100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Sociologie, een inleiding' van Mark Elchardus, Bram Spruyt en Christophe Vanroelen en 'The sociology of education, a systematic analysis' van Jeanne H. Ballantine, Floyd M. Hammack en Jenny Stuber $8.04
Add to cart

Summary

Samenvatting 'Sociologie, een inleiding' van Mark Elchardus, Bram Spruyt en Christophe Vanroelen en 'The sociology of education, a systematic analysis' van Jeanne H. Ballantine, Floyd M. Hammack en Jenny Stuber

1 review
 6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de boeken 'Sociologie, een inleiding' en van 'The sociology of education, a systematic analysis'. Door het leren van deze samenvatting de hoorcolleges (zie andere advertentie) heb ik op het tentamen een 8,1 gehaald.

Preview 4 out of 102  pages

  • Unknown
  • June 21, 2019
  • 102
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: channah4 • 4 year ago

avatar-seller
Inleiding in de Sociologie samenvattingen

H1 De sociologische verzuchting
1.1 Wat is sociologie? Een poging tot definitie, die gelukkig mislukt
Veel definities worden gegeven van ‘sociologie’, een vaste definitie bestaat nog niet, omdat de
sociologie nog vrij jong en onbekend is. Sociologen zijn het over één ding eens: hoe moeilijk het is om
tot een definitie van de sociologie te komen.

- Anthony Giddens (1938)
Betekenis 1: Sociologie is een studie van het menselijke, sociale leven 2, van menselijke groepen en
maatschappijen3. Het is een overweldigende en dwingende onderneming omdat het over ons eigen
handelen als sociale wezens4 gaat. De sociologie heeft een zeer breed belangstellingsveld 5, van de
analyse van kortstondige ontmoetingen van mensen op straat tot onderzoek naar globale sociale
processen.
2. De mens is door en door sociaal: vrienden, familie, mensen die je toevallig tegenkomt op
straat, spullen die je gebruikt, worden gemaakt door iemand op de wereld. Er is een enorme
hoeveelheid verbinding tussen mensen. Vb. Robinson Crusoe die alleen op een eiland zat was
zelfs verbonden met andere mensen: spullen die aanspoelden, waren van andere mensen.
3. Sociologen houden van in groepjes denken. Ze denken graag over sociale positie,
verwachtingen, sociaaleconomische status, in- en uitsluiting (hoort iemand bij een bepaalde
groep of niet, hoort deze persoon bij de groep werkende mensen? (door uitsluiting ontstaat
een wij/zij-denken), sociale ongelijkheid (bijv. hoog- en laagopgeleide mensen, wat betekent
het voor een kind als ouders een ander inkomensniveau hebben?). Wat ook opmerkelijk is, is
dat vooral bij pedagogiek meisjes zitten. Hoe kan het dat vrouwen vaker deze interesse
hebben dan mannen? Genderrolpatroon = wat hoort bij vrouwen, wat hoort bij mannen
(vaak al van jongs af aan zichtbaar). Is het gewenst dat deze verschillen er zijn en welke
ongelijkheden zijn er allemaal?
4. Dus het gaat over onszelf. Sociologie gaat altijd over ons en dat maakt het ook lastiger. Een
natuurkundige kan objectieve waarnemingen doen, terwijl als wij waarnemingen doen naar
de wereld, wordt het gekleurd door onszelf.
5. Over alles is ongeveer wel wat geschreven door sociologen. Micro processen = interacties
tussen individuen (bijv. dit college). We weten goed wat we van elkaar kunnen verwachten.
Macro processen = sociale systemen, groepen, instituties.
Bovenstaande zijn eigenlijk 4 definities van sociologie.

Definitie Max Weber: ‘… wetenschappelijke poging om het sociale handelen te begrijpen, met de
bedoeling op die manier tot een causale verklaring van het verloop en de effecten van dat handelen
te komen.’
Kanttekeningen:
- De taak die Weber opeist voor de sociologie, proberen de psychologie, de antropologie en de
politicologie ook te doen. Antropologen, historici, politicologen en sociologen zijn zeker niet
helemaal hetzelfde, maar wat ze doen vertoont grote gelijkenis. Ze bestuderen bijv. vaak
dezelfde verschijnselen en hanteren dikwijls dezelfde theorieën.
- Weber zegt dat de sociologische verklaring causaal of oorzakelijk moet zijn: verklaren neemt
de vorm aan van oorzaak-gevolgrelaties. Maar hiermee zijn niet alle sociologen het eens.
Dus ook deze definitie wordt niet door alle beoefenaars van het vak aanvaard.

Problemen van de definiëring van de sociologie:
- Een relatief jong vakgebied (circa 150 jaar)
- Geen consensus onder sociologen  bepaalde sociologen vinden causaliteit belangrijk
binnen sociale verschijnselen. Anderen vragen zich af of A wel B veroorzaakt. Vb. kinderen

, die gepest worden zijn vaak meer teruggetrokken: zijn ze teruggetrokken omdat ze gepest
worden of worden ze gepest omdat ze teruggetrokken zijn? Leidt A tot B of andersom? Hier
wat discussie nog over.
- Een breed vakgebied: veel onderwerpen, methoden, subgebieden
- Definities vaak niet onderscheidend (van antropologie/filosofie/politicologie)  bepaalde
wetenschappers van de sociologie zijn ook filosofen.

Definities kunnen worden gebruikt om een verschijnsel vast te leggen, maar definities zijn veel
minder geschikt om een verschijnsel te begrijpen. Dit geldt ook voor de sociologie, die zich
bovendien lastig laat vastleggen. De sociologie is een levendige eigenschap en als we haar willen
leren kennen, moeten we haar zonder vooroordelen bekijken en misschien wel meebeleven.

In plaats van één definitie, focust Elchardus et al. op:
- Een werkdefinitie: ‘de wetenschap van het samenleven’
- Een uitgangspunt: alles is contingent, maar niet arbitrair
- Het vraagstuk van de sociale orde
- Taken en houding van een socioloog

1.2 Wat de sociologie ons leert
1.2.1 De belangrijkste les
Voor een discipline die kijkt naar de wijze waarop mensen samenleven, kan die eindbestemming
echter enkel een inzicht in dat samenleven zijn. De belangrijke les is: alles is contingent, maar niet
arbitrair (of willekeurig).
Haast alles wat in de maatschappij bestaat – de wijze waarop we verliefd worden, wat we mooi
vinden, de wijze waarop we ons eten klaarmaken en ons aan tafel gedragen, de wijze waarop we
wonen en ons verplaatsen, de belangen die we hebben en nastreven – had ook anders kunnen zijn.
Al die dingen waarvan we soms aannemen dat zij natuurlijk zijn en verbonden met onze diepste
eigenheid, hadden zich in de loop van de geschiedenis ook anders kunnen ontwikkelen. Zij zijn
contingent.
Iets is contingent als het noodzakelijk noch onmogelijk is en het dus ook anders had kunnen zijn dan
het nu is. Het moeilijke deel van de les is dat het contingente niet gelijkgesteld kan worden aan het
arbitraire. Het is niet omdat een bepaalde instelling, bijv. het huwelijk, ook anders had kunnen zijn, ja
in andere culturen soms totaal andere vormen aanneemt, dat er geen goede redenen bestaan voor
de vorm die het bij ons heeft aangenomen.
Vanaf de 17e eeuw dringt duidelijk het bewustzijn van het contingente door tot de Europese
intellectuele elite. Franse filosoof en wiskundige Blaise Pascal (1623-1662) toonde dit besef aan met
zijn uitspraak: ‘Wat geldt als waarheid aan de ene kant van de Pyreneeën, is dwaasheid aan de
andere kant.’

1.2.2 Contingentie
Het besef van contingentie speelt in de sociologie een belangrijke rol. Culturen verschillen van elkaar.
In sommige culturen en wetgevingen mag verkrachting plaatsvinden binnen het huwelijk
bijvoorbeeld niet, maar in andere culturen weer wel.

1.3 Contingent, maar niet arbitrair
De zorg over normen en waarden was niet nieuw. Men vindt die al bij verschillende filosofen die lang
leefden voordat er sprake was van de moderne sociologie.

Rousseau (1712-1778): contingentie is oncomfortabel
Hoe kan men de mensen ertoe brengen de wet te eerbiedigen, hoe zijn de rechtstaat en de sociale
orde mogelijk als iedereen zich ervan bewust is dat het allemaal conventies en constructies zijn?

,Rousseau geloofde dat voor wetten en regels een vorm van autoriteit moest zijn, waar mensen op
konden vertrouwen. Hij wist alleen niet welke vorm van autoriteit, behalve religie.
Hoe kan men de mensen ertoe brengen de wet te eerbiedigen, als zij er zich van bewust worden dat
zij die zelf hebben gemaakt. Duidelijk was dat mensen wetten en reglementen respecteren zolang zij
geloven dat deze van buitenaf, bijv. door een God, worden opgelegd. Als naar voren komt dat deze
wetten en reglementen eigen producten en dus conventies zijn, zal het respect van hen verdwijnen.
In het Contrat Social van Rousseau zei hij ook dat mensen de wetten alleen zullen respecteren en hun
plichten enkel zullen naleven als een religie hen daartoe aanzet en motiveert. Religies moeten dan
ook doelbewust bijdragen tot burgerdeugd: goede, degelijke burgers kweken. Christendom voldeed
onvoldoende aan deze taak, dus hierop kritiek. De eventuele religies die de aandacht voor
burgerdeugd centraal dienden te stellen, noemde hij civiele religies. Het besef van het contingente
betekent dat men de organisatie van de samenleving niet langer op rekening van goddelijke wil of
natuurlijke noodzaak kan schrijven. Wij, mensen, zijn er de makers van.

1.3.1 Verlichting en Tegen-Verlichting
De vraag waarom het contingente niet arbitrair is stond, na de Franse Revolutie, centraal in de
discussie tussen vertegenwoordigers van de Verlichting en die van de Tegen-Verlichting. De
Verlichting in de 19e eeuw leidde tot geseculariseerd, geïndividualiseerd en gerationaliseerd denken
en verwierp een beroep op religie als handhaver van de orde. Het goede samenleven was niet meer
afhankelijk van het volgen van goddelijke voorschriften, maar van het volgen van de eigen rede en
het eigen redeneervermogen. De rede moest de grondslag van de maatschappelijke orde worden. De
rede en het wetenschappelijke denken zouden, zo meende de Verlichting-aanhangers,
maatschappelijke rust, vooruitgang en geluk brengen.
Maar de Tegen-Verlichting (reactie op Verlichting) vreesde dat het redelijke handelen wel eens tot
egoïsme, sociale ontreddering en vervreemding zou kunnen leiden. Als mensen niet meer geloofden
dat de regels die het samenleven mogelijk maakten van bovennatuurlijke oorsprong waren, dat ze
elkaar niet meer zouden respecteren. Als bepaalde regels het nastreven van eigen belang
belemmerden, zouden mensen zeggen dat die regels willekeurig zijn en gaan ze alsnog hun eigen
belang behartigen (tegen de regels in). Daarom, volgens Tegen-Verlichting, waren godsdienst en
gezag nodig om het samenleven te regelen.
De vroege, 19e-eeuwse sociologie kan worden beschouwd als een poging om de these van de
Verlichting en de antithese van de Tegen-Verlichting met elkaar te verzoenen.

1.3.2 Grondlegger van de sociologie: Auguste Comte (blz. 11/12 nog even nalezen!)
Comte wordt gezien als grondlegger van de sociologie, omdat hij de term ‘sociologie’ bedacht en
voor het eerst gebruikte om zijn intellectueel werk te omschrijven. Compte pleitte voor een sterk
zakelijke, op strakke wetenschappelijke observatie en logica gesteunde sociologie. Hij noemde dit de
positivistische benadering van de sociale werkelijkheid. Niet alleen aanhanger van Verlichting, maar
ook was hij gevoelig voor stellingen van de aanhangers van de Tegen-Verlichting. Een
maatschappelijke orde vloeit niet spontaan voort uit individueel redelijk gedrag, en evenmin door
dwang alleen in stand kan worden gehouden. Respect voor de wetten en de maatschappelijke orde
heeft een irrationele grondslag. De vraag van Comte blijft actueel en neemt centrale plaats in: hoe
kunnen mensen hun lot in eigen handen nemen – niet individueel, maar gezamenlijk – zonder dat
hun samenhang steunt op macht en/of misleiding? Waarom en in welke mate is de door de mens
geschapen maatschappelijke orde niet willekeurig, niet arbitrair, en ons vertrouwen en onze inzet
waard?

Comte (1798-1857): antwoord op contingentie is positivisme
Verlichting: opmars van de wetenschap
Comte: grondlegger positivisme
- Kennis en theorie baseren op waarneembare feiten (empirie)  deductief
- Sociale wetenschap aanpakken als de natuurwetenschap

, - Taak van de socioloog is de sociale wetmatigheden onderzoeken/regelmaten in het gedrag
ontdekken en deze regelmaten moeten, net zoals in de natuurwetenschappen, de
onveranderlijkheid van echte wetmatigheden hebben.
Compte is naamgever ‘sociologie’: socio (sociale leven) + logos (wet)

Kritiek: redelijkheid van de mens en positivistische wetenschap

Kritiek op positivisme:
- Samenleving is veranderlijk
- Context van belang (bijvoorbeeld land)  vb. lolly bij kleuters in Nederland en België
- Sociologen zijn zelf mensen (beïnvloeding / niet objectief)  sociologen zijn zelf mensen die
‘zichzelf’, de mens, onderzoeken. Met een bepaalde bril naar de werkelijkheid kijken.
- Sociaal onderzoek politiek gevoelig  uitspraken van sociologen hebben gevolgen voor de
samenleving zelf. Als natuurkundige zegt dat zwaartekracht X is, is dat voor iedereen prima.
Maar stel dat een socioloog zegt dat scholen steeds gevaarlijker zijn geworden, dan wordt er
gelijk een sociaal beleid uitgevoerd. Uitspraken hebben gelijk gevolgen.

1.3.3 Debat tussen Habermas en Luhmann
Habermas (1928-)
- Juicht het werk van de wetenschap toe
- Zit sterk in lijn met de verlichting: we kunnen tot sociale orde komen d.m.v. de rede. Maar
volgens Habermas is dit proces onvoltooid. Tot nu toe verrijkt het wel onze kennis, maar
biedt ons geen richting. Pro-rationalisering.
- Wetenschap leert ons nu hoe we efficiënt en doeltreffend handelen (verrijkt kennis), maar
niet wat we moeten doen (geen richting). Wetenschap kan ons op veel gebieden vertellen
hoe we iets doeltreffend en/of efficiënt kunnen aanpakken, maar niet waarom we eerder het
ene dan het andere moeten doen. Voorbeeld: wetenschap vertelt ons hoe we hoofdpijn
verlichten een ruimteveer lanceren of een hongersnood verhelpen. Stel dat we over
beperkte middelen beschikken en tussen die 3 doelen moeten kiezen, dan kan de
wetenschap daar ons niet bij helpen. Voor de wetenschap is zo’n keuze irrationeel en
subjectief
- De wetenschap reikt ons een methode om met elkaar te leren communiceren 
ongedwongen communicatie zou ertoe leiden dat alle eerlijke en redelijk mensen het eens
worden over beleidsprioriteiten  hierover is Luhmann het oneens, want deze mensen
kunnen het alsnog oneens zijn met elkaar
- Religie wantrouwen, vertrouwen in de mens

Luhmann (1927-1998)
 Tegenverlichting en anti-rationalisering: rede gebruiken leidt tot onder andere
machtsmisbruik
 We worden het nooit eens (zelfs redelijke en eerlijke mensen niet)
 Met het arbitraire leren leven
 Hoe worden we het eens?
- Meerderheidsregels: meerderheid hoeft het niet bij het juiste eind te hebben, maar
zo komen we toch nog ergens en als we ze niet respecteren, creëren we chaos en het
risico op ergere vormen van willekeur. De helft van de stemmen + één is een
meerderheid.
- Rechtspositivisme  regels zijn regels. Een wet verdient respect, ongeacht haar
inhoud of de doelen die zij dient, zolang zij maar op de juiste wijze tot stand
gekomen is. Over wat rechtvaardigheid is, worden we het toch nooit eens. Toch
hebben we weten en regels nodig en we kunnen het wel eens zijn dat een regel die
volgens de juiste procedure tot stand is gekomen (bijv. via meerderheidsbeslissing)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marielleschouwenaar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.04  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added