• Geen vaste woonplaats: veranderd naar aanwezigheid van het wild
• Gebruiken zoveel mogellijk natuurlijke beschutting: kuilen, overhellende rotswanden, …
• Leven in grote groepen: meerder families samen
Werktuigen:
• Apen: stenen om te verdedigen
• Mensapen: stokken om prooi te bedwingen
• Eerste mensen: scherp gemaakte stenen, stenen + werpkoorden, harpoenen, stok+ pijlpunt
om prooi te overmeesteren
• Midden-paleolithicum: divers gemaakte werktuigen: vervaardigen vereist inzicht: juiste
dikte, lengte, …
• Volgende fase: werktuigen met abstracte tekens, later met figuratieve elementen
Wonen in rotsformaties en grotschilderingen
• Meeste rotschilderingen dateren van laat-paleolithicum
Meest opvallende thema= afbeeldingen van dieren:
• Muurschildering in de grot van Lascaux (Frankrijk) tussen 10.000 en 20.000 jaar oud, pas in
1940 ontdekt: zwarte omtrekken en terracotta aardkleuren
• Kaart met belangrijkste gebieden met rotsschilderkunst in Europa: Pyreneëngebied Zuid-
Frankrijk/Noord-Spanje (bruin) + oostkust Spanje (zwart): rotsgraveringen in open lucht
• Meer dan alleen decoratie: ze ondersteunen rituelen voor een goede jachtperiode. Na beste
van jachtperiode gaan ze de schilderingen weer opfrissen
• We weten niet van alle schilderingen en symbolen de betekenis
• Werd op bewuste beschermende plek geplaats: duid aan dat het een belangrijke plek was
voor hen
Archeologische vondsten van tijdelijke prehistorische nederzettingen
• Restanten van paleolithisch campement in Duitsland
• Fossiel van voetafdruk
• Stenen werktuig
• Restant van prehistorisch kampvuur
• Mogelijke reconstructies van zelfgemaakte tijdelijke onderkomens met takken en twijgen,
dierenhuiden, beenderen en stenen
Het neolithiciumn (+/- 10.000 v. C. – 3.000 v.C.)
Landbouw:
• Meer zekerheid voor voortbestaan
• Einde van nomadissche bestaan: sedimentaire mensen die op vaste plaats wonen
, • Minder afhankelijk van natuurkrachten
• Dieren temmen, domesticeren om bv. Op te eten
• Veehouderij:
o Inzet van dieren: als lastkrachten en aan drijfkracht bij ploegen van akkers en
bewerken van land
o Voeding verandert: brood is basiselement
• Ontstaan dorpsgemeenschappen
• Handeldrijven doordat er overschotten van vlees, groenten, … ontstaat: markten in grote
steden
• Andere bouwmaterialen gebruiken
Uit de dorpsgemeenschappen, vaak gelegen langs waterlopen, emanciperen zich
kernen tot de eerste steden
Jericho:
• Ovaal met stadsmuur rond
• Dode lichamen lieten ze achter: rituelen gebruiken om iemand te begraven, in een stad kan
je een lichaam niet zomaar achterlaten dus in Jericho vind je veel gepleisterde schedels
terug die ze onder de grond hadden begraven → vroege vorm van mummificering
• Geloofden in het verder leven van de geest na de dood
Catalhüyük:
• Mensen begonnen dichter op elkaar te leven, hun huizen hadden een kegelvormige
structuur zoals de tenten van vroeger
• Nieuwe architecturale oplossingen omdat veel mensen kort op elkaar moeten wonen:
bouwen met rechte hoeken, zo kan je ruimtes aan elkaar hangen en kunnen veel mensen op
een kleine plaats bij elkaar wonen. Huizen hangen allemaal aan elkaar dus de daken worden
als grote publieke ruimte gebruikt. Ze gebruikten blokken van leem, klei om constructies te
bouwen
• Muurschildering in een van de primitieve heiligdommen van Neolithische stad Catalhüyük,
getekend vanuit de lucht gezien (5000 v.C.)
Hedendaags voorbeeld
Project van 2005: Office KGDVS (Kersten Geers & David Van Severen) ism DOGMA, A GRAMMAR FOR
THE CITY, 2005/ Daejeon, KR: een stadsontwerp van Zuid-Korea, soort dambord, kruisvormige
gebouwen die de pleinen omringen, de ruimtes zijn open en je kan van plein naar plein gaan
Europa in neolithicum
• Ingrepen in het landschap door steden
• Evolutie gaat veel langzamer dan in het oosten
De megalithische cultuur
• = mega lithos cultuur= cultuur van de grote stenen
• Algemeen verspreid ca. 1000v.C.
• In megalithische monumenten onderscheid men:
1. Menhirs: grote staande losse stenen bv. In Carnac
2. Dolmens: grote tafelmonumenten
, 3. Hunnebedden lange tafel met meerdere staande stenen en 1 grote deksteen=
“dodenhuizen”
4. Cromlechs: steenovalen, typische afbakening van religieuze plechtigheden bv. In
Bretagne
The long man of Wilmington (Hastings, Engeland):
• Tekeningen in landschap:
• Krijgers op heuvelflanken
• Reusachtige krijttekeningen
Stonehenge (Zuid-Engeland), 2300 v.C.:
• Op wijde buitencirkel en 2 binnencirkels: moeilijk om dit te maken omdat ze het niet vanuit
de lucht konden zien
• Binnen hoefijzervorm en daarin een altaar. Ze hebben ontdekt dat het hoefijzer ligt in het
zomersolstitium, dus zon schijnt in opening van hoefijzer op de langste dag van het jaar
Menhirveld in Carnac (Bretagne, Frankrijk) 5000 v.C.:
• Stenen over kilometers in lange lijnen gezet
• Men denkt dat het een kalender is
• Europa liep achter op Midden-Oosten, we deden nog veel meer aan plekken markeren
Mesopotamië
Summerische rijk
• Uruk= hoofdstad
• Ur= belangrijkste stad
• Veel vruchtbare gebieden, dit is goed voor landbouw dus daardoor veel overproductie en
dus veel rijkdom om handel te gaan drijven met andere steden en gebieden
• In de hoofdstad waar koning aanwezig was bouwden men een stenen berg: ze bouwden een
soort podium dus een plateau met schuinen zijden en daarop stond een tempel die de
belangrijk plek was, trapeziumvormig--> ziggurat
Witte tempel (ziggurat) van Uruk (3500-3000 v.C.):
• Bestaat uit verschillende naar boven toe kleiner wordende plateaus
• De manier waarop je naar de plek gaat is belangrijk, hier aan de hand van trappen. Het is
een ceremoniële manier om naar de tempel te geraken.
• Hoe hoog je mocht gaan bepaalde hoe belangrijk je was, je positie.
Ziggurat van Ur (2500 v.C.):
• Onder bewind van koning Ur-Nammoe
Akkadische rijk
Codex van Hammurabi (1780 v.C.):
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Interieurvormgever. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.81. You're not tied to anything after your purchase.