit het dal. Bedrijven moeten mensen
aannemen en dan verdienen ze meer en gaan ze meer uitgeven waardoor de economie naar
een hoogconjunctuur wordt getild.
- Hoe kan het dan dat het toch weer mis gaat:
Stel: dat er een fabrikant van een stift (10 in NL). Met een marktonderzoek wordt er gezegd
dat de markt met 20% gaat stijgen dat is 12000 stuks in totaal. Alle bedrijven denken dat ze
zelf die 20% gaan groeien. Elk bedrijf gaat 500 stuks maken dus totaal worden er 15000
stuks gemaakt, dat zijn dus 3000 teveel in de markt. De drijven zijn optimistisch en willen gas
geven. Aanbod is te groot. 2 bedrijven heb je dus eigenlijk niet meer nodig en de 2 slechtste
vallen om. De beste blijven over en dan wordt de economie ook beter.
Opmerkingen over conjunctuur:
- Gemiddelde groeit de economie met 2% omhoog.
- Oorzaak dat het ineens weer naar beneden gaat zijn extremen dingen zoals de
Brexit.
, BBP = bruto binnenlands product = totale geldwaarde van alle in een land produceerde
finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode. Alles wat we maken in
Nederland. Goederen + diensten + export – import.
Als het bbp stijgt, groeit de economie want dan gaat heel Nederland meer maken.
Vergelijkt met de landen in de EU, dan groeit NL harder dan andere landen. (zie
afbeelding)
Als de BBP 2 kwartalen achter elkaar daalt spreek je van een recessie (bedrijven die
failliet gaan, rente naar beneden, meer werkloosheid)
Redenen voor stagnering van de BBP:
- Personeel te kort
- Brexit
- China die hoort bij de opkomende markten, land met hoogste PP maar de economie
stagneert daar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SanneRulof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.