H1:
Schadeverzekeringen: een schadeverzekering is een afspraak waarbij de verzekerde in geval
bij werkelijke schade, Schadeloos word gesteld en een uitkering krijgt van de verzekeraar.
Zorgverzekering: zorgverzekering is voor iedereen verplicht.
Zorgtoeslag: een tegemoetkoming van de overheid in de kosten van de zorgverzekering.
Inboedelverzekering: ben je verzekerd tegen schade aan je spullen(inboedel) door brand,
water, storm en inbraak.
Opstalverzekering: verzekert de woning tegen schade door brand, water, storm en inbraak.
Een opstalverzekering is voor iedereen verplicht die een koopwoning met hypotheek heeft.
Aansprakelijkheidsverzekering(AVP): een verzekering die de verzekerde beschermt tegen
het risico van aansprakelijkheid. De AVP vergoedt letselschade en de zaakschade die door de
verzekerde wordt veroorzaakt.
Levensverzekeringen: heeft te maken met het leven en overlijden van een persoon.
Levensverzekeringen bestaan in allerlei vormen. Zo zijn er levensverzekeringen die een
bepaald vast bedrag aan de nabestaanden uitkeren bij het overlijden van de verzekerde.
Uitvaartverzekering: een verzekering die de kosten betaald van de uitvaart van de
verzekerde.
Lijfrenteverzekering: staat bekend als aanvulling op de AOW/ pensioen. Keert gedurende
een vooraf overeengekomen periode of levenslang telkens eenzelfde bedrag uit aan de
verzekerde
Overlijdensrisicoverzekering: verzekering voor het risico op het overlijden. Bij het afsluiten
van een hypotheeklening verplicht de bank je meestal een overlijdensrisicoverzekering af te
sluiten. Als de verzekerde overlijdt voordat de schuld van de hypotheek is afgelost, komt de
resterende schuld geheel of deels te vervallen.
H2:
Consumptief krediet: lenen om je studie te financieren noemen we consumptief krediet. Het
is een door de consument afgesloten lening voor consumptieve doeleinden(voor een fiets,
auto of voor levensonderhoud). Vormen: zoals persoonlijke lening, doorlopend krediet,
huurkoop en koop op afbetaling.
Kredietnemer: ook wel geldnemer dus dat ben je als je geld leent.
Kredietgever: de bank die het geld verschaft is de geldgever ook wel kredietverschaffer,
kredietgever of kredietverstrekker.
Kredietkosten: de totale kosten van het krediet. Bestaan uit het totaal terug te betalen
bedrag min het geleende bedrag. Dus eigenlijks wat je meer betaald dan wat je hebt
geleend. Naast rente ook afsluit -, verzekering - en administratiekosten etc. tot de
kredietkosten.
Persoonlijke lening: een lening aan een consument voor aanschaf van duurzame
consumptiegoederen. Dat zijn goederen die langere tijd meegaan zoals een auto of eethoek.
Grootte hangt af van je inkomen, je huur- of woonlasten en overige financiële
verplichtingen.
Aflossingsbestanddeel: naarmate de looptijd van de lening word het aflossingsbestanddeel
van de annuïteit groter. En het interestbestanddeel steeds kleiner.
Rentebestanddeel:
, Annuïteit: samen vormen het aflossingsbestanddeel en het rentebestanddeel de annuïteit.
Een annuïteit is een periodiek gelijkblijvend bedrag.
Doorlopend krediet: met de bank(kredietgever) spreek je een kredietlimiet af. Dat is het
maximale te lenen bedrag. Kredietlimiet is afhankelijk van je inkomen en financiële situatie.
Je mag niet meer geld opnemen dan het kredietlimiet, minder mag wel. Je betaalt alleen
rente over het opgenomen bedrag. Aflossen kan altijd. Bedragen die je aflost mag je ook
weer opnemen. Je kunt aflossen in termijnen en de rente is variabel. Kijk tabel op blz. 17.
Huurkoop: als je een mooie scooter ziet maar hem nog niet kunt betalen, kan huurkoop een
oplossing zijn. Je kunt gelijk over de scooter beschikken je lost het krediet in termijnen af, als
je de laatste termijn betaald hebt ben je pas de eigenaar van de scooter. Vaak gebruiken ze
huurkoop bij auto’s daar moet meestal eerst wel een klein bedrag worden betaald. Vooraf
word de looptijd van de lening, de rente en de aflossingen in een contract vastgelegd.
Koop op afbetaling: wanneer je iets koopt op afbetaling word je meteen eigenaar. De
verkoper loopt meer risico dan bij huurkoop. Het nadeel bij huurkoop en dit is de hogere
rente en soms zit je jaren vast aan termijnbetalingen.
Enkelvoudige interest: wanneer de interest (rente) wordt berekend over het oorspronkelijke
kapitaal of de schuld in een bepaalde periode spreken we van enkelvoudige rente. Bij het
afsluiten van een lening is er meestal sprake van enkelvoudige interest.
H3:
Huren: een product per periode betalen om er gebruik van te maken maar je word niet
eigenaar.
Huurbescherming: een verhuurder kan niet zomaar de huur opzeggen. Alleen met
toestemming van de rechter kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen. Dit kan
bijvoorbeeld wanneer de huurder zijn huur niet betaald.
Kopen: een product gelijk helemaal betalen en eigenaar worden van het product.
Makelaar: het is raadzaam om een makelaar in te schakelen voor het kopen/verkopen van
een huis. Makelaar kan voor verkopende partij (verkoopmakelaar) of voor kopende partij
(aankoopmakelaar) zijn niet voor allebei tegelijk. Het is niet verplicht. De makelaar heeft veel
raad over de plaatselijke huizenmarkt en regelgeving. Bedraagt 1 a 2 procent van
aankoopsom.
Taxateur: is onafhankelijk, erkend en ter zake kundig persoon. Maakt inschatting van de
waarde van het huis. Een taxatierapport ongeveer €300,-.
Hypotheekadviseur: om een hypotheeklening af te sluiten, kun je een hypotheekadviseur
inschakelen. Hij geeft advies over de kosten, rentepercentages, aflossingsverplichtingen,
looptijd etc. van de verschillende hypotheek aanbieders. Advies over wat het best bij jouw
past een bank geeft ook advies maar alleen over hun producten en de adviseur over
verschillende banken.
Notaris: nadat je een huis hebt gekocht ben je verplicht een notaris in te schakelen. Die is
als enige bevoegd om een notariële akte op te maken. Gaat om eigendom - (overdracht - )
en hypotheekakte.
Notariële akte: het is een bewijsstuk, dat kunnen bijna alle rechtshandelingen betreffen.
Hypothecaire lening: een langlopende lening met een onroerend goed als onderpand. Word
aangegaan voor de financiering van onroerende goederen. Het onroerend goed staat als
waarborg of dekking. Door onroerend goed is er hogere lening mogelijk en lagere rente voor
de geldnemer. Bij het afsluiten moet een hypotheekakte door de notaris worden opgemaakt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller richard2938. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.