Dit zijn mijn notities van les 4. Telkens aangevuld met de informatie die ontbrak door andere notities te vergelijken. Dus een zeer volledig lesverslag.
Aristoteles is Plato zijn bekendste leerling en heeft een even uitgewerkt oeuvre als Plato.
Aristoteles is de leermeester van Alexander de Grote (= grootste heerser van zijn tijd, politiek gezien
de belangrijkste figuur van de wereld)
Aristoteles geeft als eerste kritiek op Plato => andere kijk op de wereld
Socrates werd gek verklaard =>> Aristoteles spindokter van Alexander
Plato bepaalt onze mentaliteit
Hoe komt het dat onze cultuur niet is gebaseerd op Aristoteles??
Plato had een zeer concreet probleem, namelijk: ……………
Aristoteles beantwoord dezelfde concrete vraag zonder een aparte wereld te moeten gebruiken
Aristoteles geeft kritiek op Plato omdat hij de wereld verdubbelt (onnodige verdubbeling)
Hoe komt het dat men iets kan zeggen over iets dat ALTIJD waar is terwijl men er zelf mogelijk niet
kon zijn
Aristoteles zegt dat men de essentie vind in elk afzonderlijk exemplaar
=> hoe vind men die essentie
(hoe vind men de essentie van de kip => gaan kijken naar heel veel kippen en afnemen wat niet
essentieel is (bv een kip heeft stippels, stippels zijn niet essentieel voor een kip) => abstractie
Niet letterlijk doen, maar mentaal
Vertrekken van observatie (=techniek die Aristoteles voorstelt) => de techniek hoe wij het in
de moderne wereld doen
Monisme = essentie is te vinden in elkaar materiaal ding
Dus
hoe komt men tot kennis bij Plato = ziel herinnert zich wat het al wist, zintuigen niet nodig
Aristoteles zegt daarentegen dat men de zintuigen wel degelijk nodig heeft.
Immanent = het blijft in de dingen zelf, het is er niet transcendent aan
, Aristoteles komt uit bij het volgende
=> hij heeft 2 manieren om de wereld te beschrijven
1. Statische manier = alles wat men ziet heeft een vorm en bestaat uit materie
vorm als het kenbare (herkennen)
materie is niet kenbaar (bv een bic die men omsmelt waardoor het een smurf wordt => materie
wordt enkel kenbaar als het een bepaalde vorm aanneemt)
2. Dynamische manier = in de wereld/natuur komt er veel beweging voor (hier kon Plato niets over
zeggen, het enige wat Plato hierover zei is dat hetgeen wat beweegt imperfect is)
Potentie = vermogen, bepaalde dingen hebben het vermogen om iets te zijn, iets te doen (bv ik heb
het vermogen om te rekenen, maar dat wil niet zeggen dat ik nu aan het rekenen ben.)
Act = hetgeen wat geactualiseerd is, bv een zaadje van een plant, dit zaadje is geen plant, maar het
heeft wel de potentie om een plant te worden, elke keer wordt het meer en meer een plant, het
actualiseert telkens.
Bij Aristoteles is verandering niet in conflict met de essentie.
Essentie van de mens volgens Aristoteles = DE MENS IS EEN REDELIJK DIER
De 4 F’en = dingen die dieren doen = mensen doen deze ook
Ethiek:
De mens heeft de plicht om zijn natuur te realiseren, nl als de natuur van de mens is een redelijk dier
te zijn. Als men als mens weigert om zijn verstand te gebruiken gaat men tegen de natuur in
=> Dit betekend tegelijkertijd dat elke mens bepaalde vaardigheden heeft waarvan men verplicht is
deze te ontwikkelen.
Sartre ( zie ppt Toledo)
Aristoteles heeft meer voeling met het feit dat de wereld dynamisch is, dit wil zeggen dat Aristoteles
met gemak kan verwijzen naar groei
Aristoteles is gevoeliger voor de organische dimensie van de wereld. Verandering is in de eerste
plaats groei, het nastreven van het doel – het verwerkelijken van de eigen essentie van iets, van
hetgeen iets al in zich draagt.
Voor Plato was verandering enkel een teken van verval – een blijk van contingentie en imperfectie;
en daarom het ‘mindere’ van het essentiële, een gebrek aan werkelijkheid.
Hoe komt het dat de Westerse cultuur het Platonisme heeft opgenomen en het Aristotelesisme
niet??
Alle smurfen zijn blauw, dit is blauw dit is een smurf = logica van Aristoteles
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jovo2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.