Samenvatting van de kernlessen voor de KTF5 toets. Hierin zijn alle kernlessen verwerkt (kern a, b & c). Hiervan zijn alle leerdoelen uitgewerkt en onder elkaar gezet. De samenvatting is volledig en voorzien van alle informatie.
HBO-Verpleegkunde, leerjaar 2, periode 5.
Toets afgesloten met een 8.
Beschrijft de zorgbranche GGZ en benoemt hoe de CanMEDS rollen ingevuld worden in de rol van
casemanager.
Geestelijke gezondheidszorg (ggz) richt zich op:
Voorkomen van psychische aandoeningen;
Behandelen en genezen van psychische aandoeningen;
Laten deelnemen van mensen met een psychische aandoening aan de samenleving;
Bieden van hulp aan mensen die ernstig verward/verslaafd zijn en die uit zichzelf geen hulp
zoeken.
Basis-GGZ en gespecialiseerde zorg
De zwaarte van de zorg die nodig is bepaald waar iemand zorg ontvangt. In de eerste lijn verleent
onder meer de huisarts zorg, het maatschappelijk werk en de eerstelijnspsychologen. Deze
eerstelijnszorg is generalistisch, snel en gemakkelijk toegankelijk. De eerstelijnshulpverleners kunnen
advies inwinnen bij gespecialiseerde ggz-instellingen.
Is meer specialistische behandeling noodzakelijk, dan verwijst de huisarts of een medisch specialist
de patiënt door naar de tweede lijn, de gespecialiseerde ggz. Ggz-instellingen bieden die zorg. In het
geval van jeugdhulp is er naast de gemeentelijk georganiseerde toegang tot hulp, ook de directe
verwijzingsmogelijkheid door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts.
Hoogspecialistische zorg
Hoogspecialistische zorg is bestemd voor patiënten met complexe ernstige, en/of zeldzame
psychische aandoeningen voor wie basis of specialistische diagnostiek en/of behandeling in de ggz
onvoldoende resultaat heeft geboden of naar verwachting zal bieden. Vaak is er sprake van complexe
co-morbiditeit van psychische aandoeningen of een combinatie met een somatische
aandoening. Behandelaren in de specialistische ggz kunnen voor consultatie en advies terecht bij de
experts van TOPGGz afdelingen. Ook kunnen zij hiernaar doorverwijzen als een behandeling
vastloopt of zeer gespecialiseerde behandeling nodig is. De Stichting Topklinische GGz (TOPGGz) stelt
op basis van een set strenge criteria vast of een afdeling hoogspecialistische zorg biedt.
GGZ-instellingen
Elke regio in Nederland kent meerdere ggz-organisaties. Een ggz-organisatie biedt hulp aan
volwassenen, kinderen en ouderen bij psychische problemen en bij ernstige psychische en
psychiatrische ziektes.
Er zijn diverse vormen van hulp:
Regelmatige gesprekken, eventueel gecombineerd met medicatie en online hulp: dit wordt
poliklinische of ambulante behandeling genoemd
Behandeling in deeltijd (enkele dagdelen per week)
Intensieve zorg tijdens een opname
Acute opname
De meeste ggz-organisaties hebben een afdeling voor jongeren (tot 18 jaar), volwassenen en
ouderen. Verder kunnen er specialistische afdelingen zijn, zoals een afdeling eetstoornissen.
Elke regio heeft een crisisdienst die voor huisartsen dag en nacht bereikbaar is. Tijdens kantooruren
kunnen mensen zelf bellen; 's avonds, 's nachts en in het weekend moet men eerst de huisarts
bellen.
, Toetsstof kern Periode 5
Verwoordt het belang van zorgstandaarden, -programma’s, -modules en -paden en presenteert bij
elk begrip voorbeelden.
Protocol: In instellingen werken ze volgens protocol. Dit is iets waarnaar je moet streven. Het is
belangrijk om niet van het protocol af te wijken. Het is namelijk een werkwijze die beschreven wordt
en zo gedaan moet worden.
Richtlijn: Richtlijn is landelijk en is een advies. Dit is niet iets waar je je aan hoeft te houden.
Zorgstandaard: In een zorgstandaard staat in hoofdlijnen wat goede zorg is voor mensen met een
chronische ziekte.
Een zorgstandaard koppelt zorginhoud (de richtlijn) aan de organisatie van zorg. Zorgstandaarden
beschrijven vanuit het patiëntenperspectief waar kwalitatief goede zorg aan moet voldoen maar ook
over de organisatie ervan en de ondersteuning van zelfmanagement. Een zorgstandaard is een
hulpmiddel voor zorgverlener, verzekeraar én patiënt.
Zorgprogramma: Een zorgprogramma is een samenhangend en gebundeld behandelaanbod, volgens
vastgestelde afspraken over de behandeling aan een vastgestelde groep patiënten met dezelfde
aandoening (diagnose).
Het werken met zorgprogramma’s betekent dat we de zorg die we leveren opbouwen uit een aantal
stappen. Zo’n stap noemen we een zorgpad. Voor elk zorgpad hebben we precies opgeschreven wat
we gaan doen, met welk doel, hoeveel en welk soort afspraken er nodig zijn en hoe lang het zorgpad
duurt. Elk individueel zorgtraject is opgebouwd uit een of meer zorgpaden.
Het werken met zorgpaden helpt ons om met elke cliënt het best passende individuele zorgtraject te
kiezen. Elk zorgpad dat Vincent van Gogh aanbiedt is opgebouwd uit de behandelafspraken zelf en
één of meer evaluatieafspraken die daarbij horen.
Onderdeel van het zorgprogramma zijn ook diverse modules. Deze vormen samen een geheel en dat
is het programma.
De negen zorgprogramma’s die Vincent van Gogh invoert zijn:
Zorgmodule: De Zorgmodules bieden u concrete handvatten voor het versterken van de rol van de
patiënt bij het omgaan met ziekte en gezondheid, en het mede bepalen van het beleid. Uitgewerkt zijn
de taken en verantwoordelijkheden van de patiënt, eventuele mantelzorgers, de huisarts en andere
zorgverleners.
De Zorgmodules sluiten zoveel mogelijk aan bij de generieke zorgmodules en bestaande NHG-
Standaarden en -richtlijnen. Om de toepassing in de praktijk te bevorderen gaan de Zorgmodules
gepaard met implementatiematerialen.
Zorgpad: Een zorgpad/klinisch pad is een complexe interventie om de gemeenschappelijke
besluitvorming en organisatie van zorgprocessen te verwezenlijken voor een specifieke groep van
patiënten gedurende een gedefinieerd tijdskader.
Verwoordt oorzaken van schaarste en schaarste verdeling en legt relaties met transities en
substitutie in de zorg en de maatschappelijke ontwikkelingen van verzorgingsstaat naar
participatiestaat.
Er is schaarste in de GGZ. Er is steeds minder geld voor de GGZ. Daarom is er een andere verdeling
nodig. De beste oplossing hiervoor is ambulantisering. Een deel van de bedden maakt plaats voor meer
en betere ambulante zorg. Dit houdt in dat er steeds meer gedaan gaat worden vanuit huis.
Transitie is een verschuiving/verandering ergens in. Substitutie is overname van bijvoorbeeld tweede
naar eerste lijn.
De verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. Dit zei de Koning in
de troonrede van 2013. Het begrip participatiesamenleving lijkt Van Ojik (GroenLinks) "slecht
doordacht en weinig operationeel". Volgens PvdA'er Samsom gaat het om een beweging naar een
samenleving waarin mensen meer dan nu naar elkaar omkijken en waarin de overheid dichter bij de
burgers staat. Van der Staaij (SGP) ziet daarvan al talloze voorbeelden: burgers, kerken en ondernemers
dragen hun steentje volop bij. Dat klopt, zegt de premier: de participatiesamenleving past in de goede
Nederlandse traditie van omzien naar elkaar.
Verzorgingsstaat: Een sociaal systeem waarin de staat primaire verantwoordelijkheid draagt voor het
welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale
zekerheid. Ook wordt de term verzorgingsstaat gebruikt voor een land waarin een dergelijk systeem
werkt.
Participatiestaat: Hiermee wordt een samenleving bedoeld waarin iedereen die dat kan
verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving. Vanwege stijgende kosten wil
de overheid de verzorgingsstaat beperken en probeert steeds meer taken aan de individuele burger
over te dragen.
Legt de essentie van MVG (Motiverende GespreksVoering) uit.
Het transtheoretische veranderingsmodel:
Kern van dit model is dat motivatie voor verandering niet in één keer tot stand komt, maar in een
geleidelijk proces. Het is geen vast gegeven of persoonlijkheidskenmerk, maar afhankelijk van de
context en de therapeutische relatie. Concreet is dit uitgewerkt in een model dat een
veranderingsproces in zes fasen beschrijft:
1. Het eerste stadium is de voorbeschouwing: in dit stadium is de patiënt zich niet bewust van
het probleem. Er zijn mogelijk klachten, zorgen of problemen, maar de patiënt koppelt deze
niet aan zijn eigen gedrag. Er is geen intentie om te veranderen.
, Toetsstof kern Periode 5
2. Het volgende stadium is het stadium van overpeinzing. De patiënt erkent het probleem en
staat ambivalent tegenover verandering. Hij wil veranderen maar laat dat niet in zijn gedrag
zien.
3. Indien de patiënt een afweging maakt van de voor- en nadelen, komt hij tot een beslissing.
De beslissing om te veranderen is genomen en de patiënt vraagt zich af hoe hij kan
veranderen.
4. Uitvoeren (actieve verandering): het gedrag wordt veranderd om de problemen op te lossen.
5. Het stadium volhouden (consolidatie) van de verandering is de grootste uitdaging. Gedrag
moet zich stabiliseren en tevens moet gewerkt worden aan terugvalpreventie.
6. Terugval is als apart stadium in dit model opgenomen. Belangrijk in deze fase is het leren
omgaan met terugval en het leren van de terugvalervaringen voor een volgende keer.
Motiverende gespreksvoering gaat in de aanpak uit van twee fasen: de eerste fase komt overeen met
de eerste drie fasen van het transtheoretische veranderingsmodel, de tweede fase met de laatste
drie fasen van datzelfde model. Essentie van het model is dat per fase specifieke interventies van de
hulpverlener noodzakelijk zijn (Parnassia Addiction Research Center, 2003). Deze essentie is terug te
vinden in Motiverende gespreksvoering in de nadruk op het niet te snel overgaan naar fase twee. Pas
als de motivatie voldoende sterk is ontwikkeld en de cliënt zelf heeft besloten tot verandering, wordt
overgegaan naar fase twee. Als opnieuw twijfel optreedt, zet de hulpverlener opnieuw interventies
in om de motivatie te bekrachtigen.
Legt de begrippen volgen, gidsen en sturen uit, in relatie met MVG.
De term ‘communicatiestijl’ slaat op een houding en benaderingswijze, een gesprekstrant die
uitdrukt welke relatie er tussen jou en de cliënt bestaat. De drie stijlen bestaan uit volgen, gidsen en
richting geven.
Volgen: Deze stijl wordt vooral gekenmerkt door empatisch luisteren en begrip tonen voor de
belevenis van het individu en wordt vooral gebruikt wanneer de cliënt blijk geeft van sterke
bedroefde, boze en/of angstige emoties, maar vaak ook voor het eerste consult. Deze stijl kan dienen
om informatie te verzamelen, inzicht te verschaffen en blijk te geven van begrip.
Richting geven: In deze stijl neem je het alvast tijdelijk het voortouw. Jij bent de leider en zegt de
andere wat er moet gebeuren. Een goed toegepaste richtinggevende stijl dient er als volgt uit te zien:
helder en duidelijk, passend bij de cliënt, op het juiste ogenblik en geeft blijk van medeleven met de
cliënt.
Gidsen: De stijl vooral gebruikt voor motiverende gespreksvoering is een combinatie van het beste
uit beide stijlen. In de eerste instantie wordt er zorgvuldig en empatisch geluisterd naar het verhaal
van het individu. Vervolgens worden samen de verschillende opties, voors en tegens afgewogen. Het
is hier mogelijk om je mening te formuleren, maar belangrijk is wel dat je erkent en respecteert dat
het uiteindelijk aan de persoon zelf is om een richting te kiezen en een beslissing te maken. Wanneer
de richting duidelijk is kan je verder helpen bij de uitvoering ervan. Een gids helpt de ander om zijn
eigen passende oplossing te vinden en uit te voeren.
Geen van de verschillende stijlen is beter dan de andere, maar is het wel belangrijk te weten welke
stijl op welk moment toe te passen. Een vakkundige behandelaar is iemand die in staat is om soepel
te schakelen tussen de stijlen al naar gelang de cliënt en de behandelaar.
Gidsen is heel geschikt om mensen te helpen bij de oplossing van problemen op het gebied van
gedragsverandering. Motiverende gespreksvoering is een verfijnde vorm van deze gidsende stijl.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller knijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.