100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen verbintenissenrecht p2 $4.31   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen verbintenissenrecht p2

2 reviews
 161 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Leerdoelen van het vak inleiding verbintenissenrecht P2. Heb door deze leerdoelen een 8,7 voor de geslotenvragentoets gehaald en een 8 voor de openvragentoets.

Preview 2 out of 9  pages

  • June 22, 2019
  • 9
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: Nikavanschijndel • 4 year ago

review-writer-avatar

By: emmabraam1244 • 5 year ago

avatar-seller
Leerdoelen verbintenissenrecht
Aangeven wat de begrippen: rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot rechtsfeit en
verbintenis inhouden;
Rechtshandeling  handelingen die gericht zijn op rechtsgevolg (art. 3:33 BW wil + verklaring)

Feitelijke handeling  handelingen die niet gericht zijn op rechtsgevolg, maar waar het recht
wel rechten en plichten aan verbindt. Het rechtsgevolg treedt hoe dan ook in.
Voorbeeld: een vaas omstoten. Rechtsgevolg = schadevergoeding.

Bloot rechtsfeit  feiten die automatisch rechtsgevolg hebben. Je hoeft er niks voor te doen.
Voorbeeld 1: geboren worden. Rechtsgevolg = recht hebben op een naam.
Voorbeeld 2: meerderjarig worden. Rechtsgevolg = bevoegd tot overeenkomst sluiten.
Voorbeeld 3: overlijden. Rechtsgevolg = testament treedt in werking.

Verbintenis  een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen, op
grond waarvan de ene persoon (schuldeisers) recht heeft op een prestatie, waartoe de ander
(schuldenaar) is verplicht.

Dus: een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen, waarbij de ene
persoon recht heeft op een prestatie, die de ander moet leveren.

Voorbeeld: laptop kopen  koopovereenkomst.
Uit de koopovereenkomst vloeien verbintenissen.
Verbintenis 1: Koper is verplicht te betalen vs. verkoper heeft recht op betaling
Verbintenis 2: Verkoper is verplicht te leveren vs. koper heeft recht op levering

Verbintenissenrecht  regelt de rechtsverhouding tussen rechtssubjecten.

Rechtsfeiten  gebeurtenissen waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt.
Ze ontstaan door menselijk handelen en uit blote rechtsfeiten.

Aangeven wat een eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling is;
Eenzijdige rechtshandeling  een rechtshandeling, die verricht wordt door één persoon. Hierbij
is de wil van één persoon nodig.
Voorbeeld: opzeggen van een overeenkomst.

Meerzijdige rechtshandeling  een rechtshandeling, waarbij minimaal twee personen nodig
zijn. De wil van beide personen zijn dus nodig.
Voorbeeld: huwelijk.

De bronnen van verbintenissen uit het Burgerlijk Wetboek noemen;
- Uit de wet voortvloeien ( art. 6:1 BW)
- Een overeenkomst ( art. 6:213 BW)
- Een onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
- Een rechtmatige daad (bijvoorbeeld zaakwaarneming)

De verschillende rechtssubjecten in het Nederlandse recht herkennen;
Rechtssubject  drager van rechten en plichten. Dit zijn natuurlijke personen en
rechtspersonen.

, Uitleggen of een rechtshandeling nietig, vernietigbaar of geldig is.
Nietig  het beoogde rechtsgevolg treedt niet in, omdat de wet dit verbiedt (art. 3:40 BW)
De overeenkomst bestaat NIET.
Voorbeeld: iemand laten vermoorden inruil voor geld.

Vernietigbaar  het rechtsgevolg treedt in werking en is geldig, maar de nietigheid van de
overeenkomst kan achteraf ingeroepen worden (art. 3:53 BW)
De overeenkomst bestaat WEL, maar kan nietig verklaard worden.
Is geldig totdat overeenkomst wordt vernietigd.
Voorbeeld: 14-jarige die een auto koopt = handelingsonbekwaamheid

Geldig  indien het niet een handeling betreft die volgens de wet verboden is of achteraf nietig
kan worden verklaard.

Handelingsbekwaamheid  bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten.
- Iedere natuurlijke persoon is handelingsbekwaam, tenzij de wet anders bepaalt.
- Minderjarigen (art. 1:233 e.v. BW) en onder curatele gestelden (art. 1:381 e.v. BW) zijn niet
altijd handelingsbekwaam.

Arrest Hofland/Hennis
Hofland bood zijn huis te koop aan in een advertentie. Hofland aanvaarde dat aanbod. Hofland zag
wie het aanbod had aanvaard, kwam Hofland op zijn aanbod terug. Volgens hem is er geen
koopovereenkomst ontstaan door het aanvaarden van het aanbod. Hennis vind wel dat er een
koopovereenkomst is ontstaan.

Rechtsvraag: is er door de aanvaarding van Hennis een koopovereenkomst ontstaan?
Rechtsregel: een advertentie waar een individueel bepaalde zaak te koop wordt aangeboden, geldt
als een uitnodiging tot onderhandeling. Het is geen aanbod, omdat ook de persoon die de zaak koopt
van belang kan zijn.

Individueel bepaalde zaak / specieszaak een zaak waar maar één van is. Bijvoorbeeld een huis of
een dier.

Arrest Haviltex
Ermes en Langerweg verkochten aan machine aan Haviltex. In het koopovereenkomst stond dat de
machine tot het einde van het jaar terug mocht brengen en Haviltex zijn geld zou terugkrijgen. In het
midden van het jaar wilde Haviltex de machine terugbrengen en zijn geld terug. De verkopers
accepteerde het niet omdat Haviltex geen goede reden zou hebben om de machine terug te
brengen. Haviltex gaf aan dat in het koopovereenkomst niks over een goede reden tot teruggave
vermeld stond en alleen dat de machine voor het einde van het jaar terug kan.

Rechtsvraag: mocht de machine terug worden gegeven zonder goede reden?
Rechtsregel: bij een overeenkomst moet er niet alleen naar de taalkundige uitleg worden gekeken,
maar ook naar de bedoeling van de partijen.

Benoemen wat het verschil is tussen een aanbod en een uitnodiging tot het doen van een
aanbod aan de hand van relevante jurisprudentie en dit toepassen op een casus;
Aanbod  gaat om een soortzaak waarbij de persoon die het koopt niet van belang is.
Uitnodiging tot aanbod  Volgens Hofland/Hennis gaat het dan om een individueel bepaalde
zaak/soortzaak. De koper is van belang.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Haloum. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  2x  sold
  • (2)
  Add to cart