100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Voortgangstoets Communicatie jaar 2

Beoordeling
-
Verkocht
12
Pagina's
25
Geüpload op
05-06-2024
Geschreven in
2023/2024

Samenvatting Voortgangstoets Communicatie jaar 2. Alle leerdoelen worden samengevat en behandeld. Aan het eind extra informatie uit college's en uit een oefentoets.

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
5 juni 2024
Aantal pagina's
25
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Voortgangstoets Communicatie Jaar 2
Oriëntatie op het werkveld
Leerdoel 1. De student (her)kent ontwikkelingen en trends in het vakgebied Communicatie.
Er zijn vijf grote ontwikkelingen in het vakgebied communicatie:
1. Data-driven en real-time
Al onze online activiteiten worden bijgehouden zodat goede algoritmes gecreëerd kunnen worden.
Het neemt wel privacy weg.
2. Emotie en sociale context
Bij communicatie ligt de focus op emotie en beïnvloeding via de sociale context. Mensen zijn meer
emotionele dan rationele wezens. Als communicatie de emotie niet raakt, komt niets in beweging.
3. Van tekst naar beeld
Beeld staat centraal bij communicatie. We zijn van stilstaat beeld naar bewegend beeld gegaan, en nu
zelfs virtual reality.
4. Transparantie en open communiceren
Een organisatie heeft geen controle meer over wat er over hen gezegd wordt. Iedereen kan op
verschillende medium zijn of haar mening over het bedrijf laten horen. Een organisatie moet oprecht
en transparant zijn en zich niet beter voordoen dan ze is. Als dit bereikt wordt tast dat de
geloofwaardigheid van en het vertrouwen in de organisatie aan.
5. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
Een bedrijf moet tegenwoordig aantonen dat het duurzaam en maatschappelijk verantwoordelijk
onderneemt. Dit is een norm die hedendaags een must is voor potentiële klanten.
6. Leven en werken in een netwerkmaatschappij
In onze maatschappij is het een kenmerk dat sociale netwerken een centrale rol heeft. Bijvoorbeeld in
het economische verkeer en bij de communicatie. Alles gaat via een netwerk.
7. Accountability en meetbaar maken
Accountability gaat over verantwoording afgeven. Tegenwoordig zijn er zoveel concurrenten op elke
markt dat een bedrijf zich moet onderscheiden van de ander. Je moet daarom kunnen bewijzen dat je
echt zo goed bent als dat je jezelf voor doet. Het meetbaar maken gaat over dat een doel meetbaar
moet zijn tegenwoordig.

Leerdoel 2. De student is bekend met de begrippen visie en missie en de leiderschapsstijlen en
cultuurdragers.
Visie  Bij het maken van een interne analyse begin je met het analyseren van de visie en missie. De
visie laat de kijk van de organisatie / bedrijf op het leven en de maatschappij weer.
Missie  De missie is het belangrijkste doel dat de organisatie / bedrijf wil bereiken op lange termijn.
Leiderschapsstijlen  Leiderschap is heel bepalend voor de organisatiecultuur en daarmee voor de
interne communicatie. Een goede leider is authentiek, aanwezig en aanspreekbaar. Verschillende
soorten leiderschap:
1. Autoritaire stijl
De medewerkers hebben weinig tot geen invloed op de besluitvorming. Weinig interactie en de
nadruk ligt op de overdracht van informatie. Top-down communicatie. Door weinig interactie en
overleg komt een organisatie niet snel verder. Wil je snel gaan dan ga je alleen, wil je verder komen
dan ga je samen.
2. Consultatieve stijl
Het management vraagt advies aan een aantal medewerkers in de organisatie. Met name aan de staf-
en de beleidsmedewerkers. Management gaat verder in overleg en komt tot besluit. Bij deze stijl
bestaat er veel persoonlijke communicatie.

,3. Management by objectives
Stuurt aan op het realiseren van gedeelde doelen. Het managementteam en de medewerkers stellen
concrete doelen vast. De managers houden zich dan niet meer bezig met alles en de
verantwoordelijkheid voor een goed eindresultaat ligt dan dus bij de medewerkers. De managers
controleren alleen of ze de gestelde doelen en targets behalen.
4. Situationeel leiderschap
Leidinggevenden passen zich aan en spelen in op wat er concreet gebeurt in de organisatie.
Eigenschappen leiders: benaderbaar en goede luisteraars. Veel vragen en gesprekken. Ze handelen
niet hetzelfde tegenover iedereen. Ze passen zich aan, aan de behoeften van de organisatie en het
team.
Cultuurdragers  De organisatiecultuur is zichtbar in vier lagen:




1. Waarden en normen  Waarden zijn de overtuigingen en de normen de regels die daarvan zijn
afgeleid. Dit zit in de kern van de organisatiecultuur.
2. Rituelen  Tradities en vaste gebeurtenissen in de organisatie. Voorbeelden: vergaderingen,
feesten, lunches en verjaardagen. Dit zorgt voor betrokkenheid van de werknemers bij de organisatie.

3. Helden  Dit zijn de (oud-)medewerkers van de organisatie die in hun gedrag de waarden en
normen van de organisatie op bijzondere wijze uitstralen.
4. Symbolen  De uitingen waarin de cultuur van de organisatie direct zichtbaar is. Denk aan logo,
specifieke kleur, bedrijfskleding, inrichting en architectuur.
Leerdoel 3. De student heeft kennis van ethiek en de vier soorten ethische waarden.
Ethiek  Wat goed of slecht is
De vier soorten ethische waarden:
1. Organisatorische waarden
2. Professionele waarden
3. Maatschappelijke waarden
4. Persoonlijke waarden

Uitwerken van een communicatieaanpak
Leerdoel 4. De student kent de drie lagen en twaalf bouwstenen van het Communicatie Canvas.

Organisatie en
communicatievraag
ANALYSE Interne analyse Stakeholders en Externe analyse
doelgroepen
Communicatiedoelen
DENKEN Strategie Positionering en Creatief concept
propositie

, DOEN Content Middelen Tijd / Budget
De drie lagen:
1. Onderzoek  Organisatieanalyse en interne en externe analyse
2. Strategie  Positionering, propositie, concept
3. Uitvoering  Content, middelen, tijd en budget

De twaalf bouwstenen:
1. Organisatie- en communicatievraag  Op welke manier kan communicatie bijdragen aan het
oplossen van de organisatievraag? De organisatievraag is iets wat een organisatie wil onderzoeken
2. Interne analyse  Missie, visie en collectieve ambitie van de organisatie. Structuur en cultuur van
de organisatie
3. Externe analyse  Trends en ontwikkelingen die relevant zijn voor de organisatie en de
belangrijkste concurrenten
4. Stakeholders / doelgroepen  Het woord stakeholders betekent belanghebbenden, en wordt
gebruikt voor personen of organisaties (of in brede zin ook de omgeving), die invloed kunnen
uitoefenen op de organisatie of beïnvloed worden.
5. Positionering  Wat voor positie heeft een organisatie op de markt. Wat onderscheidt het?
6. Propositie  Belofte van de organisatie en waar ze zich mee bewijzen.
7. Strategie  Wanneer de organisatie wat en hoe communiceert en met wie
8. Concept  Een creatief idee wat nog niet af is
9. Content  MESSAGE HOUSE, middelen, engagement en interactie
10. Middelen  Online en offline communicatiemiddelen. Hoe zorgt de organisatie ervoor dat de
middelen elkaar versterken via een cross mediale aanpak?
11. Tijd  Wanneer en hoe vaak vindt de communicatie plaats?
12. Budget  Welk budget is nodig om de gewenste doelen te realiseren?

Leerdoel 5. De student kan uitleggen wat de termen/modellen positionering, positioneringsruit,
content circle (contentstrategie) en storytelling inhouden.
Positionering  Het zorgen voor dat de klant een goed beeld heeft van jouw organisatie
Positioneringsruit  Bouwstenen goede merkstrategie: merk, doelgroep, concurrenten en trends.
Content circle  Contentstrategie
1. Communicatiedoelen
2. Persona
3. Kernboodschappen en thema’s
4. Mediaplatformen
5. Contentkalender
6. Interactie
7. Monitoring
Storytelling  Het verhaal achter een product
AIDA  Wervende teksten hebben als doel om bij de lezer gedrag, mening of houding te realiseren.
De formule hiervoor is AIDA.

Attention – De tekst moet meteen de aandacht van de lezer trekken. Kop trekt aandacht van de lezer
en de eerste alinea trekt de lezer aan.
Interest – Geef de lezer het idee dat verder lezen zijn eigen voordeel is
Desire – Interesse omzetten in verlangen. Bewijs dat jouw merk dat verlangen kan vervullen.
Action – Doe de lezer een aantrekkelijk aanbod. De lezers moeten het wel hun eigen belang vinden
om in actie te komen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
noarvb Hogeschool Windesheim
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
69
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
20
Documenten
8
Laatst verkocht
5 dagen geleden

3.7

11 beoordelingen

5
1
4
6
3
4
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen