De opdrachten die gemaakt zijn tijdens de college's van Inleiding Goederenrecht, inclusief de antwoorden. Door deze vragen te oefenen haalde ik een 7,2 voor mijn tentamen.
Inleiding Goederenrecht
College 1
Casus 1 Voorrang
Anton is helaas failliet gegaan. Hij heeft onder andere een schuld wegens de huur van
een verhuisbusje aan Bernard ten waarde van 2000,- euro. Daarnaast moet hij ook een
hypotheekschuld betalen aan de ABC-bank ten waarde van 14.000,-.
Vraag 1
Adviseer de curator van Anton over de vraag aan wie het eerst betaald moet worden.
Betrek in je antwoord tenminste 1 kenmerk van goederenrechtelijke rechten.
Goederenrecht gaat voor want is een absoluut recht. Dus schulden verhuisbusje gaan voor.
Faillissement is hier belangrijk, denk aan droit de preference.
Casus 2 erfvruchtbaarheid
Aïsha, Annemieke en Thierry wonen naast elkaar en willen alles goederenrechtelijk goed
regelen. Ze verzinnen een nieuw recht: ‘erfvruchtbaarheid’. Dat moet een combinatie
worden tussen vruchtgebruik en erfdienstbaarheid. De rechthebbende van dit recht wordt
Thierry. Hij mag de grond van Aïsha en Annemieke gebruiken én de appels van hun
appelboom plukken. Na twee jaar verhuist Thierry en verkoopt en levert aan Theo.
Vraag 1
Mag Theo net zoals Thierry gebruik maken van dit zelfverzonnen goederenrechtelijk
recht “erfvruchtbaarheid”? Motiveer uw antwoord aan de hand van wetsartikelen.
Erfvruchtbaarheid bestaat niet. Er zijn 8 goederenrechtelijke rechten, als een van de
rechten niet van toepassing is op de casus bestaat deze dus ook niet. Dus dit heeft
betrekking op verbintenissenrecht en niet op het goederenrecht. Theo mag dus geen
gebruik maken van het recht, want het is een verbintenissenrecht en is tussen bepaalde
personen.
Casus 3 fietsende Samir
Samir heeft een leuk huis in het midden van de stad Den Bosch. Een auto is in het
centrum niet handig en daarom verplaatst Samir zich voornamelijk met de fiets. In zijn
tuin heeft hij een schuurtje om de fiets te kunnen stallen. Samir rijdt meestal achterom
met zijn fiets over het pad dat achter de tuinen ligt. Dat is al jaren geen probleem totdat
de buurman van Samir verhuist en zijn huis verkoopt en levert aan Hennie. Hennie vindt
het niet goed dat Samir telkens achter zijn tuin langsrijdt over het pad. Samir geeft echter
aan dat er ooit een erfdienstbaarheid op het pad is gevestigd en dat hij dus gewoon over
het pad zal blijven fietsen. De zaak escaleert en de Samir en Hennie komen bij de
rijdende rechter die een uitspraak zal doen in deze zaak
,Vraag 1
Kan Samir na de overdracht van het huis van de buren aan Hennie nog gebruik blijven
maken van het pad? Betrek in je antwoord tenminste 1 kenmerk van een
goederenrechtelijk recht.
Erfdienstbaarheid is een goederenrechtelijk recht. Het is een absoluut recht en in dit
geval gaat het over pouvoir de suite. Het recht blijft dus hangen op het pad, ook als de
buren veranderen.
Casus 4 Vruchtgebruik en hypotheek
Simon heeft een vruchtgebruik gevestigd op zijn boomgaard ten behoeve van zijn
buurman. Daarna vestigt hij op dezelfde grond ook een hypotheekrecht ten behoeve van
de bank. Door geldgebrek besluit Simon om de hypotheekrente niet te betalen. De bank
wil overgaan tot executie van de grond.
Vraag 1
Dient de bank rekening te houden met het vruchtgebruik dat Simon ten behoeve van de
buurman heeft gevestigd? Betrek in je antwoord tenminste 1 kenmerk van een
goederenrechtelijk recht.
Hypotheek en vruchtgebruik allebei goederenrechtelijke rechten, droit de priorite,
vruchtgebruik was eerder dan hypotheek, dus rekening houden.
Vraag 2
Hoe luidt je antwoord op de vorige vraag indien Simon eerst een hypotheekrecht op zijn
grond zou hebben gevestigd ten behoeve van de bank en daarna een recht van
vruchtgebruik ten behoeve van de buurman? Betrek in je antwoord tenminste 1 kenmerk
van een goederenrechtelijk recht.
Zijn allebei goederenrechtelijke rechten, droit de priorite, hypotheek was eerder dan
vruchtgebruik, dus geen rekening houden.
Casus 5 Het fietszadel
Stef heeft een fiets gekocht op Marktplaats. Hij is erg tevreden met zijn aankoop,
behalve over het zadel. Het zit totaal niet lekker. Zijn vriendin Ans biedt Stef aan dat hij
zijn het zadel dat zij nog in de schuur heeft liggen wel mag uitproberen. Stef zet het
zadel op zijn fiets.
Vraag 1
Is het zadel nu een bestanddeel van de fiets geworden? Leg dit uit aan de hand van het
relevante wetsartikel.
Art. 3:4 BW:
Lid 1: verkeersopvatting je fietst niet lekker zonder zadel, dus een zadel hoort bij een
fiets.
Lid 2: zodanig verbonden
,Casus 6 Manons woning
Manon heeft haar woning te koop gezet. Ze heeft een makelaar ingeschakeld die een
mooie presentatie van de woning zal maken voor geïnteresseerden. De makelaar wil een
bewijs toevoegen van het feit dat Manon de eigenaar is van de woning. Ook wil hij
informatie in de brochure opnemen over de rechtstoestand van de woning. Zo wil hij
bijvoorbeeld duidelijk maken hoeveel grond er bij de woning hoort en waar de grenzen
van het perceel lopen.
Vraag 1
Waar kan de makelaar deze gegevens opvragen als Manon dit niet meer exact weet?
Onderbouw je antwoord met een wetsartikel.
Openbare registers kadaster (3:10 jo 3:16 BW)
Casus 7 De aardbeienplanten
Truus heeft een moestuin. In deze moestuin kweekt ze voornamelijk aardbeienplanten
omdat ze gek is op aardbeienjam. De aardbeienplanten zitten dit jaar vol met aardbeien.
De planten zitten zo vol dat er ook al heel veel aardbeien zijn afgebroken.
Vraag 1
Leg aan de hand van relevante wetsartikelen uit wanneer de aardbei een zelfstandige
zaak wordt.
3:9 lid 4 BW
Vraag 2
Leg tevens uit of sprake is van een natuurlijke of een burgerlijke vrucht.
Natuurlijke vrucht (3:9 lid 1 BW)
Casus 1 Het stuk land
Ivar heeft zowel met Jan als met Karel een overeenkomst gesloten tot verhuur van zijn
grond. Met Jan is de overeenkomst op 1 februari gesloten en met Karel op 14 maart. Jan
en Karel komen op dezelfde dag bij Ivar en willen beiden gebruik gaan maken van de
grond.
Vraag 1
Wiens recht gaat voor?
Huur = verb. recht
Zijn 2 relatieve rechten dus geldt droit de priorite niet.
Er gaat dus geen enkele voor en zijn gelijk in rang.
Casus 2 Absolute rechten
“Absolute rechten zijn rechten die een persoon op een goed kan hebben. Het kan zowel
een recht op een zaak als een recht op een vermogensrecht zijn. (…) Er zijn in totaal
acht absolute rechten.” (Uit: Mr. dr. C. Phillips, Praktisch goederenrecht, derde druk,
Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten)
, Vraag 1
Wat zijn de acht absolute rechten?
Eigendom, opstal, hypotheek, appartementsrecht, erfpacht, vruchtgebruik,
erfdienstbaarheid, pand.
Vraag 2
Zoek het absolute recht ‘erfpacht’ op en omschrijf het in je eigen woorden.
Bij eigendom ben je eigenaar van een huis en grond. Bij erfpacht is iemand anders
eigenaar van de grond (zoals de gemeente) en jij bent de eigenaar van het huis. Je mag
dus wel de grond gebruiken waar je een vergoeding aan betaald. Deze vergoeding heet
kanon.
Vraag 3
Een aantal van deze absolute rechten in Boek 3 en de rest in boek 5? Welke absolute
rechten staan in Boek 3? Waarom staan deze absolute rechten in Boek 3?
Alles boek 5, boek 3: pand, hypotheek, vruchtgebruik.
Boek 5 rust alleen op zaken en boek 3 op zaken en vermogensrechten.
Casus 3 De moestuin
Jan is eigenaar van een stukje grond, waarop hij een moestuin heeft. Naast de moestuin
van Jan heeft Greet ook een moestuin. Om bij haar moestuin te komen, moet zij over de
grond van Jan lopen. Dat is de reden waarom Jan een recht van erfdienstbaarheid heeft
gevestigd ten gunste van Greet. Greet komt helaas te overlijden en haar erfgenamen
verkopen de moestuin van Greet aan Sefra. Drie weken na het ondertekenen van het
koopcontract, hebben de erfgenamen en Sefra, de transportakte bij de notaris
ondertekend. Sefra gaat diezelfde dag nog naar de moestuin, waar zij aan de slag wil
gaan om zo de tuin winterklaar te maken.
Jan vond het geen probleem om Greet over zijn grond te laten lopen, maar dat wil hij niet
toestaan aan een ander. Hij verbiedt Sefra om over zijn grond te laten lopen. Sefra zegt
dat hij dit toch moet toestaan, vanwege de erfdienstbaarheid die Jan heeft gevestigd ten
gunste van Greet.
Vraag 1
Kan Sefra, nadat zij de moestuin van de erfgenamen van Greet heeft gekocht, haar recht
uitoefenen jegens Jan?
Droit de suite, zaaksgevolg. Recht van erfdienstbaarheid blijft rusten op de grond en niet
persoon.
Vraag 2
Leg in eigen woorden uit wat wordt bedoeld met het vermogensrechtelijke begrip
‘beperkt recht’.
Een beperkt recht is afgeleid uit een moederrecht en daarom verliest degene het beperkt
recht vestigt een stukje van zijn bevoegdheden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vayaxs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.