Subjectief recht: rechten die een persoon kunnen dragen.
Op basis van wet ben je als ouder verantwoordelijk voor je kinderen. Dus als je kind iets
doet ben jij daarvoor aansprakelijk.
Rechtssubjecten (degenen die rechten kunnen dragen):
- Natuurlijke personen→ mensen
- Rechtspersonen→ creatie van het recht- organisatie die als juridische eenheid
(rechtssubject) opereert en eigen rechten en verplichtingen heeft die los staan van
de rechten en verplichtingen van de eigenaar of bestuurder bijv. BV of vereniging.
Objectief recht is een recht waaraan iedereen recht kan ontlenen. Bijv.: art 2:118 BW-
iedere aandeelhouder bij een NV heeft tenminste 1 stemrecht.
Dwingend recht: afwijken niet toegestaan.
Regelend aanvullend: afwijken toegestaan.
Onderscheidingen binnen het recht:
- Materieel recht→ dat deel van het recht waar rechten en verplichtingen zijn
geregeld.
- Formeel recht→procesrecht
De term ‘’wet’’ wordt op 2 verschillende wijzen gehanteerd:
- In formele zin→ een besluit afkomstig van Regering en Staten-Generaal (art 81
Grondwet; herkomst van de wet), bijv. de Wegenverkeerswet
1
, - Wet in materiële zin→ ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald
aantal (niet bij name genoemd) mensen, bijv. een voorschrift dat afkomstig is van
een bevoegd orgaan (bijv. een minister of een gemeenteraad)
Organisatie rechtspraak
- NL is ingedeeld in verschillende arrondissementen (gedeeltes) en ieder gedeelte
heeft zijn eigen rechtbank
De uitspraken van de Nederlands hoogste rechter (de Hoge Raad worden arresten
genoemd.
- 11 rechtbanken→ de laagste rechter/de rechter in eerste aanleg
- Als je het niet eens bent, ga je naar het gerechtshof. Er zijn 4 gerechtshoven→ ze
doen de zaak helemaal over
- Ben je het daar niet mee eens, dan ga je naar de hoge raad. Er is 1 hoge raad→ het
gaat alleen om de uitleg van de rechtsregel, heeft de rechter/gerechtshof de wet op
de juiste wijze toegepast?
Heb je een ondernemingsrechtelijke vraag, dan hoeft je niet eerst naar de rechtbank, maar
kun je gelijk naar het gerechtshof (Ondernemingskamer).
Onroerend zijn de grond en alles waar daarmee duurzaam is verenigd, zoals gebouwen en
beplantingen, dus onroerende goederen zijn zaken die niet verplaatst kunnen worden
zonder schade aan te richten
Roerend registergoed: bijv. een vliegtuig of een boot met een bepaalde omvangen.
Goederen voor welke overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare
registeren noodzakelijk is. Registergoederen zijn in hoofdzaak alle onroerende goederen
zoals gebouwen etc. maar ook enkelen roerende zaken zoals schepenen vliegtuigen.
Vermogen= zowel positieve als negatieve bestanddelen
- Vermogensrecht= geheel van rechtsregels betreffende het vermogen
o Verbintenissenrecht: relaties tussen personen (dynamische gedeelte)
o Goederenrecht: relatie tussen personen en goederen (statisch gedeelte)
- Het bovenstaande is ook van belang voor rechtspersonen→ art 2:5 BW: een
rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon
gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit
2
,Goederenrecht
- Roerende zaken zijn alle zaken die niet onroerend zijn (art 3:3 lid 2 BW)
- Onroerend zijn de grond en alles wat daarmee duurzaam is verenigd, zoals
gebouwen en beplantingen e.d. (art 3:3 lid 1 BW)
- Art 5:3: de eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van al haar bestanddelen
- Art 3:4 lid 1 BW: bestanddeel is al hetgeen dat volgens de verkeersopvattingen
eigendom uitmaakt van een zaak
Voorbeelden van vermogensrechten:
- Aandelen
- Vergunningen
- Vorderingen
Een overeenkomst hoeft niet op papier, maar kan ook mondeling. Maar de
koopovereenkomst van een onroerend goed moet schriftelijk, dus op papier.
Art 5:3 BW: de eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van al haar bestanddelen. → art 3:4
lid 1 BW: bestanddeel is al hetgeen dat volgens de verkeersopvattingen eigenlijk uitmaakt
van een zaak.
Art. 3:10: Registergoed zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in
daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is. Registergoederen zijn in hoofdzakelijk
alle onroerende goederen zoals gebouwen etc. Maar ook enkele roerende zaken zoals
schepen (art. 8:190 BW) en vliegtuigen (art. 8:1306 BW). Ook sandelen zijn een roerend
registergoed.
Vermogensrecht
- Art 3:6 BW: rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht,
overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te
verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor, verstrekt of in het vooruitzicht gesteld
stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten
Absolute (goederenrechtelijke) vermogensrechten: eigendom en andere
goederenrechtelijke rechten.
- Kunnen rusten op een zaak of vermogenrecht (art 3:1 BW)
- Rechtsgevolgen
o Absolute werking: werkt tegenover iedereen
o Exclusieve werking: niemand kan er inbreuk op doen
o Prioriteit: eerder recht voor later recht
o Goederenrechtelijk gevolg: droit de suite, vervolgrecht
- Relatieve/subjectieve (verbintenisrechtelijke) vermogensrechten
o Werkt slechts tegenover een of enkele personen
o Bestaat uit een doen of nalaten: een prestatie
HR Blaauboer – Berlips→ Wie een goed onder bijzonder titel verkrijgt is niet gebonden aan
de persoonlijke verplichtingen ten aanzien van dat goed van een eerder rechthebbende
3
, Beperkte rechten: art 3:8 BW→ een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht,
hetgeen met het beperkt recht is verzwaard
Beperkte rechten op een goed (zaak of een recht) zijn geregeld in boek 3:
- Vruchtgebruik
- Pand
- Hypotheek
Beperkte rechten op een zaak zijn geregeld in boek 5:
- Opstal
- Erfpacht
- Erfdienstbaarheid
- Appartementsrechten
Pand een hypotheek zijn beperkte rechten welke tevens dienen ter zekerheid
(zekerheidsrechten).
Pandrecht: art 3:227 lid 1 BW→ wordt gevestigd op een roerend, niet-registergoed-
pandgever- pandhouder/nemer. Dit kan je dus bijv. op een auto, verlovingsring, laptop etc
vestigen.
Hypotheekrecht: art 3:227 lid 1 BW→ is het zekerheidsrecht wat op de woning rust. Kan
alleen worden gevestigd op een registergoed.
Subjectieve is het afgeleide van het objectieve.
- Bijv. Artikel 2:118 BW: “Iedere aandeelhouders bij een NV heeft tenminste 1
stemrecht” = regel van objectief recht
- Het hebben van een aandeel Shell, waardoor jij stemrecht verkrijgt in de algemene
vergadering van aandeelhouders van Shell= subjectief recht
Absolute of relatieve vermogensrechten?
- Recht van A op levering auto: Dit is een relatief vermogensrecht. Het recht van A om
de auto geleverd te krijgen, vloeit voort uit een overeenkomst tussen A en de
verkoper. Dit recht is alleen tegenover de verkoper inroepbaar.
- Reservering door B van een hotel: Dit is een relatief vermogensrecht. De reservering
van een hotelkamer is een overeenkomst tussen B en het hotel, waardoor het recht
alleen tegenover het hotel inroepbaar is.
- Hypotheekrecht van de bank op een huis: Dit is een absoluut vermogensrecht. Een
hypotheekrecht geeft de bank een recht op een huis, dat tegenover iedereen
inroepbaar is, bijvoorbeeld in het geval dat de eigenaar van het huis zijn
betalingsverplichtingen niet nakomt.
- Vordering tot schadevergoeding wegens ‘miskoop’: Dit is een relatief
vermogensrecht. De vordering tot schadevergoeding ontstaat uit een overeenkomst
tussen partijen (bijvoorbeeld een koper en verkoper) en is alleen tegenover de
andere partij inroepbaar.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller YKN. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.10. You're not tied to anything after your purchase.