100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Orthopedagogiek $7.16   Add to cart

Summary

Samenvatting Orthopedagogiek

 36 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Gedragsproblemen van J.D. van der Ploeg voor het vak Orthopedagogiek. 'Wanneer is gedrag van kinderen en jongeren te beschouwen als een probleem? Hoe ontstaan gedragsproblemen? Welke problemen zijn er te onderscheiden? Deze en andere vragen komen aan de orde in dit boek. O...

[Show more]

Preview 4 out of 40  pages

  • Yes
  • June 19, 2019
  • 40
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Orthopedagogiek

DEEL 1: Probleemgedrag

1 Wat is probleemgedrag?
1.1 Inleiding

Probleemgedrag  in de omgeving heersende normen en regels worden overschreden  de
jeugdige vind de ouder vaak problematisch  probleemgedrag wordt dus door de betrokkenen niet
altijd eenduidig ervaren (subjectief)

Van invloed:
-frequentie  vaker is problematischer
-duur  langer is problematischer
-omvang  één of meerdere situaties waar het gedrag voorkomt?
-gevolgen  consequenties voor de omgeving en degene zelf

Gedragsproblemen verwijzen (bijna altijd) naar onderliggende disfunctionerende psychische
processen en problematische (gezins)omgeving

1.2 Normaal – abnormaal

Normaal gedrag  gedrag dat door de meeste mensen wordt vertoond
afwijkend/abnormaal  gedrag dat door een klein deel van de mensen wordt geuit

1.3 Aangepast – onaangepast

Onaangepast gedrag  altijd probleemgedrag (gaat men vanuit)
Nuancering:
-Niet ieder conflict met de omgeving of de samenleving wordt als probleem beschouwd

Menselijke behoeften:
-Erbij horen
-Creativiteit
-Identiteit
-Eigen referentiekader

Ongezonde samenleving  wanneer deze behoeften worden geblokkeerd (autoritaire of repressieve
samenlevingen)

1.4 Gezond – ziek

Wie geen last heeft van ziekten, is gezond. (psychisch en lichamelijk)

Belangrijke kenmerken van geestelijke gezondheid:
-positieve houding tegenover jezelf
-ontwikkeling en zelfactualisering
-harmonieuze integratie in de samenleving
-zelfstandig, onafhankelijk en autonoom optreden
-accurate perceptie van de externe omgeving
-adequate omgang met de directe omgeving

,1.5 Nogmaals: probleemgedrag

Probleemgedrag  als ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag beschouwen als strijdig
met de door hen en de samenleving gehanteerde normen en regels (normen en waarden) en/of
wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch beoordelen op basis van valide kenmerken inzake
psychische (on)gezondheid (feitelijke en inhoudelijke kennis m.b.t. probleemgedrag)

1.8 Comorbiditeit

Comorbiditeit problematische jeugdigen hebben vaak meerdere problemen tegelijkertijd.  het
naast elkaar bestaan van twee of meer afzonderlijke stoornissen of syndromen binnen hetzelfde
individu

2 Eerste typeringen uit de psychiatrie
2.1 Inleiding

Drie categorieën in de psychiatrie:
-psychosen
-neurosen
-persoonlijkheidsstoornissen

2.2 Psychose

Psychose  ernstige psychische stoornis gekenmerkt door disfunctioneren van de waarneming, het
denken, de emotie en de spraak.  gedrag is storend, onvoorspelbaar en bizar voor de omgeving

Meest bekende symptomen  hallucinaties en waanvoorstellingen

Drie vormen:
-Schizofrenie
-Paranoia
-Manisch-depressief of bipolaire stoornis

Oorzaak:
-Biologische etiologie 1. Sprake van organisch defect 2. Sprake van verstoorde biochemische
verhouding
-omgevingsinvloeden 1. Stress-inducerende gezinspatronen 2. Double blind situatie (blz 35)

2.3 Kinderpsychose

Veel is hetzelfde als bij een gewone psychose, hier bespreek ik enkele verschillen

In de ontwikkelingsfase kunne verschillende psychose typen zich voordoen:
-Organische psychose  gevolg van hersenletsel na ongeluk of ziekte
-Korte reactieve psychose  gevolg van extreme stress
-Drug geïndiceerde psychose  gevolg van extreem drank- en/of drugsgebruik
-manisch-depressieve stoornis  late adolescentie eerst manische periode, dan normaal
functioneren, dan depressieve fase, enzovoort
-Schizofrenie  stoornis in interpersoonlijke relaties, motorisch gedrag, cognitieve functies, taal en
(emotionele) gedragingen
-Symbiotische psychose  moeder en kind kunnen en willen niet zonder elkaar (niet echt psychose)

,2.4 Neurose

Breed gebied van onaangepast gedrag  neurose  vooral angst staat centraal

Ieder mens maakt defensiemechanismen eigen, die helpen om met de omgeving om te gaan. Bij een
neurose zijn de defensiemechanismen onvoldoende en eenzijdig ontwikkelt.

Kenmerken: gevoel van zorg, ongelukkig zijn en lichamelijke klachten als slapeloosheid, hoofdpijn en
sterk transpireren

Verschillende typen:
-Hypochondrie  overbezorgdheid voor en een overdreven angst om de eigen gezondheid
-Fobie  extreme angst
-Dwangneurose  gedachten of handelingen die zich steeds herhalen en waar niet tegen te
verzetten valt
-depressie  aanhoudende gevoelens van diepongelukkig zijn
-angstreacties  plotselinge, regelmatige optredende gevoelens van hevige onverklaarbare angst
-dissociatieve stoornis  gedeelte van de persoonlijkheid is in het bewustzijn en bepaalde
herinneringen zijn vergeten; amnesie
-conversie reactie  gestoord motorisch en sensorisch functioneren met uitval van lichamelijke
functies (zoals verlamming)

2.5 Persoonlijkheidsstoornissen

 diep ingeslepen, gefixeerde rigide vormen van onaangepast gedrag, dan de betrokkene makkelijk
in ernstig conflict met de omgeving brengt

Typerend  personen voelen weinig angst, wanhoop en schuld.  vaak agressief gedrag en weinig
controle over eigen impulsen (vroeger: psychopaten)

Emotionele onthechting  gebrek aan sensitiviteit op zowel het persoonlijke als interpersoonlijke
vlak. Gedragingen worden niet geremd door het geweten. Ze lijken kil, hard en gevoelloos

Sociale onthechting  ernstige sociale ontworteling. Ze domineren, manipuleren en intimideren de
omgeving. (thrill-seeking moet compenseren dat ze geen gevoelens hebben)

3 Classificaties van probleemgedrag
3.1 Inleiding

Classificeren  het systematisch ordenen en groeperen van probleemgedragingen op basis van
gelijke eigenschappen en onderlinge relaties (er wordt gelet op onderscheiden gedragsbeelden van
jeugdigen, ontstaan van het beeld en implicaties van de interventies (behandeling, prognose))

Voordeel: bevorderen van de onderlinge communicatie tussen collega’s
Bezwaar: mensen worden gelabeld en individuele problematiek wordt uit het oog verloren

Classificeren is te beschouwen als onderdeel van diagnostiek  diagnostiek is een bepaald beeld van
de problematiek van de jeugdige verkrijgen, classificeren is veel algemener

3.2 De klinische benadering

 een classificatie systeem  gebaseerd op identificeren van bepaalde typen stoornissen en hun
symptomen  voorvloeiend uit de lange traditie van de klinische praktijk

, 3.2.1 Het GAP-systeem

10 hoofdcategorieën die globaal gestoorde gedragingen onderbrengen:
1. Gezonde reacties  om te vermijden dat clinici kleine problemen overdrijven en onderbrengen bij
pathologische problemen. Hier wordt intellectueel, sociaal, emotioneel, persoonlijk, adaptief en
psychosociaal functioneren van het kind gezien in relatie tot eventuele ontwikkelings- en situationele
crises.
2. Reactieve problemen  problemen die het resultaat zijn van ongunstige situationele factoren.
3. Fase-typische problemen  hangen sterk samen met de ontwikkelingsfase waarin het kind zich
bevindt en stijgen uit boven de normale variatie aan problemen die men mag verwachten
4. Neurotische problemen  H2.4
5. Pyschopathiforme problemen  H2.5  persoonlijkheidsstoornis
6. Psychotische problemen  H2.2 en H2.3
7. Psychofysiologische problemen  problemen die voortvloeien uit de interactie tussen somatische
en psychologische factoren. Vaak zichtbaar in het organische deel dat door het autonome
zenuwstelsel wordt gereguleerd. Maagstoornissen, hartklachten, ademhalingsproblemen en
dergelijke
8. Hersenbeschadigingen  syndromen kunnen van acute en chronische aard zijn. Problemen
hebben betrekking tot de oriëntatie, beoordeling, geheugen en andere cognitieve functies
9. Geestelijke achterstand  problemen die betrekking hebben op een evident laag intellectueel
functioneren gepaard met aanpassingsproblemen
10. Andere problemen

3.2.2 Het DSM-systeem

Diagnostic and Statistical Manual (1952)  DSM I
 classificatiesysteem van psychische stoornissen gericht uitsluitend op volwassenen
 1968 versie voor kinderen en adolescenten

DSM III  American Psychiatric Association (1980)  herziening van beide eerdere systemen 
multi-axiale benadering :
As I: Klinische syndromen die bedoeld zijn om stoornissen vast te leggen, waarvan de symptomen
niet een onderdeel zijn van persoonlijkheidsstoornissen en ontwikkelingsstoornissen
As II: Persoonlijkheidsstoornissen en ontwikkelingsstoornissen
As III: Lichamelijke stoornissen en ziektes
As IV: Ernst en aard van de psychosociale stressfactoren
As V: Niveau van functioneren gedurende het afgelopen jaar

As I en II geven info nodig voor eerste aanzet van diagnose, overige assen geven aanvullende info
voor opstellen van behandelingsplan

3.2.3 Het ICD-systeem

Classificatiesysteem  International Classification of Diseases  laatste versie: ICD-10
 jeugdige stoornissen zijn hierin uitgebreid
5 assen:
-Klinisch psychiatrische syndromen
-Specifieke achterstanden in ontwikkeling
-Intellectuele ontwikkeling
-Medische condities
-Afwijkende psychosociale situaties

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 2000jolijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.16  1x  sold
  • (0)
  Add to cart