Samenvatting en lesvoorbereidingen van alle werklessen. De leerdoelen zijn volledig uitgewerkt en samengevat voor de toets.
HBO-Verpleegkunde, leerjaar 3, minor complexe zorg, high care.
1. schetst het proces van 112-melding tot hulp ter plaatse.
2. vertelt wat het LPA inhoud en hoe ambulancezorg in Nederland vorm wordt gegeven.
3. kent indicaties en verschillende manieren van immobilisatie bij een traumapatiënt met hun
voor- en nadelen.
4. beheerst de verschillende vormen van letsel in spreektaal en jargon.
5. is op de hoogte van de mogelijkheden waarop zorgprofessionals terug kunnen vallen voor
psychosociale begeleiding na een heftige werksituatie.
Voorbereiding
Opdracht 1
1A. Beschrijf het proces van 112-melding tot het arriveren van de hulpverleningsdiensten.
Als je 112 belt dan zullen de volgende stappen doorlopen worden:
1. Bel je 112, dan krijg je binnen 10 seconden een centralist aan de lijn. Hij of zij vraagt: “Wil je
politie, brandweer of ambulance spreken?” Je wordt meteen doorgeschakeld naar de juiste
instantie;
2. Bij de ambulance wil de centralist als eerste weten: Wat is er aan de hand? Waarom bel je?
Wat is er gebeurd? Vertel kort en bondig wie, wat en waar. Noem je naam, de reden van je
telefoontje en op welke locatie je bent;
3. Als je alles verteld hebt, schat de centralist in hoe dringend de melding is en of het ècht om
een 112melding gaat. Is dat het geval, dan maakt hij zo snel mogelijk een melding aan in de
computer. De melding komt direct bij een andere, de juiste, centralist terecht;
4. Die centralist geeft de melding binnen 5 minuten door aan het ambulancepersoneel die dicht
in de buurt zijn. Hij ziet in één oogopslag op zijn beeldscherm welke spoed eisende post in de
buurt is en vanuit daar gaan ze naar de melding toe;
5. Deze centralist staat via portofoons (dat zijn een soort walkietalkies) in contact met al het
ambulancepersoneel.
6. Als het nodig is, waarschuwt de Meldkamer ook andere hulpdiensten zoals de brandweer of
politie;
7. De ambulance doet er alles aan om er binnen 15 minuten nadat je hebt gebeld te zijn. Terwijl
de ambulance onderweg is, kan de centralist meer informatie aan je vragen. Bijvoorbeeld om
tot een duidelijk situatieschets te komen.
8. De hulpverleners van de ambulance houden de Meldkamer op de hoogte tot ze ter plaatse
zijn;
9. Als op de locatie van de melding het werk erop zit, melden de zorgverleners zich via de
portofoon weer af bij de Meldkamer. Zo weet de Meldkamer dat die zorgverleners weer
beschikbaar zijn voor een melding.
1B. Lukt het in de volgende gevallen om 112 te bereiken? Verklaar je antwoord.
• Provider heeft geen bereik → Ja, mocht de provider geen bereik hebben, dan word je
doorgeschakeld via een andere provider die wel bereik heeft.
• Toetsenbord is geblokkeerd → Ja, de toetsenbordblokkade geld niet voor de combinatie 112.
• Beltegoed is op → Ja, je hebt geen beltegoed nodig om 112 te kunnen bereiken.
• Simkaart is niet meer geldig → Ja, is niet per se nodig om melding te maken.
,Toetsstof High Care
• Geen simkaart in telefoon → Ja, is niet per se nodig om melding te maken.
• Door een sms/app te sturen → Nee, zijn ze wel mee bezig.
1C. Wat zijn de kosten van verschillende ambulanceritten? En wie betaald deze kosten?
Sinds 1 januari 2014 zijn de tarieven voor ambulanceritten in Nederland overal hetzelfde. Hierbij is
een onderscheid gemaakt tussen twee verschillende soorten:
1. Spoedinzetten met A-urgentie
2. Planbare ambulancezorg met B-urgentie
De tarieven voor zowel de spoedeisende als de planbare ambulance-inzetten kennen zogenaamde
‘basisaanslagen’. Dit zijn vaste bedragen, het aantal kilometers dat een ambulance rijdt heeft dus
geen invloed op de hoogte van de basisaanslag.
Naast de basisaanslag wordt ook het aantal kilometers dat de ambulance rijdt (met patiënt) in
rekening gebracht. Dit bedrag wordt bij de basisaanslag opgeteld. Voor specifieke ritten zoals
grensoverschrijdend vervoer of MICU-ritten (transport IC patiënten), geldt een ander tarief. De
kosten zijn als volgt:
I001 Per beladen vervoerskilometer € 4,01
I002 Besteld vervoer (B-rit) per rit € 311,37
I003 Stand-by per uur € 126,06
I006 MICU-vervoer per rit € 2.238,11
I010 Spoedvervoer (A1-/A2-rit) per rit € 701,85
Je betaald eerst het eigen risico en de rest wordt vergoed door de zorgverzekering.
1D. Binnen welke gestelde termijnen moet een ambulance ter plaatse zijn?
Hoe snel een ambulance ter plaatse is hangt af van de urgentie. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen levensbedreigende situaties (A1 urgentie) en niet levensbedreigende situaties (A2
urgentie).
In geval van een A1 urgentie is de ambulance binnen 15 minuten ter plaatse. In geval van een A2
urgentie is dat binnen 30 minuten.
Opdracht 2
2A. Voor welk transport is een ambulance inzetbaar?
Ambulancezorg kent verschillende soorten vervoer. Afhankelijk van waarom een ambulance
wordt ingezet, krijgt het vervoer één van de onderstaande labels. De labels maken duidelijk wie
het vervoer moet aanvragen.
Eerste hulp geen vervoer
Bij deze rit wordt de patiënt ter plekke nagekeken en als het nodig is behandeld door de
ambulanceverpleegkundige, maar niet vervoerd naar een ziekenhuis. Verdere behandeling is niet
nodig. De patiënt gaat met eigen vervoer naar het ziekenhuis of de huisarts. Niet altijd hoeft een
patiënt met een ambulance naar het ziekenhuis. De ambulanceverpleegkundige verbindt de
verwonding, geeft eventueel pijnstilling en brengt de huisarts of het ziekenhuis op de hoogte als
de patiënt met eigen vervoer naar het ziekenhuis komt. Hierdoor is de ambulance eerder
beschikbaar voor een volgend noodgeval.
,Toetsstof High Care
Vervoersrit naar spoedeisende hulp/ziekenhuis
De patiënt wordt vervoerd naar het ziekenhuis voor verdere behandeling. Dit kan niet met eigen
vervoer, omdat de verwondingen te groot zijn of het risico op ergere klachten te groot is. Dit
soort vervoer volgt vaak op een 112-melding, maar wordt ook aangevraagd door een huisarts.
Overplaatsing of interklinisch vervoer
Bij dit vervoer wordt een patiënt gebracht van het ene naar het andere ziekenhuis of
zorginstelling. Het gaat om een patiënt die ‘bewaakt’ wordt. Ook kan onderweg medische
behandeling noodzakelijk zijn. Dit geldt ook voor een patiënt die liggend vervoerd moeten
worden. Het ziekenhuis vraagt dit vervoer aan bij de meldkamer.
Poliklinisch vervoer
Als een patiënt voor een kortdurende behandeling of onderzoek naar een polikliniek moet, maar
dit niet met eigen vervoer of taxi kan, dan wordt ook een ambulance ingezet. De huisarts
beoordeelt of hiervoor een ambulance wordt aangevraagd. Dit vervoer kunt u zelf niet aanvragen.
Ontslag vervoer
Een patiënt van het ziekenhuis naar huis of naar een verzorgingshuis brengen, gebeurt met een
ambulance als de patiënt niet mobiel genoeg is. Het ziekenhuis beoordeelt of een ambulance
wordt aangevraagd bij de Meldkamer Ambulancezorg.
2B. Benoem 4 situaties waarbij de ambulance wél uitrukt maar géén patiënt vervoerd.
1. Patiënt ter plekke overleden
2. Patiënt is ter plekke al bijgekomen
3. Nepalarmering
4. Als patiënt ter plekke behandeld kan worden
2C. Waaruit bestaat de ambulance bemanning en wat is hun achtergrond?
Op een ambulance werken 2 personen. Een ambulancechauffeur en een
ambulanceverpleegkundige. Samen vormen zij een AMBU-team. Het AMBU-team zit op de
ambulancepost en krijgt zijn opdrachten van de meldkamer.
De ambulancechauffeur
Is verantwoordelijk voor de technische staat van de ambulance. Hij/zij kan kleine reparaties of
controles aan de auto uitvoeren en zorgt ervoor dat de ambulance netjes blijft.
Naast de ambulance zorgt de chauffeur ook voor de communicatie met de meldkamer (cpa) en
bestuurt de ambulance. In iedere ambulance zit tegenwoordig een navigatiesysteem. Toch kan
stratenkennis van het gebied waarin de ambulance rijdt erg handig zijn bij bijvoorbeeld
werkzaamheden of andere wijzigingen waardoor de normale route niet gereden kan worden.
Bij aankomst op de locatie is de ambulancechauffeur de assistent van de verpleegkundige. Ook
houdt hij of zij zich bezig met het begeleiden van bijvoorbeeld familie van het slachtoffer en
communiceert met politie, brandweer, EHBO of andere hulpverleners ter plaatse.
, Toetsstof High Care
De ambulanceverpleegkundige
De ambulanceverpleegkundige heeft als hoofdtaak het verzorgen van de patiënt. Zowel op de
plaats van het ongeval als tijdens de rit naar het ziekenhuis.
Op de plaats van het ongeval heeft de verpleegkundige met veel omstandigheden te maken. Ook
zijn niet alle slachtoffers lichamelijk gewond. Ze kunnen ook psychische klachten hebben waar de
verpleegkundige mee om moet kunnen gaan. Daarnaast moet de ambulanceverpleegkundige net
zoals de chauffeur om kunnen gaan met andere hulpverleningsinstanties. Goede sociale
vaardigheden zijn dus zeker een belangrijke eigenschap van de ambulanceverpleegkundige.
2D. Hieronder staat een vervolg van de casus. Ditmaal geschreven in jargon. Zet onderstaande
moeilijke tekst om in eigen worden.
De centralist van de MKA (Meldkamer Ambulance Zorg) zet een riturgentie van A1 (OGS) (spoedrit
binnen 15 minuten aanwezig met zwaailicht en sirene (Optische en Geluid Signalen)) door naar de
ambulance met als code AANR LETSEL (aanrijding met lichamelijk en/of geestelijk letsel). Na het
arriveren van de ambulance voert de ambulanceverpleegkundige een Revised Trauma Score (RTS)
(Zie hier beneden) uit en komt tot een 9 (ernstig trauma). Extricatie (bevrijden van een (bekneld)
slachtoffer uit een voertuig) vindt plaats waarna het vacuümmatras (matras die wordt gebruikt in de
hulpverlening voor veilig transport van patiënten met letsel) wordt ingezet om iatrogeen SCI
(ruggenmergletsel veroorzaakt door medische handelingen) te voorkomen. De ademweg wordt
gecontroleerd op een eventueel corpus alienum (vreemd lichaam, voorwerp dat zich in een lichaam
bevindt maar er niet thuishoort). De patiënt is hemodynamisch stabiel instabiel (patiënt met
normale pols en lage bloeddruk). Abdominaal letsel (inwendig letsel van de buikholte) is niet uit te
sluiten. Men gaat over tot scoop & run (inladen en wegwezen). Aangekomen op de SEH wordt de
SBAR-methode gehanteerd met afsluitend een read back (herhalen van gemaakte afspraken, ander
gemaakte afspraken laten bevestigen, noteren afspraken, spreek af wie, wanneer weer contact
opneemt).
Revised Trauma Score (RTS)
Graderingssysteem voor het beoordelen van de ernst van een ongeval bij het eerste contact (voor
verpleegkundigen op straat). Bij de beoordeling van de RTS staan drie parameters centraal. De
ademfrequentie, de systolische bloeddruk en de Glasgow coma scale.
PT GCS Systolische BD Ademhalingsfrequentie
4 13-15 > 89 mm Hg 10 - 29 /min
3 9 - 12 76- 89 mm Hg > 29/min
2 6-8 50 - 75 mm Hg 6 - 9 /min
1 4-5 1 - 49 mm Hg 1 - 5/min
0 3 0 0
Als de score lager dan 12 is, dan is er sprake van een ernstig trauma.
Glasgow Coma Scale
Eye (reactie van de ogen)
- spontaan 4
- bij aanspreken 3
- bij pijnprikkels 2
- geen 1
Motor (motorische reactie)
- uitvoeren van opdracht 6
- lokaliseren van pijn 5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller knijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.48. You're not tied to anything after your purchase.