Bestuursrecht 3 samenvatting ALLES WAT JE MOET WETEN 18/19
98 views 3 purchases
Course
Bestuursrecht: Rechtsbescherming
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Letterlijk alles wat je moet weten voor het tentamen bestuursrecht 3 2018/2019. Ik ben naar alle colleges en werkgroepen geweest en ik heb overal aantekeningen van gemaakt. Ik had een hele fijne werkgroepdocente die alles haarfijn uitlegde en dit heb ik allemaal opgenomen in de samenvatting. Onder ...
› Beperking I: een belanghebbende kan alleen bij de bestuursrechter terecht als zijn beroep zich richt
tegen een besluit › Beperking II: niet elk besluit kan bij de bestuursrechter worden aangevochten ›
Verruiming: soms kun je toch bij de bestuursrechter terecht, ook al richt jouw beroep zich niet tegen
een besluit
Soms kan je dus, ook al heb je geen besluit, toch naar de bestuursrechter. Dus meer dan een besluit
en minder dan een besluit. Verruimingen:
1:3 lid 2 afwijzing aanvraag beschikking belangrijkste verruiming
6:2a schriftelijke weigering besluit te nemen
6:2b niet tijdig nemen van een besluit
8:2 lid 1 andere handeling tav ambtenaar
Beperkingen:
6:3 voorbereidingsbeslissingen (bijv. bezwaarprocedure)
8:3 lid 1 sub a avv, beleidsregel belangrijkste beperking
8:4 expliciet uitgezonderde besluiten
8:5 uitgezonderde besluiten (verwijzing naar de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, hf 1)
Alle zaken zijn voor de civiele rechter tenzij uit de wettelijke regeling (bijv. Awb) blijkt dat je niet bij
de civiele rechter kunt maar naar de bestuursrechter moet.
Veel materieel strafrecht zit in een procedure die is ontworpen voor bestuursrechtelijke geschillen
(punitieve sancties).
Bestuursrecht gaat over recht betreffende uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden.
Als het overheidshandelen niet gaat over een besluit maar over ander (onrechtmatig)
overheidshandelen (feitelijke handeling, zoals een toezegging), dan moet je naar de civiele rechter.
Dit kan ook al zijn er veel bestuursrechtelijke aspecten (zoals vertrouwensbeginsel). De civiele
rechter is altijd bevoegd als het gaat om onrechtmatige daden.
Civiele rechter is altijd bevoegd maar zal het beroep niet ontvankelijk verklaren indien er een
bestuursrechtelijke rechtsgang met voldoende waarborgen omkleed openstaat.
Vier soorten verzoeken mogelijk bij procedure bestuursrechter:
-vernietiging besluit (‘beroep’) (8:72 lid 1)
-opdracht bestuursorgaan besluit te nemen (8:55a e.v.)
-voorlopige voorziening (8:81)
-schadevergoeding (8:88)
Bestuursrechtelijke procedure is vrij toegankelijk, civiele procedure is best moeilijk.
Eerst bezwaar en dan beroep. Hoofdregel is eerst bij rechtbank en dan hoger beroep bij een van de 4
instanties: ABRvS, CBB, CrvB en HR.
,Administratief beroep: hogere bestuursorgaan kijkt hoe het lage bestuursorgaan het heeft gedaan.
Loeff: het feit dat er geen bestuursrechtelijke bescherming is, is een gemis. Hij wilde binnen de
rechterlijke macht een bestuursrechtelijke tak.
Struycken was daar op tegen, hij vond dat controle intern door hogere bo’s voldoende is, geen
bemoeienis van rechters.
In de praktijk steeds meer gespecialiseerde bestuursrechters met aanvullende rol burgerlijke rechter
Guldemond-noordwijkenhout uitspraak: Als jij als partij je vordering zo formuleert dat de civiele
rechter dat begrijp, dan wilt die wel over de vordering oordelen. (objectum litis leer)
Objectum litis leer: de bevoegdheid van de burgerlijke rechter is afhankelijk van recht waarin de
aanlegger vraagt te worden beschermd.
In het bestuursprocesrecht kun je zelf procederen, burgers kunnen zelf procederen zonder advocaat.
Feitelijk handelen en privaatrechtelijk handelen van de overheid moet je naar de civiele rechter.
Taakopvatting bestuursrechter:
Handhaving objectieve recht= dat de rechter moet kunnen controleren of het bestuur rechtmatig
een besluit heeft genomen, dus of het bestuur conform het recht gehandeld heeft. Als je hier waarde
aan hecht, dan geef je de rechter veel mogelijkheden om te controleren en stel je dus weinig
drempels aan de toegankelijkheid van de rechter. Als een rechter een geschil voor zich krijgt, moet
hij bepaalde zaken altijd beoordelen, dat zijn kwesties van openbare orde. Die dragen eraan bij dat
besluiten rechtmatig zijn op bepaalde punten. Dat zijn kwesties van bevoegdheid (de rechter en het
bestuursorgaan) en kwesties van ontvankelijkheid. Dit draagt bij aan handhaving van het objectieve
recht.
Individuele rechtsbescherming: bescherming van de individuele rechten van de rechtzoekende (titel
10.2 Awb). Alleen als er een probleem is met een individu (subjectief belang) in een kwestie dan zal
de rechter optreden. Voorbeeld is relativiteitsvereiste 8:69a. Dit zorgt ervoor dat niet iedere
beroepsgrond kan leiden tot een vernietiging van het besluit. Relativiteitsvereiste is ingevoerd voor
de individuele rechtsbescherming.
Geschilbeslechting: rechter gericht op definitieve beëindiging van een conflict. Dus breder kijken
waar het over gaat. Finale geschilbeslechting 8:41a Awb. De rechter moet een geschil zo definitief
mogelijk beslechten. Dus als partijen de deur uitlopen dat het ook voorbij is, dat het bestuursorgaan
genoeg handvaten heeft om een nieuw besluit te nemen. Laatste decennium komt er meer en meer
accent op de geschilbeslechting.
Relevante begrippen bij de taakopvatting van bestuursrechter:
-Actio popularis iedereen kan een beroep instellen tegen besluit (dus niet alleen belanghebbende)
-(Non) reformatio in peius als je naar de rechter gaat (bijv. te weinig subsidie) kan de rechter
constateren dat je recht hebt op 0 subsidie. Wijziging ten nadele, dus verslechtering van de situatie.
-Omvang van het geding
-Relativiteitsvereiste rechter beoordeelt geen argumenten van jou.
-‘achterliggende geschil’ wat er tussen de partijen aan de hand is, of dat opgelost kan worden.
Wat er speelt tussen de buren bijv.
, Actio popularis en non reformatio on peius horen bij handhaving van het objectieve recht, omvang
van het geding en relativiteitsvereiste bij individ. rechtsbescherming en achterliggende geschil bij
geschilbeslechting.
Ontwikkeling taakopvatting bestuursrechter
- tot 1994: handhaving objectieve recht dominant
- vanaf 1994 tot een jaar of tien geleden: rechtsbescherming centraal
- laatste decennium: meer en meer het accent op geschilbeslechting
In zijn algemeenheid geldt dat de werking van een besluit niet wordt geschorst door het indienen van
bezwaar of beroep art. 6:16.
Bestuursrechters:
College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) economisch en financieel recht
Centrale Raad van Beroep (CRvB) uitkeringen
Hof belastingrechter
Afdeling (ABRvS) vreemdelingenrecht en omgevingsrecht.
Bij vragen m.b.t. bevoegdheid van de rechter in eerste aanleg begin je met 8:1 en daarna 8:6 en
daarna de bijlage.
Bij vragen m.b.t. bevoegdheid van de rechter in hoger beroep begin je met 8:104 en daarna 8:105 en
daarna de bijlage.
Eerst artikel 1 hf 1 bijlage kijken. Daarna kijken in welk artikel van hoofdstuk 2 het wordt genoemd.
Als het niet wordt genoemd in hf 2, dan moet je naar de rechtbank toe (linkerkant foto) in eerste
aanleg. Als je naar de rechtbank moet dan kun je in hoger beroep en moet je bepalen waar. Dan
moet je zoeken in hoofdstuk 4, zoeken in de regeling. Als die er niet in staat dan naar Afdeling
(restrechter moet je noemen). Eigenlijk een kwestie van uitsluiten.
De Afdeling is in hoger beroep restrechter. Dus als er niks in de Bevoegdheidsregeling staat kom je
daar terecht.
Groningen assen leeuwarden vallen onder rechtbank noord nederland. Wet op de rechterlijke
indeling geeft aan hoe de kaart is verdeeld. Als je die wet krijgt op tentamen dan heb je het ook
nodig, dus erop letten.
Instanties CRVB, Afdeling, CBB behoren niet tot de rechterlijke macht. Je ziet vaak dat de rechterlijke
macht altijd het laatste woord heeft, dus boven deze instanties.
Art. 9 hf 4 van bijlage voor CRvB heeft schorsende werking want die rechter gaat vooral over sociale
zekerheidsrecht (uitkeringen) en om te voorkomen dat er gedoe ontstaat is er besloten dat er
schorsende werking is. Dit zodat je geen uitkering terug hoeft te vragen van een belanghebbende
wat voor moeilijkheden en gedoe zorgt 8:106 lid 1 onder a. Geen schorsende werking geef je dus wel
geld aan de belanghebbende.
Belastingrechter (Algemen Wet inzake Rijksbelasting) competentie is het enige geval in bestuursrecht
waar je rechtbank, hof, HR hebt.
Rechter hoeft alleen bezwaar en beroepschriften door te sturen op basis van 6:15 Awb.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rik27. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.