De samenvatting van het vak Intercultureel vakmanschap (micro) is opgesteld van het boek Interculturele samenwerking in organisaties van Herman Blom. De hoofdstukken 1,2,3,4,5,6, 7 en inclusief het TOPOI-model van Hoffman. De samenvatting is inclusief inhoudsopgave en afbeeldingen. Dit is alles wat...
Inhoudsopgave
Samenvatting Internationaal cultuurvakmanschap .......................................................................................... 1
H1. Globalisering: de wereld als stad ................................................................................................................. 1
H4. Samenleven en werken met cultuurverschillen ............................................................................................ 4
H7. De omgang met culturele dilemma’s ........................................................................................................... 9
H2. Wij en zij ..................................................................................................................................................... 10
H6. Diversiteit binnen organisaties benutten ................................................................................................... 13
H5. De bestrijding van discriminatie op de arbeidsmarkt ................................................................................ 18
H3. De strijd om de identiteit............................................................................................................................ 20
TOPOI-model - Hoffman ................................................................................................................................... 23
H1. Globalisering: de wereld als stad
H1.1 De betekenis van afstand
Globalisering: kun je definiëren als; de internationale vervlechting van economische en sociale
relaties, waardoor steeds grotere delen van de wereld wat betreft de productie van goederen en
diensten en relaties tussen mensen van elkaar afhankelijk zijn geworden.
Rol van afstand: speelt bij persoonlijke en zakelijke contacten. Dit is veranderd als je kijkt naar twee
tijdvlakken.
• 70 jaar geleden, dus eind jaren 40: na de oorlog brachten mensen vakanties door in eigen
land. Briefverkeer was traag, telefoneren verliep moeizaam en was duur. Emigreren
betekende definitief afscheid van vrienden en familie.
• 20 jaar geleden, dus midden jaren 90: internet werd beschikbaar gesteld voor het grote
publiek. Internet heeft de wereld klein en overzichtelijk gemaakt.
Drie E’s: het proces van globalisering kan worden beschreven aan de hand van de drie E’s:
• E-mail: hierdoor kunnen we direct elektronisch communiceren met iedereen op deze
aardbol.
• eBay: was de eerste succesvolle aanbieder van een internetdienst die nu consumer-to-
consumer e-Commerce wordt genoemd. Internet vergroot de contactmogelijkheden, maar
ook tot meer CO2-uitstoot.
• easyJet: was de eerst goedkope luchtvaartmaatschappij. Wonen en werken op andere
plekken in de wereld is nu veel gemakkelijker.
Gebruik van internet: uit onderzoek blijkt dat internet wordt gebruikt om relaties met
vrienden/familie te onderhouden en met elkaar af te spreken. Internet komt niet op de plaats van
fysiek contact, maar het is een aanvulling.
Internationale vervlechtingen: 3 aspecten die onderscheid maken aan het proces van globalisering:
• Economische vervlechtingen: van landen en werelddelen in de vorm van de handel en
productie van goederen en diensten. Heeft een eeuwenlange geschiedenis en door de
ontwikkeling van telecommunicatie bevindt zij zich in een versnellingsproces.
• Sociale vervlechtingen: is het beste te zien in de migratiebeweging van arme naar rijkere
landen.
1
, • Culturele vervlechtingen: de wereld lijkt steeds meer één stad, maar we zien ook steeds meer
spanningen tussen culturen.
H1.2 Economische vervlechtingen
Internationale handel: brengt arbeidsverdeling met zich mee. Dat kan een voordeel zijn, omdat er zo
efficiënter en veelzijdiger geproduceerd en geconsumeerd kan worden. Een nadeel is wel dat de
producenten en consumenten gevoeliger zijn voor gebeurtenissen elders op de wereld.
Voedselkilometer: de afstand die eten heeft afgelegd ‘tussen grond en mond’. Hoe hoger dit aantal,
des te duidelijker de internationale arbeidsverdeling wordt.
Globalisering van de handel: heeft een lange geschiedenis. Het proces van uitbreiding van
invloedssferen door enkele beschavingen verliep langzaam voordat het sinds de periode van
ontdekkingsreizen in steeds grotere versnellingen kwam.
Globalisering van werk: het productieproces is niet langer geografisch geconcentreerd. Bedrijven
lijken steeds meer op productienetwerken. Er zijn twee manieren om werk naar andere landen te
verplaatsen;
• Uitbesteden of verplaatsen van productie
• Uitbesteden of verplaatsen van dienstverlening
Outsourcing: Nederlandse bedrijven besteden werk uit naar landen in Zuidoost-Azië en Oost-Europa.
Verplaatsing: als het werk wordt uitbesteedt, zijn bedrijven vaak volledig eigenaar van hun
buitenlandse partner.
Offshore: uitbesteden of verplaatsen van dienstverlening. Inmiddels is er ook sprake van reshoring;
het terughalen van productie uit een goedkoop land naar het thuisland.
De economische en technologische globalisering heeft van de wereld een bijzonder kwetsbaar
netwerk gemaakt.
Effecten van globalisering voor Nederland:
• Investeringen in het buitenland nemen toe.
• Internationale financiële transacties nemen toe in omvang.
• Bedrijven fuseren met buitenlandse partners of worden overgenomen.
• Het zette arbeidsvoorwaarden in Nederland en andere westerse landen onder druk. Door de
internationalisering van handel en kapitaalmarkten is de concurrentie wereldwijd
toegenomen.
• Internationale concerns met filialen in verschillende landen. De werknemers merken de druk
van de moederconcerns die vestigingsplaatsen in verschillende landen tegen elkaar laten
concurreren op prijs.
Venture capitalists: zijn speculatieve geldbeheerders die met geld van over de hele wereld mondiaal
op zoek zijn naar hoge rendementscijfers. Onder hun invloed worden concerns gedwongen
onderdelen af te stoten of zich op bepaalde onderdelen te concentreren.
H1.3 Sociale vervlechtingen
Bevolkingsbewegingen: Nederland is altijd een migratieland geweest. (Immigratie en emigratie). Er
zijn enkele historische trends;
• Vanaf de zestiende eeuw: 11% van de inwoners was buitenlander tijdens de piek van de
immigratiegolf. Eeuwenlang heeft de Nederlandse overheid zich uitnodigend opgesteld voor
bepaalde groepen immigranten die als aanwinst voor het land werden gezien.
• De twintigste eeuw tot de Tweede Wereldoorlog; Belgische vluchtelingen zochten hier
beschutting tegen het oorlogsgeweld van de Eerste Wereldoorlog. Zo kwamen er nog meer
oorlogsvluchtelingen in Nederland en een aantal mensen die werk zochten. Uiteindelijke
2
, keerde ze allemaal weer terug naar hun Vaderland. Voor de Tweede Wereldoorlog kwamen
er Joodse vluchtelingen binnen, want zij werden vervolgd.
• De twintigste eeuw na de Tweede Wereldoorlog: momenteel vormen Turken, Marokkanen,
Surinamers en Antillianen de grootste minderheidsgroepen in Nederland. (Klassieke
herkomstgroepen).
De migranten die na 1945 naar Nederland kwamen, kunnen we naar verschillende
overeenkomsten groeperen;
o Gerepatrieerde Nederlanders en Indische Nederlanders
o Molukkers
o Surinamers
o Antillianen
o Gastarbeiders (voor de industrie uit landen rond de Middellandse Zee)
o De ‘nieuwe gastarbeiders’ (Bulgaren, Poolse en Roemenen werkvisum)
o Asielmigranten; asielzoekers (uiteenlopende reden land verlaten) en vluchtelingen
(gegronde reden hun land verlaten).
o Illegalen (mensen die geen vluchtelingenstatus/verblijfsvergunning krijgen)
Volgmigratie: als er bijvoorbeeld onder de arbeidsmigranten vrouwen en kinderen ook mogen
overkomen.
Allochtonen: het CBS rekent alle personen die zelf in het buitenland zijn geboren of van wie ten
minste één ouder in het buitenland is geboren.
Emigratie: na de Tweede Wereldoorlog vertrokken veel Nederlanders naar Canada en andere
overzeese landen. Begin jaren ’50 stimuleerde de overheid emigratie uit angst voor overbevolking.
Omvang van de bevolking: hangt samen met twee factoren; het geboortesaldo en het migratiesaldo.
Geboortesaldo is in Nederland altijd positief geweest (geboorte – sterfte). Het migratiesaldo is ook
altijd positief geweest (immigratie overtreft emigratie).
H1.4 Culturele vervlechtingen
Culturele globalisering: daarbij horen de volgende kenmerken:
• Wereldwijde verspreiding van merkartikelen, zoals Coca-Cola of McDonald’s.
(McDonaldisering; de principes van deze fastfoodketen domineren inmiddels bijna alle
sectoren van de samenleving.)
• Wereldwijde verspreiding van cultuursymbolen, zoals Hollywoodfilms.
• Elektronische massamedia, zoals BBC World Service.
• De Engelse taal fungeert overal als lingua franca in het verkeer tussen mensen met
verschillende moedertalen.
• Sociale contacten raken gevirtualiseerd.
Clash of civilizations: de culturele globalisering gaat gepaard met gemeenschappelijke
cultuursymbolen. Daarbij ontstaan ook mistanden, onenigheid en afwijzing door de grotere
zichtbaarheid.
H1.5 De immigratiediscussie
Integratiedebat: een discussie die betrekking heeft op Nederland als immigratieland laait steeds
weer op. Hierbij gaat het over de vraag wat er verkeerd ging en hoe nieuwkomers beter geïntegreerd
raken in Nederland. Per ‘verblijfsjaar’ kost een immigrant €3000,-.
Integratiepolitiek: het Nederlandse integratiepolitiek stond in het teken van ‘integratie met behoud
van identiteit’. Er was bijvoorbeeld sprake van financiële ondersteuning voor het onderwijs in de
eigen taal. Er zijn hierbij een aantal problemen;
• De etnische segregatie werkt de integratie tegen. Ouders kiezen vaak voor ‘witte’ of ‘zwarte’
scholen/wijken. Allochtone en autochtone hebben onderling weinig contact.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessa98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.04. You're not tied to anything after your purchase.