100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting grootmeesters van de sociologie $3.78   Add to cart

Summary

Samenvatting grootmeesters van de sociologie

11 reviews
 529 views  63 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Van De Jong, M.G.J. (2011). Grootmeesters van de sociologie. Amsterdam: BoomLemma.: Hoofdstuk 2: § 2.1 en §2.4 t/m §2.8 Hoofdstuk 3: § 3.1, §3.4 t/m §3.6 en §3.8 Hoofdstuk 5: §5.1, §5.4 t/m §5.7 en §5.10 Hoofdstuk 11:§11.1, §11.4, §11.5, §11.6 en §11.10

Last document update: 5 year ago

Preview 3 out of 23  pages

  • No
  • Van de jong, m.g.j. (2011). grootmeesters van de sociologie. amsterdam: boomlemma.: hoofdstuk 2: § 2
  • June 15, 2019
  • June 17, 2019
  • 23
  • 2018/2019
  • Summary

11  reviews

review-writer-avatar

By: bamnijhuis • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jonasmit • 3 year ago

review-writer-avatar

By: yorick-lindeman • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lisethorsselenberg • 3 year ago

review-writer-avatar

By: acp18 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: 1997len • 3 year ago

review-writer-avatar

By: pien_1997 • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 100 Flashcards
$3.23 12 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat houd commodificatie in?

Answer: Het menselijke handelen (zoals diensten) wordt steeds vaker uitgedrukt in geldwaarde, in plaats van de intrinsieke waarde. Een toenemende commodificatie zorgt voor een grotere ongelijkheid.

2.

Wat is globalisering?

Answer: Als globalisering toeneemt dan wordt de relatieve afstand tussen mensen kleiner, terwijl de absolute afstand hetzelfde lijkt. Oftewel: mensen kunnen makkelijker met elkaar communicerenen onderhandelen dan vroeger, terwijl ze nog net zo ver van elkaar afwonen. Als gevolg van globalisering worden mensen, geld, goederen en ideën steeds vaker internationaal uitgewisseld. (ook wel mondialisering genoemd)

3.

Wat is de elite?

Answer: De hoogste klasse. Een groep mensen die extreem rijk zijn. Hierdoor kunnen zij overal ter wereld wonen, werken en invloed uitoefenen (o.a. op overheden).

4.

Wat is het salariaat

Answer: De klasse die onder de elite staat en tegelijk met de profecients. De mensen in het salariaat hebben een stabiele en fulltime baan. Daarbij hebben ze een pensioen, betaalde vakantie en extra toeslagen. Meestal werken ze bij overheidsinstellingen of grote bedrijven.

5.

Wat is de profecients?

Answer: Een klasse onder de elite, die tegelijk staat met het salariaat. Deze mensen zijn professionals die hun vaardigheden inzetten waar de markt naar vraagt. Ze passen hun aanbod dus aan op de vraag. Hieronder vallen bijvoorbeeld de goedbetaalde zzp\'ers

6.

Wat is het proletariaat?

Answer: De arbeidsersklasse. Ze staan onder het salariaat en de profecients, maar boven het precariaat. Deze mensen hebben een relatie met het bedrijf waarvoor ze werken en ze hebben arbeidszekerheid.

7.

Wat is het precariaat?

Answer: De laagste klasse. Hieronder vallen o.a. werkelozen, migranten, ex-criminelen, stagiaires, laag verdienende zzp\'ers, uitzendkrachten en uitkeringsgerechtigden. Ze hebben de kenmerken van een sociale klasse maar zijn dit niet omdat ze zichzelf niet zien als een sociale klasse. Daarnaast hebben ze weinig sociaal vertrouwen, geen hoge status, weinig relatie met kapitaal of staat, geen relatie met het bedrijf waarvoor ze werken en geen economische of sociale zekerheid.

8.

Wat wouden de neo-liberalen?

Answer: Ingrijpen in de economie om zo sociale zekerheid en het proletariaat terug te draaien. Daarnaast wouden ze arbeidsflexibiliteit.

9.

Welke soorten arbeidsflexibiliteit zijn er?

Answer: Loonflexibiliteit, baanflexibiliteit en werkflexibiliteit.

10.

Wat is loonflexibiliteit?

Answer: Bij loonflexibiliteit wordt het loon aangepast op de vraag die het bedrijf heeft naar deinsten.

Flashcards 39 Flashcards
Free 5 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is een aangifte?

Answer: Een aangifte is het melden van een strafbaar feit. Dit gebeurt schriftelijk en met handtekening van de aangever.

2.

Kan de aanklager dingen aan het dossier van de zaak toevoegen?

Answer: Ja. Bijvoorbeeld medische verklaringen.

3.

Bij wie moet het slachtoffer een schadevergoeding aanvragen?

Answer: Bij het schadefonds geweldsmisdrijven.

4.

Wat is materiële schade?

Answer: Schade die in geld uit te drukken is. Zoals kapotte kleding, ziektekosten of reiskosten.

5.

Wat is immateriële schade?

Answer: Schade die niet in geld uit te drukken is. Bijvoorbeeld door pijn of gederfde levensvreugde.

6.

Hoe gaat het betalen van de schadevergoeding in werking?

Answer: Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) moet ervoor zorgen dat de veroordeelde het geld betaalt. Wanneer de verdachte niet optijd betaald, dan betaalt het CJIB de schadevergoeding aan het slachtoffer. Wanneer de verdachte helemaal niet betaalt, word hij/zij in hechtenis worden genomen.

7.

Wat is huiselijk geweld?

Answer: De verschillende vormen van seksueel, lichamelijk of seksueel geweld door iemand die een afhankelijke relatie heeft met het slachoffer.

8.

Wat zijn de vijf fasen van de meldcode?

Answer: 1. Het in kaart brengen van de signalen 2. Een overleg met collega\'s en wanneer het nodig is een deskundige op het gebied van letsel. 3. Een gesprek met de cliënt 4. De afweging maken of het huiselijk geweld of kindermishandeling is. 5. De beslissing maken of de organisatie zelf helpt, of het huiselijk geweld meld.

9.

Wat zijn de regels rondom seks met minderjarigen?

Answer: 0-12: strafbaar in alle gevallen. 12-16: niet strafbaar als het door de jongere gewenst is. 16-18: niet strafbaar, dezelfde regeling als meerderjarigen.

10.

Wat is AMHK?

Answer: AMHK is een Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Het college van burgemeesters en wethouders is verantwoordelijk voor de organisatie van dit meldpunt. De taken van het AMHK zijn: 1. Het functioneren als een meldpunt voor (vermoedens van) huiselijk geweld of kindermishandeling. 2. Nadat er een melding wordt gedaan onderzoeken of er daadwerkelijk sprake van is. 3. Nadenken en beslissen wat er moet gebeuren. 4. Informeren bij een instantie die in de betreffende situatie hulp kan bieden. 5. Informeren bij de politie en bij de raad van kinderbescherming of hulp nodig is. 6. Het college van burgemeesters en wethouders informeren wanneer er een verzoek tot onderzoek wordt gedaan bij de raad van kinderbescherming. 7. De melder informeren over de situatie en vervolgstappen.

Samenvatting sociologie,
Saxion Enschede

Bevat:
Van De Jong, M.G.J. (2011). Grootmeesters van de sociologie. Amsterdam: BoomLemma.:
Hoofdstuk 2: § 2.1 en §2.4 t/m §2.8
Hoofdstuk 3: § 3.1, §3.4 t/m §3.6 en §3.8
Hoofdstuk 5: §5.1, §5.4 t/m §5.7 en §5.10
Hoofdstuk 11:§11.1, §11.4, §11.5, §11.6 en §11.10

,Inhoud
Hoofdstuk 2: Karl Marx..........................................................................................................................4
Vooruitgangsdenken..........................................................................................................................4
Verschil Marx-Hegel...........................................................................................................................4
Ontstaan van sociale klassen (Arbeidsdeling)....................................................................................4
Onderscheid in sociale klassen..........................................................................................................4
Kapitalisme........................................................................................................................................5
Communistisch manifest...................................................................................................................5
Klassenstrijd.......................................................................................................................................5
Economische theorieën.....................................................................................................................6
Meerwaarde leer:..........................................................................................................................6
Accumulatietheorie.......................................................................................................................6
Concentratie theorie......................................................................................................................6
Crisistheorie...................................................................................................................................6
Verpauperingstheorie....................................................................................................................6
De rol van de staat na de revolutie....................................................................................................7
Vervreemding....................................................................................................................................7
Mensvisie...........................................................................................................................................8
Ideologie en vals bewustzijn..............................................................................................................8
Conclusie............................................................................................................................................8
Hoofdstuk 3: Emile Durkheim................................................................................................................9
Functionele verklaringen...................................................................................................................9
Sociale functies en sociale behoeften..............................................................................................10
Sociale functies van afwijkend gedrag.............................................................................................10
Mechanische en organische solidariteit...........................................................................................10
Groeiende specialisatie....................................................................................................................11
Vervreemding..................................................................................................................................11
Anomie............................................................................................................................................11
Zelfmoord........................................................................................................................................11
Morele opvoeding...........................................................................................................................12
Hoofdstuk 5: Max Weber.....................................................................................................................14
Ideaaltypen van sociaal handelen....................................................................................................14
Rationaliteit.....................................................................................................................................14
Rationalisering en modernisering....................................................................................................15
Drie hoofdbetekenissen van rationaliteit........................................................................................15

, Structurele voorwaarden voor modern kapitalisme........................................................................15
De geest van het kapitalisme...........................................................................................................16
Verschil Marx en Weber..................................................................................................................16
De protestantse ethiek....................................................................................................................16
Calvinistisch protestantisme............................................................................................................17
Ascese..............................................................................................................................................17
Onbedoelde gevolgen van de protestantse ethiek..........................................................................18
Toetsing...........................................................................................................................................18
Kritiek...............................................................................................................................................18
Ideaaltypen van autoriteit...............................................................................................................18
De bureaucratie als ideaaltype........................................................................................................19
Hoofdstuk 11: Jürgen Habermas..........................................................................................................20
Technische rationaliteit/ Instrumentele rationaliteit.......................................................................20
Sociale rationaliteit..........................................................................................................................20
‘Echte’ democratie...........................................................................................................................20
Herrschaftsfreie dialog.....................................................................................................................20
De kern van rationaliteit..................................................................................................................21
Systeem- en leefwereld...................................................................................................................21
Taalfilosofie......................................................................................................................................21
Kritiek op de verzorgingsstaat.........................................................................................................21

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemariesuus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.78  63x  sold
  • (11)
  Add to cart