Urinevormend apparaat
Bestaat uit:
Twee nieren (renes,nefros)
Twee urineleiders (ureters)
Een blaas (cystis, vesica urinaria)
Een urinebuis (urethra)
Nieren (renes, nefros)
Liggen in de buikholte en zijn boonvormige, donkerbruine organen. Bij
honden liggen de nieren dicht tegen de wervelkolom aan en zijn
gedeeltelijk ingebed door vetmassa. Bij kleine honden is de linker niet
beter palpeerbaar dan bij grotere honden. De rechter nier is
palpeerbaar aangezien deze beschermd wordt door de ribboog. Bij
katten zijn beide nieten palpeerbaar.
Bestaat uit:
Een nierkapsel
o Zit om de nierschors. Helpt met de niet te beschermen
Nierschors
o
Buitenste gedeelte van de
nier. liggen nefronen in. In
de nefronen vindt de
urineproductie plaats. Een
nefron bestaat uit:
- Glomerulus: kluwen van
kleine haarvaten
- Kapsel van bowman
- Proximale tubulus
- Lus van henle
- Distale tubulus
- Afvoerbuisje (eindigt in het nier bekken)
Niermerg
Nierbekken
De urineproductie in de nefronen verloopt als volgt:
1. De bloeddruk in de glomerulus is erg hoog waardoor water met opgeloste stoffen uit de
haarvaten en door de inwendige wand van het kapsel van Bowman geperst wordt. Dit proces
wordt glomerulaire filtratie genoemd en zorgt voor de productie van voorurine. De voorurine
bevat zowel afvalstoffen als stoffen die belangrijk zijn om te behouden. Een belangrijke
afvalstof is ureum. Grote eiwitten, bloedplaatjes en cellen zijn te groot om uit de haarvaten
geperst te worden en blijven dus in de haarvaten achter. De voorurine komt in de holte van
het kapsel van Bowman terecht.
2. De voorurine stroomt vervolgens door het tubulus gedeelte van het nefron. Uit de voorurine
worden allerlei bruikbare stoffen en water teruggewonnen. De voorurine wordt dus
geconcentreerd. Dit gebeurt deels door een passief proces: door de hoge osmotische waarde
van het interstitiële bindweefsel dat tussen de nefronen ligt, wordt water uit de voorurine
gezogen en in de bloedvaten opgenomen. Daarnaast halen cellen in het interstitiële
bindweefsel van de nefronen actief nuttige stoffen zoals kleinere eiwitten, zouten, glucose,
, aminozuren, vitaminen en calcium uit de voorurine, hetgeen terugresorptie genoemd wordt.
Uiteindelijk wordt 99% van het water, een groot deel van de zouten, de aminozuren en
glucose weer opgenomen in het lichaam.
3. De geconcentreerde urine komt terecht in de verzamelbuis en van daaruit in het nierbekken
Bekijk foto’s in de lesstof
De functies van de nieren zijn:
Verwijderen van gifstoffen
- Afvalstoffen en giftige stoffen zoals ureum, hormonen, lichaamsvreemde stoffen (medicijnen
of gif) worden verwijderd door middel van glomerulaire filtratie
Terugwinnen van nuttige stoffen
- Door middel van terugresorptie worden nuttige stoffen zoals zouten, glucose, aminozuren en
vitaminen teruggewonnen in het bloed
Handhaven zuur-base balans
- Voor alle cellen en weefsels is het belangrijk dat de zuurgraad de juiste waarde heeft. Bij een
hond is dit een pH waarde tussen 7,36 en 7,46. Bij een kat is dit een waarde tussen de 7,34
en 7,43. De nieren handhaven de zuur-base balans door de concentratie natriumbicarbonaat
in het bloed te reguleren. Natriumbicarbonaat (NaHCO3) is een base en zorgt daarmee voor
een stijging van de pH. Wanneer de pH van het bloed te laag (en daarmee dus te zuur!)
wordt, zal de distale tubulus meer bicarbonaat uit de urine terug resorberen waardoor de pH
stijgt. Wanneer de pH te hoog (en het bloed dus te basisch!) dreigt te worden zal de niet
minder natriumbicarbonaat uit de urine resorberen. De natriumbicarbonaat wordt in de
glomerulus in het kapsel van bowman geperst, maar deze wordt niet teruggewonnen in de
distale tubulus waardoor de pH daalt
Handhaven zout-water balans
- Cellen in de wanden van de slagadertjes in de nieren meten de bloeddruk. Bij een te lage
bloeddruk geven deze renine af aan het bloed. Hierdoor worden slagaders en aders nauwer
en stijgt de bloeddruk. Ook geven de bijnieren onder invloed van renine aldosteron af.
Hierdoor worden er meer zouten opgenomen in het stijgende deel van de lus van henle.
Daarnaast zorgt aldosteron ervoor dat een dier dorst krijgt en meer gaat drinken. Hierdoor
komt er uiteindelijk ook meer vocht in de bloedvaten.
Vitamine D productie
- Vitamine D wordt gemaakt in de cellen in de wand van het eerste deel van de lus van henle.
Het wordt gemaakt uit grondstoffen die de lever aanvoert. Vitamine D heeft invloed op de
darmcellen en zorgt ervoor dat deze meer calcium en fosfor opnemen. Daarnaast gaat
vitamine D naar het bot en heeft daar een belangrijke functie om de tussencelstof te laten
verkalken.
Aanmaken van hormonen
- Nieren produceren erytropoëtine waardoor het beenmerg wordt aangezet tot het
produceren van extra rode bloedcellen.
Urineleiders (ureters) en blaas (cystis)
Urine stroomt vanuit de verzamelbuisjes van de nefronen naar het nierbekken. De urine wordt in het
nierbekken verzameld en gaat via de urineleiders naar de blaas. De functie van de blaas is het
opslaan van de urine totdat de urine geloosd kan worden. de blaas ligt in de buikholte en hangt op in
het buikvlies. De wand van de blaas bestaat uit slijmvlies, een spierlaag en serosa. De blaas heeft een
dikke laag slijmvlies die uitgerekt kan worden naarmate de blaas zich vult. Onder dit slijmvlies ligt een
dikke laag bindweefsel waardoor het uitrekken wordt vergemakkelijkt. De spierlaag van de blaas
bestaat uit twee lagen met in de lengterichting lopende spiervezels en een laag spiervezels in de
dwarsrichting. De laag aan de buitenkant van de blaas is het buikvlies. De blaas van een grote hond
kan ruim een liter urine bevatten. Bij een kat is dit ongeveer 60ml.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ParaveterinairSenna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.