100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 3.18: reconstructieve preprothetische chirurgie en implantologie $23.57   Add to cart

Summary

Samenvatting 3.18: reconstructieve preprothetische chirurgie en implantologie

 37 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 27 pagina's voor het vak SMZ2 aan de RuG (MKA H18)

Preview 3 out of 27  pages

  • June 17, 2019
  • 27
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
SMZ 2 deeltoets 2: MKA hoofdstuk 18: Reconstructieve preprothetische chirurgie en implantologie
____________________________________________________________________________________________________________________

• Resorptie van de edentate onder- en bovenkaak
o Bij gebitselementen-verlies, verliest de processus Alveolaris zijn functie als steunweefsel voor de tanden en kiezen.
▪ Vanaf dat moment wordt botresorptie niet meer gecompenseerd door botaanmaak en treedt hoogteverlies van
de processus op en neemt het volume van de kaak af.
▪ Gevolg: het voor de prothese beschikbare oppervlak vermindert en de intermaxillaire afstand (afstand tussen
boven- en onderkaak) neemt toe → maken van een goede voorziening wordt bemoeilijkt.
▪ Het eerste gevolg leidt tot verminderde retentie en stabiliteit van de prothese → afname oppervlakte voor
afsteuning van prothese.
• Klachten van de patiënt bestaan uit loszitten van de prothese, met lokale druk/frictie tot gevolg.
• Dit kan leiden tot pijnlijke plekken op de mucosa en problemen met spreken/kauwen. Door de
ongunstige belasting kunnen afwijkingen van de onderliggende weke delen ontstaan zoals irritatie
hyperplasie en flabby ridge.
o De meeste patiënten ondervinden problemen met de onderprothese → want resorptie-proces verloopt 4x zo snel en het
dragend oppervlak van onderkaak is al kleiner.
o Wat betreft problemen met bovenprothese zijn er 3 categorieën patiënten te onderscheiden:
▪ Patiënten met retentieproblemen door sterke resorptie (60%)
▪ Patiënten met kokhalsreflex/intolerantie voor dragen van bovenprothese (25%)
▪ Patiënten met subjectieve klachten die niet terug te voeren zijn op de fysiologische conditie van de kaak (15%
van de klachten houdt verband met acceptatieproblematiek.
o Toename van de intermaxillaire ruimte kan op termijn leiden tot een pseudo-klasse III kaakrelatie en veranderingen van de
onderste gelaatshelft.
▪ Er komen kwalitatieve en kwantivatieve veranderingen van de weke delen van het gelaat.
▪ Hierbij zijn vooral veranderingen in de kauw- en aangezichtsspieren aanwezig, waardoor een vergrote neus-
liphoek, kleinere afstand tussen mondhoeken, afname hoeveelheid zichtbaar lippenrood en ontstaan van een
sagging chin mogelijk zijn.
▪ Ongeacht deze esthetische problemen, zijn patiënten meestal eerder ontevreden over gebrek aan retentie en
stabiliteit van de prothese.
▪ Op basis van het natuurlijke resorptiepatroon en gelaatsveranderingen zijn een aantal classificatie ontwikkeld
voor de edentate patiënt, die bedoeld zijn als communicatiemiddel tussen behandelaars, als hulpmiddel bij het
opstellen van een behandelplan en als ondersteuning ij de evaluatie van een bepaalde therapie.
• Classificatie volgens Cawood en Howell (figuur 18.1); kwantiteit botvolume in 6 opeenvolgende stadia
van resorptie proces.
• Classificatie volgens Leckholm en Zarb (figuur 18.2); verhouding tussen hoeveelheid corticaal en
spongieus bot en inschatting van botkwaliteit.




1

,• Specifieke aspecten bij het klinische en beeldvormende onderzoek
o Edentate patiënt
▪ Meest voorkomende klachten van edentaten zijn: loszitten en pijn bij dragen van onderprothese, niet kunnen
spreken/kauwen met de prothese, ingevallen uiterlijk.
▪ Het is van belang vast te stellen hoelang de patiënt edentaat is, hoeveel prothesen tot dan toe zijn vervaardigd
en hoe oud de laatste prothese is.
▪ Naast tandheelkundige aspecten, zijn en persoonlijke, maatschappelijke of gezinsproblemen die zich kunnen
vertalen in prothese klachten. Besteed hier aandacht aan tijdens de anamnese.
▪ Ga ook na of er sprake is van gezondheidsproblemen, die kunnen interfereren met de operatieve behandeling of
het lange termijn behandelresultaat negatief kunnen beinvloeden.
• In dergelijke gevallen moet men overleggen met huisarts/ medische specialisten. Het primaire doel is
dan om te kijken of de patiënt een operatieve ingreep mag ondergaan en of er nog pre/post-operatieve
maatregelen moeten worden getroffen. Speciale aandachtspunten:
o Gebruik van bepaalde medicatie (bisfosfonaten)
o Diabetes mellitus (goed gereguleerd?)
o In verband met het risico van osteoradionecrose moet worden vast gesteld of de patient
bestraling in het hoofdhalsgebied heeft gehad. Als de patient is bestraalt dan moet de er
nagegaan zijn wat de cumulatieve dosis op het gebied is geweest op het gebied waar de
implantaten geplaatst worden(osteoradionecrose)
o Antibioticumprofylaxe (geïndiceerd ?)
▪ Roken heeft duidelijk een negatieve invloed op het osseointegratieproces en op de conditie van het peri-
implantaire weefsel.
• Ook is roken een risicofactor voor het plaatsen van implantaten en het verrichten van
botaugmentaties.
• Extra-oraalonderzoek geeft informatie over de gelaatsvorm en het effect van de prothese op de weke
delen van het gelaat.
• Intra-oraalonderzoek begint met inspectie van de monde, kwaliteit van et aanwezige prothese,
beoordeling van kauwfunctie, esthetiek en beethoogte.
• Na uitnemen van de prothese worden de dragende weefsels en het te implanteren gebied
geïnspecteerd. De orale mucosa wordt beoordeeld op aanwezigheid van drukulcera, irritatie-
hyperplasie, ontstekingen en flabby ridge.
• De mate van proc. Alv. Resorptie wordt vastgesteld, even als de aanwezigheid van scherpe richels,
ondersnijdingen en exostosen (figuur 18.3).
• Verder kan men nog kijken naar puilende mondbodem, hoge aanhechting m. mentalis, kokhalsreflex,
actuele conditie van mondslijmvlies en evt. aanwezigheid van mucosale afwijkingen.
o Partieel dentate patiënt
▪ Men kijkt naar de staat van de nog aanwezige elementen en naar de ruimte waar elementen verloren zijn
gegaan.
▪ Na het onderzoek gaat men met de patiënt in overleg wat betreft de mogelijke therapievormen en wordt een
voorlopig behandelplan gekozen. Op basis daarvan wordt specifiek aanvullend onderzoek verricht naar de
mogelijkheid van implantaat-gedragen constructies.
▪ Pas na specifieke voorlichting over de mondsituatie, wordt een definitief plan met alternatieven voorgesteld.
▪ Tijdens het eerste consult kun je al letten op
de kleur, vorm en zichtbaarheid van een deel
van de elementen en de symmetrie van het
geheel. Kijk naar de mond in rust, tijdens
spreken en lachen.
▪ Intra-oraal probeert men een indruk te
krijgen van de mesio-distale en occlusale
ruimte t.p.v. missende elementen.
• Men maakt een inschatting of in de
toekomst een prothese in normale
dimensies vervaardigd kan worden.
• Figuur 18.4: een overzicht wordt
verkregen van mesio-distale
dimensies van elementen in een
normale dentitie.
• D.m.v. palpatie krijgt men een
indruk van de breedte van het bot
in het gebied van de missende
elementen.


2

, o De prognose van aanwezige elementen, niet-stabiele parodontale situatie en een
voorgenomen behandeling van buurelementen of antagonisten hebben een grote invloed op
de keuze voor een behandelplan en behandelvolgorde
• Tijdens eerste consult worden pockets en bloeding bij sonderen globaal in kaart gebracht. Men kijkt of
er cariës aanwezig is. Grote restauraties, in het bijzonder in buurelementen en antagonisten, worden
beoordeeld op retentie en stabiliteit.
▪ Röntgenologisch onderzoek tijdens eerste consult blijft beperkt tot een OPG, eventueel aangevuld met intra-
orale foto’s.
• Kiest de patiënt voor implantaten, dan volgt een tweede consult. Dan vindt aanvullend onderzoek
plaats, specifiek gericht op de mogelijkheid van implantaat-gedragen prothetische constructie.
Afhankelijk van het indicatiegebied, zijn de volgende aanvullende onderzoeken te onderscheiden:
o Aanvullend parodontaal onderzoek van restdentitie
o Aanvullend röntgenonderzoek naar botkwaliteit en kwantiteit,
zowel van te implanteren gebied als van donorregio (indien
sprake van botaugmentatie met intraoraalbot)
o Studiemodellen en proefopstelling
o Implantaatplanning
o Aanvullend parodontaal onderzoek
▪ Er wordt een pocketstatus gemaakt en onderzoek gedaan naar aanwezigheid van
paropathogene micro-organismen. Indien geïndiceerd volgt eerst een behandeling
van het parodontium, voordat er een definitief behandelplan komt.
▪ Parodontale ontstekingen kunnen namelijk leiden tot verminderd
succespercentage van implantaten.
o Aanvullend beeldvormend onderzoek
▪ Een vereiste voor verantwoorde diagnostiek!
o Studiemodellen en proefopstelling
▪ Dit kan zeer belangrijk zijn om inzicht te krijgen in de intermaxillaire ruimteen de
mesio-distale ruimte in extractie-diastemen (is beslijping antagonist/buurelement
vereist, is uitbouw van buurelementen een optie, is er voldoende occlusale
hoogte?) →figuur 18.5.
▪ Vanwege de goede visualisatie is een proefopstelling zeer geschikt om een patiënt
de behandelplanning uit te leggen, en dezelfde opstelling kan in een later stadium
gebruikt worden voor sjablonen.
o Implantaatplanning
▪ Aan de hand van de proefopstelling krijgt men inzicht in het aantal te plaatsen
implantaten, en in de positie en asrichting daarvan. Bepaling van aantal
implantaten is nuttig i.v.m. begroting maken voor de patiënt.
▪ De positie en asrichting kunnen inzicht geven in de technische uitvoering ban de
suprastructuur.
• Beeldvormend onderzoek en driedimensionale planning
o Röntgenologisch onderzoek wordt verricht om de bot kwantiteit en kwaliteit van de
relevante anatomische structuren te beoordelen en om na te gaan of botafwijkingen,
geïmpacteerde elementen of radices resten aanwezig zijn.
o Een OPG met een laterale schedelfoto (figuur 18.6) bij de edentate patiënt geeft belangrijke informatie over de hoogte en
breedte van de proc. Alv. En enig inzicht in de densiteit van het bot. Ook krijgt men een indruk van anatomische structuren
als de canalis mandibularis, foramen mentale, sinus maxillaris, cavum nasi.
o Het maken van een tandfoto bij enkeltandsvervanging is geïndiceerd om een goed beeld te verkrijgen van de
buurelementen.
o Soms moet je CT-onderzoek doen (figuur 18.7) als er onduidelijkheid bestaat over de relatie tussen het kaakbot en
relevante anatomische structuren (canalis madnibulae, sinus maxillaris).
o De CBCT is de voorkeurstechniek voor de preoperatieve planning van implantaten in gebieden met weinig bot, belangrijke
zenuwkanalen etc.
o Nieuwste technieken; CADCAM (figuur 18.8); het geprinte boorsjabloon wordt gebruikt om de implantaten conform de
preoperatieve planning te plaatsen. Het boorsjabloon wordt gemaakt aan de had van de CADCAM scan.
▪ CADCAM is mogelijk voor het plaatsen van implantaten bij edentaten en partieel dentaten
▪ Indien gewenst kan vooraf als een prothetische constructie via CADCAM worden gemaakt. Voor CADCAM wordt
eerst een CT of CBCT gemaakt → (figuur 18.9)
▪ er worden 2 CT scans gemaakt: eentje met prothese en opbeetplaat en de ander alleen met de prothese → de
scans worden over elkaar heen gelegd en zo wordt er een driedimensionaal beeld gecreerd.
o Het plaatsen van de implantaten gebeurt met een incisie in de mucosa en het periost moet afgeschoven worden.
o Beleidsbepaling


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $23.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$23.57
  • (0)
  Add to cart