Advies term sheet (Engelstalig, beoordeling: 9,1)
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Handelsrecht
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
ScholierRechten
Reviews received
Content preview
Samenvatting Handelsrecht
W1
H1
Kapitaalassociatie: intuitu pecuniae (omwille van geld)
BV 2:175
- Aandelen zijn een middel om vermogen aan te trekken. Daarnaast
doorgaans stemrecht aan aandeel verbonden 2:228
(zeggenschapsfunctie). Plutocratisch karakter = hoe meer aandelen
iemand houdt, des te machtiger, maar kan in statuten anders zijn geregeld
(lid 4). Tot slot een winstverdelingsfunctie = IB ieder aandeel recht op
gedeelte winst 2:216. Voor een aandeelhouder ook nog een
vermogensobject, omdat het voor overdracht vatbaar is
- Bij vervreemding eerst aanbieden aan medeaandeelhouders 2:195.
Overdracht kan slechts per notariële akte plaatsvinden.
o Blokkeringsregelingen = voorschriften in de wet die aanduiden
binnen welke grenzen de vrije overdraagbaarheid in de statuten
beperkt kan worden
- BV wordt geregeerd door haar statuten: eigen interne regels van specifieke
aard. Bij oprichting voor eerste keer vastgesteld.
NV 2:64
- Aandeel zelfde functies als BV: aantrekken vermogen 2:80, winstverdeling
2:105 en stemrecht 2:118
- Aandelen hoeven niet op naam, maar mogen ook aan toonder.
Joint venture = samenwerkingsovereenkomst die aandeelhouders sluiten
- Algemene vergadering mag bestuurders benoemen en ontslaan
(2:132/242). Indien aan grootte-criteria voldaan (= een geplaatst kapitaal
plus reserves van ten minste 16 miljoen, meer dan 100 werknemers, een
verplicht ingestelde ondernemingsraad 2:153/263) geldt een
structuurregime.
- Structuurregime =RvC is een verplicht orgaan (2:162/272). Uitzondering
voor nv’s en bv’s die afhankelijke maatschappijen zijn van een
structuurvennootschap (2:152/262 jo. 2:153/263 lid 3 onder a)
Bijzonder type nv/bv is de eenpersoons: één persoon houdt alle aandelen. Naam
moet worden opgenomen in het handelsregister samen met de woonplaats. Ook
bijzondere regel in art. 2:137/247 dat transacties tussen de nv/bv en de enig
aandeelhouder op straffe van vernietigbaarheid schriftelijk worden vastgelegd.
Personenvennootschappen: intuitu personae (omwille van persoon)
Maatschap = obligatoire, wederkerige overeenkomst tot samenwerking van twee
of meer personen. Doel is winstverdeling: actief samenwerken voor
gemeenschappelijke rekening tot een gemeenschappelijk doel (7A:1655-1688).
Samenwerking moet wel in gelijke mate, dus geen ondergeschiktheid.
,Maatschap onder één naam is een VOF. Deze kent een hoofdelijke verbondenheid
van de vennoten voor verbintenissen van de VOF (art.18 K). Bij gewone
maatschap zijn de maten voor gelijke delen aansprakelijk (7A:1680).
Verschil tussen maatschap en VOF:
1. Bij VOF ontleent iedere vennoot aan de wet
vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 17 lid 1 K). Ieder IB bevoegd
namens de vof te handelen. Bij een maatschap mag een vennoot IB slechts
namens de andere vennoten handelen indien ze hem daartoe een
volmacht hebben gegeven (7A:1679) = maatschap is een meer intern
gerichte samenwerkingsvorm, dus minder behoefte aan een
vertegenwoordigingsbevoegdheid van rechtswege. Vof is extern en naar
buiten tredend gericht.
2. Voor schulden van de vof zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden (art. 18
K). Vennoten van een maatschap zijn IB slechts voor gelijke delen
verbonden voor vennootschapsschulden.
Art. 29 K = indien de vof niet wordt ingeschreven in het handelsregister, dan is
de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de vennoten onbeperkt.
Stille maatschap = naar buiten toe blijkt doorgaans niets van gezamenlijke
beroeps- of bedrijfsuitoefening, bv. bij bedrijfsopvolging in de agrarische sector.
Openbare maatschap is wel duidelijk kenbaar naar buiten. Een stille maatschap,
die geen onderneming in stand houdt, hoeft niet in het handelsregister te worden
ingeschreven.
Beroepsuitoefening = persoonlijke dienstverrichting. Persoonlijke kwaliteiten
staan voorop.
Verschillen BV/NV enerzijds en maatschap/vof anderzijds
- Bij bv/nv aandeelhouders IB niet aansprakelijk voor hetgeen in naam
daarvan is verricht (2:64/175). Voor vof en maatschap gelden strenge
aansprakelijkheidsregels.
- De nv en bv moeten een jaarrekening opmaken, vaststellen en openbaar
maken. Dit geldt niet voor een vof of maatschap.
- Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet opzeggen, een
vennoot van een personenvennootschap heeft wel de mogelijkheid om er
uit te stappen
- De bv/nv moeten 2 organen hebben: de aandeelhoudersvergadering en
het bestuur. Kunnen organen aan worden toegevoegd zoals RvC
(2:140/250) of vergadering van een bijzondere groep aandeelhouders
(2:78a/189a). Bij de maatschap en een vof gaat de wetgever er van uit dat
de vennoten ook besturen.
Commanditaire vennootschap (art. 19-21 K) = samenwerkingsovereenkomst
tussen een of meer gewone vennoten en een of meer gewone commanditaire
vennoten. Een commanditaire vennoot is tot niet meer gehouden dan het bedrag
van zijn inbreng (art. 20 lid 3 K). Deze mag geen bestuurs- of beheers
handelingen verrichten (lid 2). Indien hij dit wel doet, dan hoofdelijk aansprakelijk
(kan worden verlicht onder omstandigheden). Mag zich wel bemoeien met het
beleid.
, Namen van cv hoeven niet in het handelsregister, tenzij hij als UBO aangemerkt
moet worden: eigenaarsbelang van meer dan 25%.
Coöperatie (2:53-63j) = opgezet als een vereniging, maar is geen bijzonder soort
oid van een vereniging. Groot verschil: coöperatie mag wel winst uitkeren
(2:53a). Doel is voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden. 2:55
bepaalt dat de leden in geval van ontbinding aansprakelijk zijn tegenover de
coöperatie voor haar tekort, maar dit kan geheel of gedeeltelijk in de statuten
worden weggeschreven (2:56 lid 1) -> alleen effect indien U.A. of B.A. in haar
naam.
Rechtspersonen zijn de bv, de nv, de vereniging, de coöperatie en de stichting
(2:3). Personenvennootschappen zijn geen rechtspersonen, maar bijzondere
typen van overeenkomsten. Een rechtspersoon is een zelfstandig drager van
rechten en plichten en geldt voor het recht als zelfstandige eenheid. Algemene
bepalingen in 2:1-25 van belang voor rechtspersonen, belangrijkste is 2:8 waarin
staat dat degene die in de organisatie zijn betrokken, zich jegens elkaar
overeenkomstig de maatstaven van redelijkheid en billijkheid gedragen.
- In 2:18 mogelijkheid omzetting in andere rechtspersoonlijke kleur
Eenmanszaak = geen onderscheid tussen privéschulden en zakelijke schulden.
Moet in het handelsregister worden ingeschreven (art. 5 onder b Hrgw 2007).
Verenigingen en stichtingen mogen geen winstuitkeringen doen (art. 2:26 lid 3 en
2:285 lid 3). Indien ze dit wel doen dan ontbinding (2:21 lid 3). Voor stichting nog
extra: slechts uitkeringen aan anderen dan haar oprichters en degenen die deel
uitmaken van haar organen, voor zover deze uitkeringen een ideële strekking
hebben. Voor de stichting geldt een ledenverbod (art. 2:285 lid 1).
Onderneming voor het handelsregister in art. 2 Hrgb 2008 = bedrijf waarmee
winst wordt beoogd. Derdenbescherming Handelsregister in art. 25 Hrgw 2007.
Bij 50 of meer werknemers is een ondernemingsraad verplicht, art. 2 lid 1 Wet op
de ondernemingsraden.
Een Nederlandse vennootschap mag bij handelen dus niet uitsluitend het belang
van de aandeelhouders behartigen, zij dient telkens een pluraliteit van belangen
in aanmerking te nemen.
H2 oprichting
Nv en bv bij notariële akte opgericht. Kan door een of meer personen. In de akte
van oprichting moeten de eerste statuten worden vastgelegd, de namen van de
oprichters, de oprichtingshandeling en de verplichtingen waaraan de nv/bv na
haar oprichting direct is gebonden. Aankleding in art. 2:93/203 lid 4 (directe
binding).
Bij oprichting nv ook bankverklaring vereist (2:93a). Notaris moet deze aan de
akte van oprichting hechten. Niet naleving hiervan is een oprichtingsgebrek en
dus risico ontbinding (2:21 lid 1 a). Ontbinding heeft geen terugwerkende kracht.
Na ontbinding blijft de vennootschap bestaan voor zover dit voor haar vereffening
nodig is (2:19 lid 5), pas op het tijdstip waarop de vereffening eindigt houdt de
vennootschap op te bestaan (2:19 lid 6).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ScholierRechten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.83. You're not tied to anything after your purchase.