Answers
Werkgroep opdrachten FvdM
- Course
- Institution
Antwoorden van alle 12 werkgroepopdrachten van Filosofie van de Managementwetenschappen
[Show more]
Seller
Follow
IRadboud
Reviews received
Content preview
Werkgroep opdrachten van Filosofie van de managementwetenschappenWerkgroep 1 Beginnen met filosofie
1. Filosofie komt van filos = vriend en sofia = wijsheid. Filosofie is dus streven naar
wijsheid. Dat betekent dat ze geen wijsheid claimen en dat het ook niet om kennis
gaat. Oftewel: de filosofie is geen wetenschap. Filosofie gaat over het stellen van
vragen waar je moeilijk uitkomt. De vragen gaan over algemene begrippen en termen
en daarom hebben filosofische vragen geen concreet antwoord. De filosofie kent dus
eigenlijk geen vooruitgang.
Filosofie heeft geen empirische tak.
2. Na mijn studie denk ik terecht te komen bij een bank, bij de belastingdienst of bij
een ander financieel bedrijf.
3. Door filosofische vragen te stellen, kun je een andere kijk krijgen op het gebied
waar binnen je werkzaam bent. Door filosofie leer je abstracter naar dingen te kijken
in plaats van concreet naar individuele zaken. Ook leer je dat je niet alles zomaar als
waarheid moet aannemen, maar zelf verder moet zoeken naar de waarheid.
4a. Het onderwerp van de tekst is opvoeding en de ideale staatsvorm. Hoe moeten
we mensen opvoeden zodat onze staat ideaal werkt en hoe kunnen we duidelijk het
verschil maken tussen schijn en werkelijkheid, als mensen de werkelijkheid niet aan
willen nemen.
4b. Er zitten mensen in een grot en die zitten met een ketting vast geketend. Ze
kunnen alleen voor zich uit kijken en zien op de muur voor zich bewegende
schaduwen. Binnen in de grot kunnen ze dus niet de werkelijkheid zien. Als een van
de gevangenen (Socrates) zich bevrijd en uit de grot gaat, ziet hij pas werkelijkheid
en bedenkt hij zich dat wat hij in de grot heeft gezien, alleen maar schijn was.
De grot staat hier voor een wereld waarin het volk geen waarheden wil aannemen.
4c. Nee, geestelijke vorming en lichamelijke oefening staan los van elkaar. Volgens
Plato is kennis aangeboren. Je moet zelf alleen de goede richting kiezen en je kennis
op de juiste manier gebruiken.
Je moet mensen trainen om geest te gebruiken. Je moet leren studeren, ook als je er
geen zin in hebt.
4d. Dialectiek is het in gesprek gaan met mensen die het tegenovergestelde
beweren. Plato stelde dat dialectiek de enige methode is die tot dat absolute
uitgangspunt komt door middel van het uitschakelen van hypothesen. Dit is belangrijk
voor het onderwerp van de tekst, want Socrates heeft de werkelijkheid buiten de grot
gezien en wil de gevangenen in de grot vertellen dat wat zij nu zien, geen
werkelijkheid is. Maar de gevangenen beweren het tegenovergestelde, want zij
geloven dat dat wat zij zien de waarheid is.
Dialectiek = je kan alleen maar in de wereld van ideeën komen door na te denken
met je geest, dus met rede tot juiste inzichten komen en niet d.m.v. zintuigen.
Belangrijk voor opvoeding want zonder dat je geest is gesterkt, kun je niet goed na
denken en kun je niet opvoeden.
,4e. Plato ziet gevaren van een verkeerde beoefening van de dialectiek. Namelijk dat
er een spel van wordt gemaakt en dat mensen zo bij de verkeerde wijsheden komen.
Daarnaast mag niet iedereen zomaar dialectiek gebruiken, alleen geschikten.
Plato zegt dat je moet beginnen met dialectiek onderwijzen vanaf dat ze ouder zijn.
Want als je jonge mensen dialectiek gaat onderwijzen gaan ze het zien als een
spelletje. Je kan de dialectiek dan gebruiken om alles te verantwoorden.
, Werkgroep 2 Ethiek
1a.
In het eerste artikel van de grondwet staat: ‘’Allen die zich in Nederland bevinden,
worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst,
levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is
niet toegestaan.’’ De juiste levenswijze is dus dat je elkaar (gelijk) moet behandelen
zoals je zelf ook behandeld wilt worden.
1b.
Iedereen die in Nederland woont dient zich aan de grondwet te houden.
1c.
Deze vaardigheden heb je nodig om de juiste levenswijze te volgen.
Rechtvaardigheid is nodig om te kunnen beoordelen en recht te doen op je eigen
gelijkheid. Zelfstandigheid is nodig om voor je zelf op te kunnen komen.
Vaardigheden = iets wat men door oefening kan verwerven, dus iets dat je van
nature niet hebt maar dat je aan moet leren.
Zelfstandigheid = je moet zelf een oordeel kunnen vormen.
Rechtvaardigheid = vermogen om recht te doen.
2a.
‘’Een mens heeft een wil, die uit zich in allerlei voorkeuren of preferenties.’’ Mensen
richten hun leven zo in dat dit zoveel mogelijk beantwoord aan hun voorkeuren of
wensen. ‘’Terwijl de wens of de wil alleen betrekking heeft op voorkeur van iemand
op een bepaald moment, heeft het behoren betrekking op iets dat verder gaat dan
alleen die voorkeur. Het behoren verwijst meer naar een sfeer waarin we leven, je
gaat ervan uit dat iedereen aan verplichtingen voldoet.
Verschil tussen hoe de wereld is en hoe de wereld behoort te zijn. De wereld zoals jij
die wil, is niet zoals die hoort te zijn.
Casus: we wensen dat discriminatie stopt en discriminatie behoort niet in onze sfeer.
Dit is een wens die tegelijk ook een behoren is.
2b.
‘’Een waardering verwijst naar een (eigen)waarde.’’ Deze waarde kan verduidelijkt
worden door een maatstaf op te stellen waarmee de waarde beoordeeld kan worden.
Casus: de waarde is gelijkheid en de maatstaf van die waarde is dat er niet
gediscrimineerd hoort te worden.
In de wet staan normen.
Waardering = je keurt een handeling aan de hand van een waarde
Beoordeling = je keurt een handeling aan de hand van een norm
2c.
In deze casus is gelijkheid in het geding. Rutte zegt dat nieuwkomers zich altijd aan
moeten passen en altijd al te maken hebben gehad met vooroordelen en
discriminatie. ‘’Minderheden worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt,’’
2d.
In het grondwetsartikel gaat het om de maatstaf dat er niet gediscrimineerd wordt,
niet op godsdienst, ras, politieke gezindheid of levensovertuiging etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IRadboud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
77254 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now