Not clear where a new chapter or sub-chapter begins.
By: nadineverwer • 12 year ago
By: Roelant • 12 year ago
Seller
Follow
kim1992
Reviews received
Content preview
Mens en kind in biologisch perspectief
Biologische antropologie: de vergelijking van de mens met het dier centraal.
-> de nadruk kan gelegd worden op overeenkomsten van de mens met
bepaalde dieren of het specifieke van de mens ten opzichte van alle dieren.
Hassenstein: beschrijving van vergelijkbare kenmerken in het gedrag van
kinderen (in de eerste levensjaren) en dierenjongen, mede in relatie tot het
gedrag van hun ouders.
Lagere diersoorten -> hoger georganiseerde levende wezens ontwikkeld.
Hogere en lagere soorten bleven naast elkaar bestaan. Genoemde
ontwikkeling kent de volgende tendensen:
• van een volledig aan hun lot overlaten van nakroost door de
ouders tot een meer een meer verzorgen en beschermen ervan;
• van een aantal van honderden of zelfs duizenden nakomelingen
per generatie tot tien of nog minder.
Tot welk biologisch type (binnen de hogere diersoorten) is de menselijke
zuigeling te rekenen? Hassenstein: bekende indeling van de zoöloog Adolf
Portmann:
• nestblijvers: komen kaal en volstrekt hulpeloos, met gesloten
ogen en
gehoorgangen ter wereld, (bij zoogdieren:) na een
korte dracht.
Ze groeien op in een nest of het hol en worden door
de ouders
gevoed. (katten)
• nestvlieders: maken voor ze ter wereld komen een stadium door
dat
overeenkomst vertoont met de geboortetoestand
van
nestblijvers. Direct bij de geboorte of uit het ei
gekomen
beschikken ze over soortspecifieke
bewegingspatronen en
soortspecifieke communicatiemiddelen. Ze hebben
ook van
meet af aan functionerende zintuigen en zijn
behaard
respectievelijk bevederd.
• secundaire nestblijver: de mens. De menselijke zuigeling is
hulpeloos en voor
de bevrediging van zijn levensbehoeften op
anderen
aangewezen.
Fundamentele pedagogiek: perspectieven op mens en opvoedingPagina 1
, Hassenstein: indeling nestblijver/nestvlieder niet uitputtend -> in bomen
levende zoogdieren er niet goed in onder te brengen (apen). -> een nieuw
biologisch type: de draagling.
De menselijke zuigeling is volgens hem een secundaire draagling. Dit door
de grijpreflex bij zuiglingen bij het leggen van een vinger in de handpalm
van een baby.
Het mensenkind is een secundaire draagling.
Draaglingen in de vrije natuur kunnen alleen op kosten van levensgevaar
van de moeder worden gescheiden. Geldt dit nu ook voor het mensenkind
als secundaire draagling? Hassenstein vergelijkt hiervoor de verzorging en
ontwikkeling van dierenjongen met die van het mensenkind.
1 Verzorging en ontwikkeling van het dierenjong
a) Voedselverwerving
Warmbloedige dieren: voeden hun jongen de eerste tijd na de geboorte:
met moedermelk of met in de ‘buitenwereld’ verzameld voedsel. Het jong
drinkt zoveel als het nodig heeft. Zij maat stuurt de melkproductie van het
moederlijk organisme. Moeder en jong vormen tezamen een zelfregulerend
systeem dat passende voeding voor het jong garandeert.
b) Moederbinding
Is het feit dat de jongen van vogels en van zoogdieren door de ouder(s)
gevoed worden de basis van hun binding aan de ouder(s), of zijn het
voedingsgedrag en de kind-ouderbinding oorspronkelijk twee onafhankelijke
gedragsgebieden?
zachte vel van het moederdier -> allereerste binding
eerste reactie van vogels en zoogdieren op de ouders -> onpersoonlijk
Met name bij nestvlieders en draaglingen, vertoont zich de volgende
ontwikkeling:
• Eerste, niet individuele bindingsfase. Onspecifieke, dat wil zeggen,
weinig informatie bevattende, prikkels vanuit het moederdier
prikkelen het jong tot het maken van contact.
• Tweede, individuele bindingsfase. Het individu waaraan het jong zich
bindt -> veelal de moeder -> leren kennen van dat individu kan zeer
snel gaan: inprenting. Het leerproces voltrekt zich in een gevoelige
periode. Voltrekt de inprenting zich dan niet, dan is de kans verkeken.
Heeft het leerproces zich eenmaal voltrokken, dan is de binding niet
meer op een ander individu over te dragen: de inprenting is
Fundamentele pedagogiek: perspectieven op mens en opvoedingPagina 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kim1992. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.