Samenvatting ALLE literatuur & jurisprudentie staatsrecht 2024
13 views 1 purchase
Course
Staatsrecht (22014016)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Onze constitutie
Document is een samenvatting van alle hoofdstukken van zowel Het verhaal van de Grondwet als Onze constitutie. Ook de verplichte arresten/uitspraken komen aan de orde.
Samenvatting literatuur staatsrecht
Week 1- De eeuw van de grondwet; constituties als basis voor duurzame aanvaardbaarheid van
overheidsgezag?
Het verhaal van de Grondwet
(p. 19-29)
Ran Hirschl heeft drie mogelijke verklaringen voor de groei en toenemende gelijkenis van de
grondwetten:
1) Ideaal: constitutionalisme => wijdverbreide geloof dat het goed is om juridische, constitutionele
regels te hebben waarmee een rechts-en leiderschapssysteem wordt uitgeroepen en ingericht
waarin overheidsbestuur beperkt en dienend is. De opkomst van de moderne Grondwet is zowat
een onvermijdelijk gevolg: vrijheid, gelijkheid en broederschap zijn het doel van de menselijke
samenwerking. Niet gek dat alle grondwetten op elkaar lijken, eerder gek dat er landen zijn die
nog geen GW hebben.
2) Functioneel: onze wereld bestaat uit markten en grondwetten spelen daarin een steeds grotere
rol => grondwetten werken als credible commitments (=betrouwbare verbintenissen of beloften)
die voorspelbaarheid en zekerheid van gedrag van marktdeelnemers vergroten, willekeurig
overheidshandelen terugdringen en zo de economische prestaties en groei kunnen vergroten.
3) Strategisch-politiek: grondwetten zijn strategische instrumenten waarmee we grootschalige
menselijke samenwerking in politieke gemeenschappen (met min of meer gefixeerde
leiderschaps- of autoriteitsstructuren) mobiliseren en kanaliseren.
Strategisch vanwege balans tussen enerzijds zo efficiënt mogelijke menselijke samenwerking
en anderzijds kanalisatie van strijd om leiderschap en belangen binnen de groep.
Moderne rechtsfilosofen gaan er tegenwoordig van uit dat we allemaal in aanleg een ‘innerlijke
constitutie’ aan bord hebben => een gedeelde moraliteit die werkt als een soort basis in de vorm van een
verzameling grammaticale regels die je in staat stellen om bliksemsnel een morele taal te leren.
Grondwetten appeleren aan onze morele basisinstincten, waaronder aan onze rechtvaardigheid.
In de werkelijkheid is er een groot verschil met de verbeelde werkelijkheid van de grondwettelijke
instituties, parlementen, rechters en verkiezingen. Het zijn door mensen gecreëerde institutionele
werkelijkheden en abstracties waarmee we ons handelen coördineren en richten => vormen van
‘collectieve intentionaliteit’.
p. 40-44
Constitutie komt voort uit slimme mix van vertrouwen en erkenning waardoor duurzame, grootschalige
samenwerking mogelijk wordt:
- Vertrouwen → voorspelbaar maken van het gedrag van vreemden via abstracte instituten zoals
het recht, maar ook leveren van overtuigende en door groepen gedeelde narratieven over het
waarom van de samenwerking, over gezag en gezagsaanvaarding.
- Erkenning → definiëren van een gemeenschap, het ‘wij’.
Sham constitutions = documenten die niet veel meer zijn dan een papieren vijgenbladconstructie, omdat
bijvoorbeeld een regime zich niet houdt aan de letter noch de geest ervan.
Een goede grondwet werkt via overtuiging: via het winnen van de harten en hoofden van de gemeenschap
die ze maakt en regelt. Het is dus vooral een pleidooi: een oproep die we bevestigen met ons
(institutionele) gedrag.
,H2 grondwetten overal (p. 49-60).
Bijna elk land heeft inmiddels wel een Grondwet. Centrale vraag: ‘Wat zit er toch in dat consitutierecept
wat het zo onweerstaanbaar maakt?’
Zou het niet kunnen dat grondwetsgroei een bijproduct is van iets anders?
- Bijv. sociaal-economische evoluties, groei en noden van wereldmarkten, geglobaliseerde wereld,
staten (→niet overtuigend, want de moderne staat is als verschijnsel anderhalve eeuw ouder dan
de eerste moderne nationale grondwetten).
Nevenproduct van democratiegolven?
Politicoloog Samuel Huntington (1927-2008) onderkent drie democratiseringsgolven:
1. 1828-1926 – tijd na de grote revoluties in Verenigde Staten en Frankrijk.
2. 1943-1962 – periode rond de Tweede Wereldoorlog, tijdperk van dekolonisering. Op zijn piek in
1962 telt het wereldwijd 36 democratieën.
3. 1974-2007 – meest succesvolle democratiseringstijdperk ooit.
De laatste tien jaar weer sprake van een democratische recessie.
- Freedom House 2018: in veel landen vallen eens liberale democratieën terug tot ‘hybride
democratieën’ of illiberal democracies → verkiezingen die niet veel meer zijn dan een
stembusgang onder een autoritair systeem, waarbij niet op een werkelijk vrije manier wordt
gevochten om het leiderschap met een beperkte of ontbrekende keuze tussen partijen of
kandidaten.
De toename van het aantal grondwetten lijkt gedeeltelijk de democratietrends te volgen, maar niet
helemaal. Zo zijn er veel meer landen die een constitutie hebben dan democratische verkiezingen.
Bovendien volgt de grondwetsgroei met vertraging de democratiegolven en in tegenstelling tot de
democratie zakt de grondwetsindex niet.
Nevenproduct van de wereldmarkt?
Grondwetten en dan vooral de instituties die ze in het leven roepen, hebben heilzame gevolgen voor
economische groei (Ran Hirschl). Een gecontroleerde democratie blijkt een bewijsbar en bewezen recept
voor politieke stabiliteit. Politieke stabiliteit vermindert onzekerheid, vergroot de kans op return on
investment en maakt daardoor de kans op economische groei groter.
Maar met al die nieuwe grondwetten worden landen niet als vanzelf rijker of beter. Als een land een
grondwet heeft uitgevaardigd, wil dat nog niet zeggen dat zo’n land zich ook keurig houdt aan al de regels
die er in zijn neergelegd en dat het verbintenissen nakomt.
Nevenproduct van een juridische revolutie?
Afhankelijkheid van recht is gegroeid → recht is een efficiënte manier om de omgang met elkaar in grote
groepen vreemden te regelen. De keerzijde hiervan is dat menselijke relaties onpersoonlijker worden =>
stille revolutie van juridische plaatsvervanging.
Twee rechtstheorieën:
1. Fenomenologie/rechtspositivisme => verschijnsel van recht wordt alleen als een verschijnsel
bekeken, niet als een uitdrukking van ideeën of veronderstellingen die aan het recht ten
grondslag liggen. Deze verschijningsvormen van het recht vinden ze terug in de gepositiveerde
rechtsbronnen (juridische letters op papier).
, 2. Natuurrecht => het recht is een reflectie van een groter idee, de wil van een hogere macht, van
waarden of van een waarheid. Het recht vormt een uitdrukking van een zogenaamde prepositieve
orde, bijv. een goddelijke ordening. Uitspraken over de relatieve afstand tussen de prepositieve
en positieve rechtsorde. Voorbeeld: Plakkaat van Verlatinghe (1581), waarmee Noordelijke
Nederlanden afstand namen van de Spaanse Koning.
Deze grote rechtstheorieën helpen nauwelijks als je erachter wil komen hoe het recht is geëvolueerd en
hoe we er steeds afhankelijker van zijn geworden.
Nevenproduct van buiten-juridische verklaringen?
Evolueren mensen langzamerhand tot grondwetmensen en worden grondwetten en het recht dat ze
uitroepen tot een soort ‘meme’ → culturele waarderingen van feiten en relaties (memencomplexen)
worden overgedragen tussen personen en generaties, maar ook op een manier waardoor we die
waarderingen uiteindelijk als ‘objectief’, ‘waar’ en ‘echt’ gaan beschouwen.
De groei van grondwetten zou wel eens het gevolg van zo’n proces kunnen zijn, waarbij er een
soort olievlekwerking onder de mensheid plaatsvindt.
Hoofdstuk 3 (De bron van grondwetten), p. 61-83
Grondwetten vormen de basis waarmee rechtssystemen en politieke systemen worden uitgeroepen en
ingericht; in de kern gaat het altijd over ‘wij’. De inhoud van het ‘wij’ varieert, maar het is er altijd expliciet
of impliciet. Alle constituties delen wat ze een moraliteitssysteem uitdrukken met bepaalde basisnormen
voor een rechtssysteem en leiderschap (politiek systeem) in die als wij-gedefinieerde gemeenschap.
‘Dunbar-getal’ = cognitief-neurologische grens vastgesteld door Britse antropoloog Robin Dunbar, die
aanduidt dat het mensenbruin biologisch niet is aangelegd voor het onderhouden van stabiele sociale
relaties in groepen die groter zijn dan circa 148 personen.
Hieruit vloeit de wens voort in een collectief geloof in abstracties die ons toch stabiliteit en
onderling vertrouwen kunnen brengen.
Twee pijlers waar menselijke samenwerking op rust:
1. Vertrouwen => abstracties als religie, recht, eigendom, geld en daarmee verband houdende
normen stellen ons in staat ‘kunstmatig’ te vertrouwen en samen te werken op schalen die ons
biologische bereik te boven gaan.
2. Erkenning => de regels van constitutionele recht zijn bij uitstek de instrumenten waarmee we
waarde toekennen aan verhoudingen, instituties, tradities, kenmerken en over die buig
uiteindelijk aan groepen en individuen.
De geschiedenis laat zien hoe vertrouwen en erkenning geleidelijk abstractere vormen aan gaan nemen in
steeds complexer wordende samenlevingen en ook hoe die samenlevingen met elkaar in een
wapenwedloop van politieke organisatie terechtkomen – voortgejaagd door de biologische zucht naar
erkenning.
Hoofdstuk 18 (Wat is dat: een grondwet of een constitutie?), p. 229-240
Wat verstaan we tegenwoordig onder een grondwet of een constitutie?
- Grondwet → in de Nederlandse taal heeft het woord kennelijk van doen met basisvoorschriften;
fundamentele normen voor een staatsbestel en grondslag voor de inrichtingen van een staat en
de politieke samenleving.
, - ‘Constitution’ komt voort uit het Latijnse constituere, dat zoiets als vestigen, vormen of
samenstellen betekent. Toch heeft constitutie meestal de betekenis van ‘gestel’ – de basisopzet,
het geraamte van een geheel. In die betekenis duidt het vaak op fundamentele regels over
staatsinrichting.
Er bestaan geen uniforme, universele definities van de begrippen grondwet of constitutie.
Regeling met hogere status
Een grondwet of constitutie heeft als juridische regeling steeds een hogere status. Een wet die aan de
statelijke organisatie, politieke, bestuurlijke en rechtssystemen voorafgaat die als basiswet dat soort
systemen instelt en er autoriteit aan geeft.
Volgens rechtsfilosoof Hans Kelsen (1881-1973) is het dan ook logisch noodzakelijk dat een grondwet een
juridisch hogere status heeft dan een gewone wet. Anders zou het bijvoorbeeld door de eerste beste
gewone wet of door een uitspraak van de rechter terzijde kunnen worden gelegd. Zonder die hogere
status is een grondwet zinloos.
Grondwettelijke verschansing via ingewikkelde wijzigingsprocedures
De hogere status van de grondwet wordt veelal beschermd via de wijzigings- of herzieningsprocedure. De
meeste grondwetten van de wereld stellen (zwaardere) eisen aan een herziening of wijziging en kunnen
niet zomaar bij eenvoudig meerderheidsbesluit van een parlement, een bestuursbesluit of een rechterlijke
beslissing worden gewijzigd of herzien.
Bijv. Nederland: procedure van twee lezingen.
1. In de eerste lezing neemt het parlement een wet aan die uitdrukt dat wordt overwogen de
Grondwet te herzien (overwegingswet) en vervolgens wordt het parlement ontbonden. De
kiezers kunnen dan bij de Kamerverkiezingen een keuze maken over de wenselijkheid van de
herziening.
2. De nieuw gekozen Kamers kunnen in een tweede lezingen alleen met tweederdemeerderheid
akkoord gaan met de wet die het voornemen bevat om de Grondwet daadwerkelijk te
herzien.
Een grondwet kan via dit soort procedurele verschansingen (entrenchment) rigide worden gemaakt. Die
rigide herzieningsprocedures komen in vele soorten en maten voor. Wordt een grondwet bestel te star,
dan riskeert het ook onbruikbaar en irrelevant te zijn → grondwettelijke regels kunnen niet of nauwelijks
worden aangepast aan de veranderende omstandigheden en de noden der tijd. De grondwet is niet meer
‘levend’
Grondwet als schepping
Hedendaagse Grondwetten richten de overheid (functie van leiderschap) binnen een staat op en richten
die in via een bewuste daad van creatie. Een enkele keer gaat een grondwet er al vanuit dat er voordien al
iets was → vb. art. 124 Gw: ‘overgelaten’ drukt uit dat provincies en gemeenten bestonden voor de
grondwettelijke ordening. Dit is echter de uitzondering, meeste grondwetten doen het voorkomen dat het
staatsbestel helemaal nieuw is (ex nihilo).
Constituties zijn trouwens lang niet de enige bron van fundamentele regels die bepalen wie in een staat
onder welke voorwaarden wat mag doen. Er is ook ongeschreven constitutioneel recht, bijv. Nederlandse
vertrouwensregel. Maar ook ongeschreven staatsrechtelijke gewoonten en conventies. Dit is een
wijdverbreid verschijnsel in constitutionele systemen.
David Law – onderscheid tussen ‘large-C’-en ‘small-c’-constituties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chrisklijnhesselink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.