Dit is een samenvatting van de leerstof van week 2 van het vak sociale psychologie. Alle leerdoelen zijn hierin uitgewerkt met stof van de hoorcolleges en werkcolleges. Ook zitten er plaatjes en schema’s bij voor meer duidelijkheid en overzicht. H9 t/m 9.3.3
2.1 De student kan uitleggen wat een groep is, wat de functie is van groepen in het leven van
mensen en wat de relatie is tussen onze identiteit en groepen (sociale identiteitstheorie)
Groep: set van personen met tenminste een van de volgende karakteristieken
Een gedeeld of gemeenschappelijk doel of lot (behoefte)
Directe interactie met elkaar
Onderling afhankelijk door beïnvloeding
Gezamenlijk behoren tot eenzelfde categorie
Hangt samen met samenwerking
Functie van groepen
Omdat je andere mensen nodig hebt om iets te kunnen bereiken, je bent afhankelijk van hen
(sociale beweging)
Je moet soms lid zijn van een groep voordat je een bepaalde functie/gedrag kan doen
(sportclub om te kunnen sporten)
De dreiging van sociale uitsluiting, mensen willen niet buitengesloten worden want daardoor
gaat de zelfwaardering omlaag -> als je je niet gedraagt volgens de normen en waarden van
de groep lig je eruit
Twee psychologische functie’s:
Ze leefde al sinds nature in groepen dus hebben de neiging om ergens bij te horen (het was
vroeger van levensbelang; evalutionair) —> “Need to belong”
Een groep vertelt je wie je bent, bepaald je zelfbeeld (persoonlijke identiteit en een sociale
identiteit)
BV: ‘Ik ben Johan en ik werk bij een middelgroot bedrijf in het midden van het land en ben
vader van 2 kinderen’
Sociale-identiteitstheorie: groepslidmaatschappen zijn een deel van het zelfbeeld van het individu.
De manier waarop we onszelf zien, wordt mede bepaald door de groepen waar we deel van uitmaken
Groepen zijn van invloed op hoe goed we ons over onszelf voelen
BV: Wanneer je lid bent van een groep met een hoge status ben je gelukkiger dan wanneer je
lid bent van een groep met een lage status
Wanneer men eenmaal bij een groep zit, willen ze niet zoals alle anderen zijn, ze willen uniek blijven
Optimale-distinctiviteits theorie: naar een evenwicht zoeken tussen enerzijds ergens bij
horen en anderzijds uniek en bijzonder zijn
Lukt bij kleinere groepen beter dan in grote groepen (daar deel je minder sociale
id)
2.2 De student kan benoemen op welke verschillende manieren groepen invloed hebben op ons
gedrag
Rolverdelingen
1. Formeel/expliciet: De rol wordt toegewezen aan de persoon.
BV: in een vergadering wordt er 1 iemand aangewezen voor de rol van de notulist
2. Informeel/impliciet: De rol wordt op een natuurlijke wijze vervult.
BV: in de klas staat 1 iemand bekend om de grappenmaker, hij heeft die rol niet toegewezen
gekregen maar iedereen en hij zelf, weet dat hij de grappenmaker is
, Gevolgen van rolverdelingen:
Voordeel: Ieder weet wat van hem of haar verwacht wordt (structuur)
BV: de notulist zorgt er wel voor dat alles op de agenda komt
Nadeel: Het kan iemand ook beperken om buiten hun rol te treden
BV: de grappenmaker wil een keer serieus in de klas worden genomen
Nadeel: Er kan een rolconflict ontstaan wanneer iemand meerdere rollen uitoefent die elkaar
tegenspreken
BV: een man is als zijn werk, een politicus, tegen de stelling maar als vader is hij het ermee
eens
Multiple-audience-problem: in verschillende groepen vervullen mensen verschillende rollen.
Wanneer deze rollen allemaal samen komen of tegelijk worden uitgeoefend en als ze dan te
verschillend zijn, kan dat een ongemakkelijke botsing van twee sociale werelden geven. Iemand weet
op dat moment dan niet hoe hij zich moet gedragen.
BV: je bent op je eigen huwelijk en je collega’s, familie en vrienden zijn er. Dat zijn allemaal
verschillende groepen waar je andere rollen vervult. Dus moet je jezelf nou als de geliefde
schoonzoon gedragen of als de arrogante kwal van je vrienden? > DILEMMA
Hoe meer invloed je kunt hebben op de groepsinbrengsten, des te meer status je hebt
(de rol van de leider heeft de meeste status)
Expectation theory: iemands status in een groep wordt bepaald door diens specifieke
karakteristieken en diffuse karakteristieken
Specifieke: kenmerken die direct gerelateerd zijn aan iemands mogelijkheid om de
groepstaak tot een succes te maken. Wanneer iemand dus meer ervaring heeft krijgt hij ook
een taak daarvoor
BV: een ex-profvoetballer de rol als trainer van een team geven omdat hij veel ervaring heeft
Diffuse: kenmerken die niet zozeer relevant zijn voor de taak waarvoor een groep zich
gesteld ziet. Dit hangt samen met onder meer sekse, cultuur, uiterlijk etc. (Stereotype)
BV: een man wordt gezien als dominant dus wordt eerder als leider toegewezen omdat hij
een man is
Normen verschillen per groep en zijn dus groepsspecifiek
BV: in het ene gezin wordt het strenger bestraft wanneer je je handen niet wast voor het eten dan bij
de ander
Cohesieve groepen: groepen die een sterke eenheid vormen en gekenschetst worden door onderlinge
solidariteit.
Cohesie neemt toe als ze meer op elkaar lijken
Cohesie neemt toe wanneer er zich een dreiging voordoet, zoals een gezamenlijke vijand
Cohesie bevordert conformiteit en onderlinge solidariteit
Cohesie remt de creativiteit (omdat iedereen vaste rol heeft en andere daar niet snel de kans
tot krijgen)
2.3 De student kan de verschillende theorieën uitleggen die gaan over de prestatie van mensen
in groepen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudverbugt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.