1. Wat is bedrijfskunde?
Wat is bedrijfskunde?
Bedrijfskunde is het vakgebied dat zich bezighoudt met (het verbeteren van) het functioneren van
bedrijven in hun omgeving
Bedrijfskunde is in principe en multidisciplinair vakgebied: er is sprake van inbreng uit andere
disciplines (vakgebieden) zoals: economie, sociologie, psychologie, rechten en technische
wetenschappen.
Wat is een bedrijf?
Een bedrijf is een organisatie die:
1. Producten of diensten (outputs) levert aan afnemers die voor deze outputs betalen;
2. Inputs nodig heeft om die outputs te kunnen leveren;
3. Alleen blijft bestaan als de inkomsten die zij verkrijgt door de outputs te verkopen voldoende
zijn om de leveranciers van de inputs te betalen.
Inputs: Welke spullen heb je nodig? (arbeid, financiële middelen, apparatuur)
Outputs: Wat krijg je/wat maak je?
Primaire proces > Verwerving van inputs, transformatie van inputs in outputs en het verkopen van
outputs.
Voor een bedrijf in de maakindustie kan je dit makkelijk in beeld brengen maar voor dienstverlenende
bedrijven zoals verzekeringsmaatschappen is dit lastig. Dat komt omdat de outputs van een
dienstverlenend bedrijf niet tastbaar zijn.
Overheidsdiensten
Overheidsdiensten zoals: ministerie van defensie, heeft een primair proces. ministerie van defensie
levert veiligheidsdienst aan samenleving. Het verkoopt de dienst niet aan afnemers en is daarom geen
bedrijf maar een overheidsdienst.
Bedrijven en onderneming
Winst > Verschil tussen opbrengsten en kosten.
Opbrengsten > Bedragen die bedrijf van zijn afnemers ontvangt.
Kosten > Bedragen die bedrijf aan verschaffers van de inputs moet betalen.
'Een bedrijf is een organisatie die voor haar voortbestaan afhankelijk is van de vraag of de
opbrengsten ten minste gelijk zijn aan de kosten.' Een bedrijf moet winst maken om te blijven bestaan.
• Bedrijven > Streven naar winst, maar niet alle bedrijven streven naar een zo hoog mogelijke
winst.
• Ondernemingen > Zijn bedrijven waarvoor het streven naar een zo hoog mogelijke winst een
belangrijke doelstelling is.
• not-for-profits/ non profits > Geen winst bijv. ziekenhuis.
, Soorten bedrijven
In te delen naar:
1. Aard van de werkzaamheden
• Industriële bedrijven: Hier worden grondstoffen omgezet naar halffabricaten of naar product.
• Producenten van software: Geen tastbaar product > e-books, games.
• Handelsbedrijven: Goederen inkopen en verkopen aan afnemers > C&A, bol.com.
• Dienstverlenende bedrijven: Verzekeringmaatschappij, accountants.
• Bedrijven in land- en tuinbouw en visserij: Verkopen grondstoffen in en leveren tastbare
producten aan afnemers, maar ze worden in het spraakgebruik niet als industriële bedrijven
aangeduid.
2. Grootte
Er zijn in Nederland meer dan 750.000 bedrijven, voornamelijk kleine bedrijven > kapper, tandarts.
Diverse indelingen en bepalingen. Voor KvK/jaarrekening plicht geldt:
• Micro: Max. 10 personen werkzaam (max. € 700.000 omzet; max. € 350.000 activa)
• Klein: Max. 50 personen werkzaam (max. € 12 miljoen omzet; max. € 6 miljoen activa)
• Middelgroot: Max. 250 personen werkzaam (max. € 40 miljoen omzet; max. € 20 miljoen
activa)
• Groot: Groter dan middelgrote criteria
* Bij bovenstaande geldt dan nog: pas als je 2 jaar op rij, aan 2 van de 3 criteria voldoet dan word je
ingedeeld in die categorie.
Divisiestructuur: Grote ondernemingen zoals Heineken, shell kennen meestal een divisiestructuur
waarbij iedere divisie verantwoordelijk is voor een bepaald land, een bepaalde klantengroep of een
bepaalde productgroep
3. Rechtsvorm
• Eenmanszaak: Vaak kleine ondernemingen, een persoon is aansprakelijk voor schulden etc
• BV: Kent aandelen, maar die aandelen kunnen niet zomaar aan iedereen worden verkocht.
Als een van de aandeelhouders zijn aandelen wilt verkopen, moet hij die aandelen eerst
aanbieden aan de andere aandeelhouders.
• NV: Kent ook aandelen. Deze aandelen kunnen in principe wel aan iedereen verkocht
worden. Als de aandelen worden verhandeld op een effectenbeurs, kan er een levendige
handel in de aandelen ontstaan.
• Coöperatieve vereniging: Is een rechtspersoon die, in tegenstelling tot de
normale vereniging, winst mag behalen dat ten behoeve komt van de leden.
• Maatschap: Vaak professionele dienstverleners die samen werken (artsen, advocaten).
• VOF: Een vennootschap waarbij onder een gemeenschappelijke naam koophandel wordt
gedreven. De aandelen in een vof zijn niet eenzijdig overdraagbaar.
Taakomgeving en algemene omgeving
Taakomgeving:
Personen en organisaties waarmee het bedrijf in contact staat: afnemers, leveranciers,
vermogensverschaffers, belastingdienst, belangengroepen, overheid.
Ruilrelatie > Het bedrijf betrekt grondstoffen van leveranciers en betaalt voor die grondstoffen. Of het
bedrijf levert producten aan de afnemers. Of het bedrijf heeft bijvoorbeeld een krediet in rekening-
courant bij een bank: daarvoor betaalt het bedrijf rente aan de bank.
Het bedrijf onderhoudt dus ruilrelaties met zijn afnemers, met zijn leveranciers en met haar
vermogensverschaffers.
Het bedrijf heeft met de betrokken organisaties een relatie zonder dat er sprake is van een ruilrelatie:
• De organisaties van werknemers en werkgevers: vakbonden, CAO
• De uitvoeringsorganen van de werknemersverzekeringen: UWV, werkloosheidwet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romana_s. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.