H1
Marktaandeel van de afzet = afzet onderneming/afzet van de totale markt x 100%
Constante kosten zijn kosten die niet afhangen van productie (bijv. verzekeringskosten)
TO = totale opbrengst = omzet
TK = totale kosten GTK = gemiddelde totale kosten
TCK = totale constante kosten GCK = gemiddelde constante kosten
TVK = totale variabele kosten GVK = gemiddelde variabele kosten
TW = totale winst
P = prijs
Q = afzet = verkochte hoeveelheid
Omslagpunt= de totale opbrengst gelijk aan je totale kosten, TW= 0 dit noemen we ook wel
break even punt
TO = P x Q = Totale opbrengst = prijs x afzet (prijs per stuk x verkochte hoeveelheid)
TK = TVK + TCK = totale kosten = totale variabele kosten + totale constante kosten
TW = TO – TK = (P x q) – (TCK + TVK)
TVK = GVK x q
Omzet = P x Q --- P = omzet / q --- q = omzet / P
Marginale opbrengst en marginale kosten
Elk product verkocht boven break-event afzet levert extra winst op totdat de
productiecapaciteit bereikt is, dan haal je de totale maximale winst.
Als de variabele kosten per product toenemen bij een hogere productie kun je niet meer
zeggen dat de winst maximaal is bij gebruik van de volledige productiecapaciteit. De
gegeven functie van de totale kosten verandert dan
Marginale analyse:
Bij de vraag tot hoever de productie wordt uitgebreid, kijk je of bij het produceren van een
extra voorwerp de extra opbrengst van dat voorwerp hoger is dan de extra kosten ervan.
Anders gezegd je kijkt of de marginale opbrengst groter is dan de marginale kosten.
De marginale opbrengst geeft aan welk bedrag een ondernemer extra krijgt voor een extra
verkocht product.
Om te weten bij welke afzet een ondernemer maximale totale winst behaalt, wordt bij de
marginale analyse gekeken of de totale winst toeneemt als de productie met een extra
eenheid product wordt uitgebreid. De totale winst stijgt zolang de marginale opbrengst van
dit product groter is dan de marginale kosten. En als de marginale kosten groter wordt dan
de marginale opbrengst daalt de omzet.
, H2
Opbrengst, totale kosten en winst
De opbrengst of omzet wordt uitgedrukt in geld (euro’s) en is gelijk aan de afzet maal de
verkoopprijs. De afzet wordt uitgedrukt in stuks, kilogram, liters, etc.
De totale kosten zijn gelijk aan de totale constante (ook wel vaste) kosten plus de totale
variabele kosten. Constante kosten veranderen niet als er meer of minder geproduceerd
wordt. Variabele kosten veranderen met de productieomvang.
De totale opbrengst min de totale kosten is gelijk aan de winst.
Marktaandeel
Het marktaandeel van een onderneming kan uitgedrukt worden in afzet of in omzet.
Het marktaandeel in afzet is gelijk aan de afzet van een onderneming in procenten van de
afzet van de totale markt. Het marktaandeel in omzet is gelijk aan de omzet van een
onderneming in procenten van de omzet van de totale markt.
Break-evenafzet
De break-evenafzet is die afzet (aantal, stuks) waarbij een onderneming quitte speelt. Dit wil
zeggen dat de opbrengst gelijk is aan de totale kosten. De winst is dus nul.
De break-evenomzet is gelijk aan de break-evenafzet maal de verkoopprijs.
De marginale opbrengst (MO) is de opbrengst van de laatst verkochte eenheid. De
marginale kosten (MK) zijn de kosten van de laatst geproduceerde eenheid. Zolang MO
groter is dan MK neemt de winst toe als de productie toeneemt. Omgekeerd neemt de winst
af zodra MK groter is dan MO. De winst is maximaal als MO = MK.
Marginale kosten en opbrengsten
Productiecapaciteit: maximale haalbare opbrengsten
> bottle-neck: knelpunt in productieproces(grondstoffen, personeel, etc.)
Extra winst per fiets boven BEP = €2250 – €1850 = €400 tot bereiken productiecapaciteit.
Voorwaarde is GVK blijven gelijk:
> kunnen veranderen door minder efficiënte productie bij werken onder druk
Extra transportkosten, extra reclamekosten etc.
> produceren tot extra opbrengsten = extra kosten
Marginale analyse:
MO(marginale opbrengsten): extra inkomsten bij productie van 1 extra product
MK(marginale kosten): extra kosten bij productie van 1 extra product
MO < MK = productie stoppen
MO = MK = productie voortzetten
Quitte spelen: punt dat er geen winst of verlies wordt behaald = BEP
BEP = break-evenpunt
De totale opbrengst gelijk aan je totale kosten> de totale winst is dan nul
BEA = break-evenafzet
BEO = break-evenomzet
GCK = constante kosten / aantal producten (CK / q)
GVK = variabele kosten / aantal producten (VK / q)
GTK = totale kosten / aantal producten (TK / q)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BJJ19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.