Ordent het recht in het algemeen en het staatsrecht in plaats en functie binnen het
publiekrecht van het Nederlandse rechtssysteem
A.1. beginselen van het recht
Recht is het geheel van regels om de samenleving te ordenen
A.1.1. onderscheid rechtsgebieden in het publiekrecht
A.1.1.1. benoemt specifieke rechtsgebieden binnen het publiekrecht
• Staatsrecht; inrichting en organisatie van de overheid
• Strafrecht; normering en regulering van gedrag
• Bestuursrecht; verhouding tussen overheid en burger
• Belastingrecht; heffen en innen van belasting
A.1.2. Privaat en publiekrecht
A.1.2.1. Brengt de begrippen publiekrecht en privaatrecht onder woorden
Publiekrecht regelt de relatie tussen natuurlijk- en rechtspersonen en de overheid
onderling. Wetgever gaat uit van een gelijkwaardige relatie tussen partijen.
Privaatrecht regelt de rechtsverhouding tussen burgers en bedrijven onderling. Wetgever
gaat uit van een ongelijke machtsverhouding.
A.1.2.3 Benoem de verschillende verschijningsvormen van de overheid (privaat- en
publiekrecht) (K)
De overheid kan zowel publiekrechtelijk handelen als privaatrechtelijk.
A.1.2.4 Licht toe wat de gevolgen zijn van de verschillende verschijningsvormen van de
overheid van de rechtsbescherming (B)
De gevolgen zijn dat er verschillende wetten gehandhaafd kunnen worden.
A.1.3 Codificatie van het recht
A.1.3.1. Beschrijf wat onder codificatie van het recht wordt verstaan (K)
Codificatie van het recht = De wetten schriftelijk vastleggen (in wetboek)
A.1.3.2 Licht toe in hoeverre het publiekrecht is gecodificeerd (B)
Het Nederlandse Publiekrecht is vrijwel geheel gecodificeerd.
,A.1.4. Rechtsbronnen
A.1.4.1. Benoem de soorten (formele) rechtsbronnen binnen het Nederlandse
rechtssysteem (K)
• Wetboek;
• Jurisprudentie;
• Internationale verdragen;
• Rechtswetenschap;
• Gewoonterecht.
A.2. Staatsrecht
A.2.1 Wettelijke grondslagen en staatsorganisatie
A.2.1.1. Beschrijf het begrip staat. (K)
Een land met een eigen, onafhankelijk bestuur en met een hiërarchische, politieke
organisatie die gezag uitoefent over de plaatselijke bevolking. Ook moeten er
landsgrenzen zijn, en dient het land erkend te worden door andere landen.
A.2.1.2 Benoem de staats- en regeringsvorm van Nederland. (K)
De staatsvorm van Nederland - Constitutionele Monarchie met parlementair stelsel.
De regeringsvorm van Nederland - Parlementaire democratie
A.2.1.3 Beschrijf de betekenis van de leer van de Trias Politica in het kader van het
staatsrecht. (K)
Trias Politica is een regeringsvorm die de drie overheidsmachten onderscheidt en
scheidt: Wetgevende macht, Uitvoerende macht en Rechtsprekende macht.
Beschrijf de doelstelling van de leer van de Trias Politica in het kader van het staatsrecht.
(K)
Doelstelling is dat een van deze machten niet de overhand kunnen krijgen, om tirannie te
voorkomen en de vrijheid van de burger te vergroten.
Beschrijf de begrippen territoriale decentralisatie en functionele decentralisatie binnen het
staatsrecht. (K)
Territoriale decentralisatie - Dat een breed pallet aan taken worden uitgeoefend binnen
eigen grondgebied. (gemeenten en provincies)
Functionele decentralisatie - Dat een of enkele taken decentraal worden uitgeoefend
(Waterschap, Zuiveringsschap etc.)
Beschrijf de betekenis van de Grondwet in het staatsrecht. (K)
De belangrijkste wet van een land, hierin staat wie de macht heeft en hoe deze wordt
uitgevoerd. Ook staan er grondrechten in de grondwet om de individuele vrijheid van
burgers tegen de overheid te beschermen.
, Beschrijf het begrip koning binnen het Nederlandse staatsrecht (K)
Koning is staatshoofd. Heeft weinig macht vanwege beperkingen uit de grondwet. Koning
is onderdeel van de regering maar is geen regeringsleider. Wel is de Koning
onschendbaar.
Beschrijf het begrip kroon binnen het Nederlandse staatsrecht (K)
Kroon is een verouderd begrip voor Regering; Regering bestaat uit Koning en de ministers.
Beschrijf het begrip kabinet binnen het Nederlandse staatsrecht (K)
Ministers en de staatssecretarissen (laatst genoemde is geen onderdeel Ministerraad)
Beschrijf het begrip regering binnen het Nederlandse staatsrecht (K)
De Koning en de ministers
Beschrijf het begrip ministerraad binnen het Nederlandse staatsrecht (K)
Alle ministers samen, met aan hoofd de Minister President, deze is de voorzitter
Benoem de taken en bevoegdheden van de Staten-Generaal (K)
De Staten-Generaal (ook wel Parlement) zijn verantwoordelijk voor de
vertegenwoordiging van het volk. Ook mogen ze de Regering controleren. Verder kunnen
ze wetsvoorstellen accorderen, indienen en wijzigen.
Benoem wat de taak van de ministerraad is (K)
De Ministerraad moeten wekelijks vergaderen, vormen een besluit over het algemeen
regeringsbeleid en bevorderen de eenheid van dat beleid.
Licht toe wat de positie van de minister-president is (B)
Minister President is voorzitter van Ministerraad, is regeringsleider en heeft ministeriële
verantwoordelijkheid voor bevoegdheden van de Koning.
Licht toe wat de positie van de staatssecretaris is (B)
Ondersteunend aan de Minister en neemt deel van zijn takenpakket op zich. Ze zijn geen
lid van ministerraad, maar kunnen wel deelnemen aan de beraadslagingen hiervan en
een raadgevende rol hebben. Ze zijn politiek verantwoordelijk voor taken maar Minister
draagt eindverantwoordelijkheid.
Licht de relatie tussen de regering en Staten-Generaal toe (B)
Vormen samen de wetgever.
Benoem de taken van de Raad van State en de Algemene Rekenkamer (K)
Taken Raad van State: Het adviseren van regering en parlement en het rechtspreken als
hoogste bestuursrechter.
Taken Algemene Rekenkamer: Berekenen en controleren inkomsten en uitgaven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmelse87. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.67. You're not tied to anything after your purchase.