100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting KTF4 Kern $8.57   Add to cart

Summary

Samenvatting KTF4 Kern

4 reviews
 191 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle kernlessen. Alle leerdoelen zijn uitgewerkt van kern a, b & c. Hierbij zijn aantekeningen toegevoegd. De samenvatting is compleet en alles wat je nodig hebt om de toets mee te halen! HBO-Verpleegkunde, leerjaar 2, periode 4. Toets gehaald met een cijfer 9.

Preview 4 out of 47  pages

  • June 14, 2019
  • 47
  • 2017/2018
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: atpolat1998 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: destinywouters12 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: haydeereuhman • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Pleun76 • 5 year ago

avatar-seller
Toetsstof Kern4


Herkent co-morbiditeit/multi-morbiditeit en prioriteert hulpvragen van de zorgvrager om de zorg
zo goed mogelijk af te stemmen.

Co-morbiditeit: Er zijn meerdere aandoening aanwezig bij één patiënt. Deze zijn gerelateerd aan
elkaar. Bijvoorbeeld depressie bij dementie.

Multi-morbiditeit: Er zijn meerdere aandoeningen/ziekten tegelijk aanwezig die geen verband
hebben met elkaar. Bijvoorbeeld Parkinson en incontinentie.



Herkent de overeenkomsten en verschillen in de intramurale- en extramurale zorg en heeft inzicht
wat dit betekent voor de samenwerking.

Intramurale zorg: zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling.
Het gaat om zorg in een verpleeghuis of verzorgingshuis, instelling voor gehandicapten of instelling
voor cliënten met langdurige psychische problemen.

Extramurale zorg: zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven. Het is zorg die de cliënt op
afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt aan huis levert.

Doordat er een verschil is in plaats waar de cliënt verblijft, is er ook een verschil in samenwerking
tussen verschillende disciplines. Binnen de intramurale zorg is de samenwerking erg nauw. Vaak
zitten de verschillende betrokken disciplines al in huis en is het een kwestie van de benodigde
discipline bellen. Dit doe je dan voor de cliënt. Verder zullen er ook besprekingen plaatsvinden
waarbij de desbetreffende disciplines betrokken zijn om de algehele situatie rondom de cliënt te
bespreken. In de extramurale zorg moet je contact opnemen met de eigen huisarts of fysiotherapeut
van de cliënt. Dit staat dus niet vast. Hierdoor is de samenwerking minder nauw en lastiger. Hier
komen verschillende disciplines ook minder vaak samen.



Brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de revalidatiezorg in kaart.

Betrokken disciplines:
 Fysiotherapie
o Doel  Optimaal functioneren in de praktijk.
o Taken  Spieren aansterken om zelfstandig te kunnen bewegen; oefeningen leren
voor spieren en gewrichten; juiste houdingen aanleren; spieren masseren; advies
geven over wat voor hen de beste manier van bewegen is en bij dit alles maak je
gebruik van verschillende hulpmiddelen.
 Ergotherapie
o Doel  Het zo goed mogelijk functioneren met nieuwe middelen.
o Taken  Begeleid en stimuleert bij het zo normaal mogelijk uitvoeren van dagelijkse
activiteiten, hobby’s, werk en persoonlijke verzorging; advies over dag en
weekindeling; woning advies, kijkend of het huis geschikt is of aangepast moet
worden.
 Diëtiste
o Doel  Bevordering van de gezondheid en ziektes voorkomen.
o Taken  analyseert voedingsbehoeftes en de gezondheidssituatie; ontwikkelt en
implementeert dieetplannen; geeft adviezen met betrekking tot voeding; monitort
het voedingspatroon en dieet.

,Toetsstof Kern4


 Logopedist
o Doel  Verbeteren van spraak-, taal-, en stemproblemen.
o Taken  Analyseert en stelt de diagnose vast; stelt behandelplan op; leert cliënten
hoe te communiceren; leert cliënten hoe ze hun ademhaling en hun tong-, kaak- en/
of gezichtspieren kunnen versterken; adviseert familieleden over het omgaan met
communicatiestoornissen.
 (Huis)arts
o Doel  Zorgen voor zo snel en goed mogelijk herstel.
o Taken  Richt zich in het bijzonder op het opheffen, verminderen of zo mogelijk
voorkomen van de gevolgen van ziekte of aandoeningen. Het gaat niet alleen om de
functies van het lichaam, maar ook om activiteiten en participatie; onderzoekt
patiënten; draagt zorg voor het bijhouden en registreren van medische
patiëntgegevens; verwijst patiënten door; regelt ziekenhuisopname.
 Psycholoog
o Doel  Optimale begeleiding voor optimaal herstel.
o Taken  Brengt de mogelijkheden of problemen van hersenfuncties in kaart. Op
basis van de resultaten adviseert de psycholoog de patiënt, betrokkenen en
behandelaars.
 Apotheker
o Doel  Verantwoordelijk voor het uitgeven van geneesmiddelen aan cliënten.
o Taken  Voorlichting geven aan cliënten over het gebruik en de werking van
geneesmiddelen; problemen signaleren en goed luisteren naar klachten.
 Verpleegkundige
 Zorgcoördinator

Doel samenwerking: De juiste revalidatie zorg bieden en een zo goed mogelijk herstel.



Brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de zorg voor zorgvragers in de wijk in
kaart.

Betrokken disciplines:
o (Praktijk)verpleegkundige
o Huisarts
o Apotheker
o Logopedie
o Fysiotherapie
o Ergotherapie
o Diëtiste
o Psycholoog

Doel samenwerking: Zo goed mogelijk herstel. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan de eigen regie en
zelfmanagement zo veel mogelijk verhogen en ondersteunen waar nodig.

,Toetsstof Kern4




Benoemt verlieservaringen waar je als verpleegkundige mee te maken krijgt.

Overlijden, euthanasie, overplaatsing cliënt, ziekte, uitbehandeld zijn, operatie, achteruitgang,
herstel schiet niet op, afwijzing qua behandeling etc.



Beschrijft proces van verlieservaring.

Er zijn 5 verschillende rouwfases:

 Ontkenning
De eerste fase is ontkenning: een algemeen afweermechanisme van ons brein. De waarheid
is te erg om te bevatten, dus ontkennen we deze geheel of gedeeltelijk.
 Boosheid
Als de waarheid tot iemand is doorgedrongen ontstaat er vaak boosheid. Bij rouwenden zie
je vaak boosheid, boosheid op het lot, de artsen, de omgeving etc.
 Het gevecht aangaan
Veel mensen proberen om hun verlies te verwerken door het gevecht aan te gaan of door
zichzelf doelen op te leggen. In deze fase leggen mensen zichzelf dingen op zoals stoppen
met roken.
 Depressie
Wanneer nabestaanden gaandeweg tot de ontdekking komen dat ontkennen, boos worden
en/of het gevecht aangaan niet helpen om het verlies te verwerken, volgt vaak de
depressieve fase. Deze wordt grotendeels veroorzaakt door de machteloosheid die je als
rouwende voelt. Je kunt er niks aan veranderen.
 Aanvaarding
Hoeveel verdriet en pijn er ook is, er komt een dag dat je het een plaatsje gaat geven. Dit
betekent niet dat het gemis er niet meer is of dat het vergeten is.

Er zijn 2 fases tijdens de coping. Eerst komt de cognitieve fase en vervolgens de emotionele fase.



Noemt verschillende coping stijlen en de betekenis daarvan en kent eigen coping stijlen.

Coping is de manier waarop je met problemen en stress omgaat. Je reactie op een probleem is een
combinatie van verstand en emoties. Er zijn verschillende manieren van coping. Deze heten
copingstijlen. Je copingstijl overlapt vaak met je persoonlijkheid.

Mensen gebruiken vaak een aantal copingstijlen. Er zijn een aantal copingstijlen:

 Het probleem actief aanpakken
Effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl gebruiken vooral hun verstand. Ze gaan in
de aanval en zijn optimistisch. Ze delen het probleem op in stukjes en zoeken voor elk stukje
een oplossing.
 Sociale steun zoeken
Effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl zoeken troost en steun bij anderen. Ze
zoeken samen met anderen een manier om het probleem op te lossen.
 Vermijden en afwachten

, Toetsstof Kern4


Geen effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl vluchten verstandelijk van het
probleem. Ze vermijden het of doen net of het probleem er niet is. Als dat niet lukt, nemen
ze een afwachtende houding aan. Ze hebben dan geen invloed op de gevolgen.
 Afleiding zoeken
Geen effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl vluchten emotioneel van het
probleem. Ze richten hun aandacht op andere dingen. Vaak nemen ze verdovende middelen,
zoals alcohol of sigaretten.
 Depressief reageren
Geen effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl laten zich overvallen door het
probleem. Ze piekeren, twijfelen aan zichzelf en geven zichzelf de schuld. Ze zijn niet in staat
het probleem op te lossen.
 Emoties en boosheid uiten
Geen effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl raken door het probleem
gefrustreerd, gespannen en boos. Ze reageren dat af op de omgeving. Ze kunnen agressief en
asociaal worden.
 Geruststellende gedachtes
Geen effectieve copingstijl. Mensen met deze copingstijl houden zichzelf voor de gek. Ze
vertellen zichzelf dat het wel weer goed komt, zonder het probleem op te lossen.



Beschrijft de opbouw van een slecht nieuwsgesprek in een plan van aanpak.

Structuur en vaardigheden van de Calgary-Cambridge Observatielijst bieden een stevige basis voor
het brengen van slecht nieuws. Deze is te vinden op pagina 299 t/m 302 van het boek ‘Vaardig
communiceren in de gezondheidszorg’. Hier een korte samenvatting:

Kader voorbereiding:

 Maak zo snel mogelijk een afspraak.
 Reserveer voldoende tijd en zorg ervoor dat u tijdens het gesprek niet gestoord kunt worden.
 Kies een aangename, bekende omgeving.
 Nodig eventueel ook de partner, een familielid of vrienden uit.
 Bereid u goed voor door de situatie, de medische gegevens en de achtergrond van de patiënt
nogmaals te bestuderen.
 Probeer uw persoonlijke gevoelens en associaties zo veel mogelijk opzij te zetten.

Begin van het consult – het gesprek kort inleiden:

 Geef een samenvatting van de gebeurtenissen tot nu toe; verifieer of de patiënt het met uw
samenvatting eens is.
 Zoek uit wat er sinds de laatste ontmoeting is gebeurd.
 Probeer vast te stellen hoe de patiënt denkt en hoe hij zich voelt.
 Overleg over het vervolg.

Informatie uitwisselen:

 Probeer kort vast te stellen wat de patiënt begrijpt: wat hij al weet, wat hij denkt of wat hem
al is verteld.
 Waarschuw dat er onaangename informatie gaat komen.
 Geef basale informatie, eerlijk en eenvoudig; herhaal belangrijke punten.
 Stem uw uitleg af op de gezichtspunten en de situatie van de patiënt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller knijs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57  3x  sold
  • (4)
  Add to cart