Leerdoelen Burger en Recht week 1
Rechtsregels: hebben rechtsgevolg en zijn juridisch afdwingbaar (je kunt er in rechte een beroep op
doen). Deze regels zijn vaak afkomstig van een toto van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan.
Is te vinden in rechtsbronnen:
- De wet
- Rechtspraak
- Gewoonte
- Verdragen
Andere regels van onderop tot stand gekomen:
die van invloed zijn op rechten en plichten van burgers, maar die niet direct zijn vastgelegd in
wettelijke regels en die niet afkomstig zijn van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan, het is
afhankelijk van de context of niet naleving van deze regels rechtsgevolgen heeft en of deze juridisch
afdwingbaar zijn.
Sociale normen:
zijn zonder rechtsgevolgen en juridisch niet afdwingbaar. (Niet belangrijk)
Kan uitleggen waarom een samenleving regels nodig heeft en met welke soort regels een burger in
aanraking komt en wat deze regels betekenen voor de positie van de burger ten opzichte van
enerzijds de overheid en anderzijds andere burgers binnen de rechtsgebieden privaatrecht,
strafrecht en bestuursrecht;
Een samenleving heeft regels nodig om orde te bewaren. Zonder regels zou het een chaos zijn. Het
heeft als doen om orde te scheppen, rechtvaardig zijn, beleid maken en rechtszekerheid.
Functie van het recht: ordening van menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels en
handhaving van die regels door geschilbeslechting.
Een burger komt in aanraking met rechtsregels, regels ‘van onderop tot stand gekomen’ en sociale
normen.
Kan aan de hand van voorbeelden uitleggen wanneer een gewoonte een rechtsbron is, waar
rechten en plichten voor een burger uit voortvloeien;
Gewoonte wordt een rechtsregel, wanneer er sprake is van bestendig gebruik en als het gezien
wordt als rechtsnorm. De gewoonte is ongeschreven fatsoen.
Een bepaald gedrag moet ononderbroken gedurende lange tijd zijn gevolgd en herhaaldelijk in een
bepaalde maatschappelijke kring.
Kan aan de hand van voorbeelden uitleggen wanneer de wet een rechtsbron is, waar rechten en
plichten voor een burger uit voortvloeien;
Wet: wordt verstaan elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een tot
wetgeving bevoegd overheidsorgaan.
In de wet staan rechtsregels, die voortkomen uit een rechtsbron en voor iedereen gelijk zijn. Je kunt
er als burger beroep op doen en er is handhaving voor nodig.
Kan aan de hand van voorbeelden uitleggen dat er naast regels van de overheid, ook regels zijn die
niet afkomstig zijn van een Nederlandse wetgever en de student kan laten zien in hoeverre er voor
een burgerrechten en plichten voortvloeien uit deze regels;
Die van invloed zijn op de rechten en plichten van burgers, maar die niet direct zijn vastgelegd in
(wettelijke) regels en die niet afkomstig zijn van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan. Het is
afhankelijk van de context of niet-naleving van deze regels rechtsgevolgen heeft en of deze juridisch
afdwingbaar zijn.
Regels van onderop tot stand gekomen:
- Ze moeten van algemene aard zijn
, - Niet-statelijke regels
- Private aangelegenheden
- Betreft eigen persoon/organisatie
- Medewerking nodig van de groep zelf
Kan uitleggen hoe een burger zijn geschil via verschillende rechterlijke en buitengerechtelijke
procedures kan oplossen en uitleggen wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen
gerechtelijke en buitengerechtelijke wijzen van geschiloplossing;
Mediation: je gaat met een bemiddelaar in gesprek. Samen tot een oplossing komen, zonder dat er
een winnende en verliezende partij is. Het geschil komt in al zijn aspecten aan de orde. (emotionele,
sociale en financiële kanten krijgen net zoveel aandacht als de juridische. kan goedkoper zijn.
Bindend advies: gaat veel sneller dan een rechtszaak. duurder.
Arbitrage: Hier zijn deskundigen die veel van jouw zaak afweten.
Kan uitleggen hoe de Nederlandse rechtsorde zich verhoudt tot de internationale rechtsorde in het
algemeen en de Europese Unie in het bijzonder en aan de hand van voorbeelden uitleggen op
welke wijze rechten en plichten voor een burgen voortvloeien uit de rechtsbronnen verdragen en
besluiten van volkenrechtelijke organisaties;
Verdragen gaan voor de Nederlandse wetgeving. Eenieder verbindende verdragsbepaling die in
Nederland geldt, zet die de nationale wettelijke voorschriften opzij die in strijd is met de
verdragsbepaling. (artikel 94 Gw)
Artikel 8 EVRM gaat voor, omdat in artikel 94 Gw de wettelijke voorschriften niet gelden als zij in
strijd zijn met artikel 8 EVRM.
Welke wet gaat voor?? Zie artikel 94 en beantwoordt hiermee!!
Kan het behandelde actuele thema (juridisering en duurzaamheid) toelichten en aan de hand van
voorbeelden uitleggen wat de positie van de burger is binnen het genoemde actuele thema.
Juridisering:
Ontwikkeling binnen de maatschappij dat er steeds meer regels komen. Mensen vinden dat ze steeds
meer rechten moeten hebben. Er zijn meer juristen nodig. Er ontstaan steeds meer rechtsrelaties en
afspraken. Het gebeurt steeds vaker dan vroeger.
Duurzaamheid:
Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het
vermogen van de toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in gevaar te brengen. De
drie p’s: profit, planet en people.
Kan het begrip ‘recht’, ‘positief recht’, ‘rechtsregels’ en ‘rechtsbronnen’ beschrijven;
(Positief) objectief recht (Law) en subjectief recht (rights)
Recht:
het geheel van alle geldende rechtsregels. Het doel van het recht is het gedrag van mensen in hun
onderlinge verkeer te ordenen en te uniformeren, waarbij vanuit een perspectief van
maatschappelijke rechtvaardigheid ieders belangen zo veel mogelijk worden gerespecteerd en
veiliggesteld. Ook heeft het recht als functie om de regels te handhaven.
2 functies van het recht: ordenen menselijk gedrag (vredestichtend) en handhaven van regels
(vredesbewarend).
Positief recht: (objectief recht)
Onder de term ‘recht’ verstaan we het geheel van geldende rechtsregels
Rechtsregels:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stims1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.