Dit is een samenvatting van de tentamenstof die geleerd moet worden voor het tentamen van neuropsychologische diagnostiek. De samenvatting is in het Nederlands en omvat zowel de hoofdstukken uit het boek 'Neuropsychologische diagnostiek' als de artikelen die gelezen moeten worden.
Hoofdstuk 2, Ethiek
§2.1 Regels ter beoordeling van klachten
- Tuchtcolleges die onder de wet BIG functioneren oordelen aan de hand van twee normen.
Werd er gehandeld in strijd met de zorg die een ‘goed beroepsbeoefenaar behoort te
betrachten ten opzichte van de patiënt en de naaste van de patiënt’.
Is er op andere wijze in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele
gezondheidszorg gehandeld.
§2.2 Klachtenprocedure
- Klagers moeten hun klacht schriftelijk en met argumenten onderbouwd indienen. Dit klaagschrift
wordt doorgezonden naar de aangeklaagde psycholoog. Deze wordt vervolgens verzocht om
binnen een bepaalde termijn een verdediging te schrijven: het verweerschrift.
- Gegrondverklaring van de klacht --> er wordt een maatregel opgelegd; een waarschuwing,
berisping, schorsing voor bepaalde tijd uit het lidmaatschap, of een ontzetting uit het
lidmaatschap.
Ook kan een voorwaardelijke maatregel worden opgelegd.
§2.3 Soorten regels
- De vier basisprincipes uit de NIP-code:
Verantwoordelijkheid
Integriteit
Betrouwbaarheid --> psychologen moeten zorgen dat ze in het beroepsmatig handelen
onafhankelijk en objectief kunnen optreden.
Eerlijkheid --> psychologen moeten geen ongerechtvaardigde of bovenmatige
verwachtingen wekken.
Respect
Deskundigheid.
§2.4 Belang van het individu
- Het accent van de beroepscodes ligt op de belangen van individuele cliënten of patiënten.
- Informed consent --> patiënten moeten voor behandelingen en interventies toestemming geven,
maar daartoe moeten ze eerst op een adequate wijze geïnformeerd worden over wat er zal
plaatsvinden.
- Tweevoudige verstrekking van informatie, zowel mondeling als schriftelijk.
Schriftelijk kan worden nagelezen.
Mondeling --> het taalgebruik van de professional kan afgestemd worden op het
begripsvermogen van de ander.
§2.5 Eenduidigheid
- Duidelijkheid krijgen van de opdrachtgever van het opstellen van een rapport --> in welk opzicht
zal het rapport straks iets uitmaken?
§2.6 Methode van onderzoek
- Alleen methoden gebruiken waarvoor men door opleiding, training en ervaring voldoende is
gekwalificeerd.
- Marginaal toetsen --> bewoog de aangeklaagde zich binnen de grenzen van het aanvaardbare of
zijn de grenzen overschreden.
§2.7 Rapportage
- Beperkingen in het rapport zelf vermelden:
Wanneer is het onderzoek uitgevoerd en wat is de uiterste geldigheidsduur van de getrokken
conclusies.
Wat is de bedoeling van het rapport; waartoe dient het.
Aangeven dat de informatie alleen geïnterpreteerd mag worden in het licht van de vermelde
vraagstelling.
,- Recht op correctie voor patiënten. Niet alle suggesties voor tekstwijziging hoeven te worden
overgenomen door de psycholoog.
- Recht van blokkering voor de patiënt. Tenzij de externe opdrachtgever aan een wettelijke
regeling de bevoegdheid ontleent om rapportage te eisen.
§2.8 Teamwork
- In het rapport zelf expliciet vermelden hoe de verantwoordelijkheden verdeeld zijn; wie verrichte
welk deel van het onderzoek en wie neemt welk deel van de conclusies voor zijn rekening.
- Binnen het team van professionals geldt geen geheimhoudingsplicht ten opzichte van elkaar.
- Als een bepaalde specialist zelf de rol van opdrachtgever vervult mag de psycholoog niet zonder
toestemming van de patiënt bevindingen doorgeven.
§2.9 Heteroanamnese
§2.10 Dossier
- Patiënten hebben het recht om hun eigen dossier in te zien.
- Het dossier heeft verschillende functies
Geheugen --> afspraken worden erin vastgelegd, evenals gevolgde procedures, gevonden
resultaten en getrokken conclusies.
Reddingsboei --> een collega kan met behulp van de gegevens uit het dossier de draad
oppakken en verder werken met patiënten.
Wapen waarmee de psycholoog zich tijdens een klachtenprocedure kan verweren.
- Psychologen moeten hun gegevens over patiënten zodanig opbergen dat zij zelf de
vertrouwelijkheid kunnen garanderen.
- Werkaantekeningen mogen buiten het dossier worden gehouden --> aantekeningen die slechts
een zeer tijdelijke functie hebben zoals geheugensteuntjes.
- Elektronisch patiëntendossier.
§2.11 Tenzij…
- Voorkoming van levensgevaar.
§2.12 Wilsonbekwame patiënt
- Patiënten hebben zelfbeschikkingsrecht, tenzij ze hiertoe in juridische zin onbekwaam worden
geacht.
Een vertegenwoordiger voor de patiënt kan door de rechter worden aangewezen, of door de
patiënt zelf.
§2.13 Grensgevallen
- Patiënt als wilsonbekwaam beschouwen als hierover nog geen formele uitspraak is gedaan.
Hoofdstuk 3, Anamnese en heteroanamnese
§3.1 Inleiding
- neuropsychologisch onderzoek --> onderzoeken van cognitieve, emotionele en
gedragsconsequenties van het disfunctioneren van de hersenen.
§3.2 De aanvraag voor neuropsychologisch onderzoek
- Niet alleen de vraag, maar ook de achtergrond en de reden voor het onderzoek bij aanvang van
het onderzoek moeten duidelijk zijn.
- Informeren naar verwachtingen van de patiënt en/of zijn familie --> voorkomen dat de patiënt bij
terugrapportage van de resultaten nog met vragen komt die niet beantwoord kunnen worden
met het reeds uitgevoerde onderzoek.
Motivatie voor de patiënt om optimaal mee te werken aan een onderzoek.
§3.3 Informeren van de patiënt
- Bij de uitnodiging van de patiënt voor het onderzoek moeten het doel van het onderzoek, de
manier van rapporteren en de verantwoordelijk psycholoog worden vermeld. Ook het recht op
inzage, bezwaar, correctie en blokkering moet vermeld worden.
§3.4 Informatie vooraf
- Inzage in het medisch dossier van de patiënt --> voorkomen dat de patiënt steeds dezelfde
vragen moet beantwoorden bij diverse hulpverleners.
, - Tijdens de anamnese --> al beginnen me het vormen van de hypothesen en controleren van de
relevante gegevens uit het medisch dossier.
- Intakelijsten die de patiënt of een directbetrokkene al voor aanvang van de anamnese of het
testonderzoek kan invullen.
§3.5 De anamnese
- Mede sturend voor het formuleren van een vraagstelling en hypothesen.
- Zo precies mogelijke gegevens verkrijgen over de aard, het verloop en de ernst van de klachten
en de gevolgen hiervan op het dagelijks leven.
Deze klachten in een groter verband plaatsen aan de hand van de ziektegeschiedenis van de
patiënt en psychosociale factoren.
Indruk krijgen van het premorbide functioneren van de patiënt.
- Anamnese moet op een gestructureerde manier uitgevoerd worden om de betrouwbaarheid te
maximaliseren.
Relevante informatie en soms de letterlijke uitspraken van de patiënt noteren.
Nooit objectief --> de informatie van de patiënt zal altijd gekleurd zijn door cognitieve en
persoonlijkheidsfactoren.
Een correcte weergave hangt ook af van het geheugen van de patiënt.
Het is van belang dat de patiënt concrete voorbeelden noemt. Zo kan de psycholoog
controleren of de patiënt ook daadwerkelijk onder een bepaalde klacht of stoornis
verstaat wat de neuropsycholoog eronder verstaat.
§3.6 Heteroanamnese
- Hiervoor wordt toestemming van de patiënt gevraagd.
§3.7 De inhoud van de (hetero)anamnese
- Begint met de uitleg van de procedure en een samenvatting van de voorinformatie die de
psycholoog heeft en die hij controleert op juistheid bij de patiënt. Vervolgens stelt hij een open
vraag en vraagt met een paar open vragen om verheldering.
- Goed in kaart brengen van de duur en het verloop van de klachten.
- Aan de hand van de spontane klachten bij het eerste deel van de anamnese, wordt doorgevraagd
naar de specifieke klachten.
Alle klachten moeten zo concreet mogelijk bevraagd worden door de psycholoog en bij
twijfel moet de patiënt voorbeelden geven van hoe deze klacht zich uit in het dagelijks leven.
Algemene gegevens vragen.
Indien geen medisch dossier inzichtelijk --> zelf vragen naar relevante medische
aandoeningen.
Medicatiegebruik en het huidige of voormalige gebruik van drugs en alcohol inventariseren.
Gezins- en familieleven en vrijetijdsbesteding --> geven eventueel ook informatie over het
premorbide functioneren.
§3.8 Gedragsobservatie
Hoofdstuk 4, Vraagstelling en hypothesevorming
§4.1 Van aanvraag naar vraagstelling
- NPO steunt op drie pijlers:
Theorievorming over de cognitieve stoornissen/klachten.
Operationalisatie en meting daarvan.
Toepassing van relevante diagnostische methoden.
- Diagnosticus --> moet de vraag van de aanvrager en/of patiënt vertalen naar één of meer
toetsbare vraagstellingen.
- Diagnostische vraagstellingen --> vraagstellingen gericht op de differentiële diagnostiek, zoals die
tussen dementie en depressie.
- Beschrijvende vraagstellingen --> vraagt naar een gedragsbeschrijving om bijvoorbeeld te komen
tot een behandel- of begeleidingsplan op basis van een sterkte-zwakteanalyse.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisabeth2601. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.