Duitsland was eeuwenlang verdeeld in allemaal kleine staatjes, Otto von Bismarck wist deze staten
bijeen te brengen door middel van de Frans Duitse oorlog (1870-1871). Duitsland won de oorlog
waardoor de Duitse staten zich vormden tot het Duitse Keizerrijk. De Pruisische koning, Wilhelm I,
werd keizer en Bismarck werd rijkskanselier.
Staatsinrichting met grote macht van de keizer
Duitsland werd na het ontstaan van het keizerrijk verdeeld in kiesdistricten. Elk district leverde een
afgevaardigde voor de rijksdag. De keizer had veel macht. Hij mocht de rijkskanselier benoemen en
ontslaan en was militair opperbevelhebber. De rijksdag had beperkte macht. De rijksdag kon zowel
door de rijkskanselier als door de bondsraad ontbonden worden. Afgevaardigden van de deelstaten
vormden in Berlijn samen de bondsraad.
Politieke stromingen
De belangrijkste politieke stromingen waren:
- de conservatieven en nationaal-liberalen
- de centrumpartij
- de socialisten
Gelaagdheid van de bevolking
- Adel, officieren en hoge ambtenaren
- Grote fabrikanten en bankiers
- Werknemers in de dienstensector, lagere ambtenaren, kleine ondernemers, chefs van
afdelingen van grote ondernemingen.
- Boeren, arbeiders in de landbouw en de industrie, lagere ambtenaren.
Duitsland gaat een rol spelen in de wereldpolitiek
Alliantiepolitiek van Bismarck
Het nieuwe Duitse keizerrijk was een politieke en militaire grootmacht geworden. Door de snelle
industrialisatie was het ook een economische grootmacht geworden. Bismarck was tevreden met de
bestaande grenzen, maar zag wel dat Duitsland omsingeld werd door sterke mogendheden. Daarom
voerde hij een alliantiepolitiek om het bestaande machtsevenwicht te handhaven. Om het
machtsevenwicht ook in Afrika te verzekeren riep Bismarck in 1884 de Conferentie van Berlijn bijeen;
daar werden door 15 Europese staten en de VS afspraken gemaakt over de verdeling van Afrika.
Weltpolitik van Wilhelm II
De troonsbestijging van keizer Wilhelm II in 1888 luidde een nieuw tijdperk in. Wilhelm II versterkte
de positie van de keizer. Bismarck werd ontslagen (1890).
, Duitsland was niet langer tevreden met de bestaande situatie, maar wilde een belangrijkere plaats
op het wereldtoneel. De weltpolitik was in eerste instantie gericht op het overzeese imperialisme. En
met de nieuwe vlootwet dacht Duitsland dit ook te verwezenlijken, maar Groot-Brittannië en
Frankrijk waren te sterk. Om deze reden richtte Duitsland zich meer op het Europese continent.
De groeiende internationale ambities van Duitsland gingen samen met sterke economische groei en
toenemend militarisme. Zowel Duitsland als de andere Europese grootmachten zochten in
bondgenootschappen steeds meer steun.
2 De eerste wereldoorlog
Dieper liggende oorzaken
Militarisme
Toenemende militarisme vergrootte de kans op oorlog. Geen land wilde een vernietigende oorlog,
maar oorlog werd wel gezien als een middel om macht en invloed veilig te stellen. Oorlog werd als
een bruikbaar middel gezien om de belangen van het vaderland te dienen.
Imperialisme
Toenemend imperialisme leidde tot conflicten tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland. Er ontstond
een wedloop om zoveel mogelijk koloniaal grondgebied in Afrika te verwerven. Keizer Wilhelm II
steunde de sultan van Marokko die in verzet was tegen Frankrijk. Ook versterkte hij zijn marine tot
grote ergernis van Engeland. Tussen Engeland en Frankrijk kwam er in 1904 een verzoening. Maar
tussen Engeland en Duitsland niet. Ook niet tussen Frankrijk en Duitsland.
Nationalisme
Sommige bevolkingsgroepen wilden zich losmaken van de staat waarin ze leefden en gingen
samenwerken met aan hen verwante staten. Sommige staten maakten aanspraak op gebieden in
andere staten, waarin aan hen verwante minderheden leefden.
Bewapeningswedloop
Voor zowel het nationalisme, het imperialisme als het militarisme was een sterk leger vereist.
Daarom gingen de regeringen steeds meer geld uitgeven aan de versterking van hun leger. Zo
ontstond er een bewapeningswedloop. En op zijn beurt versterkte deze wedloop weer de vrees voor
elkaar.
Bondgenootschappen vergroten de kans op conflicten
Door nationalisme, imperialisme, militarisme en bewapeningswedloop nam onder de Europese
staten de angst voor elkaar toe. Daarom gingen regeringen op zoek naar bondgenootschappen. Door
de bondgenootschappen werd de kans op een groot conflict juist groter. Sinds 1882 bestond er een
bondgenootschap tussen Duitsland, Ostenrijk- Hongarije en Italië (triple alliantie). In 1907 sloten
Engeland, Frankrijk en Rusland een bondgenootschap (triple Entente). De latere politieke leiders
zagen niet in dat zij met het sluiten van allerlei bondgenootschappen het omgekeerde bereikten van
wat zij wilden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kimberley6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.