Alles behalve h3, 14, 15, 16 en 17
June 7, 2024
32
2023/2024
Summary
Subjects
bestuursrecht
staatsrecht
strafrecht
burgerlijk recht
publiek recht
privaat
overeenkomst
formeel
materieel
rechtsbronnen
bestuursorgaan
rechtshandelingen
abbb
legaliteitsbeginsel
strafuitsluitingsgron
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Integrale Veiligheidskunde
Recht (AIVV1RECHT16)
All documents for this subject (27)
Seller
Follow
cathelijnebreij
Content preview
1.2
Recht
- het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent (geschreven en ongeschreven)
- doel: het ordenen van de samenleving en het geven van regels om conflicten op te lossen
zodat de orde kan terugkeren
- door politiek bepaald
1.3
Rechtsgebieden (verschillende onderdelen recht)
- staatsrecht (publiek recht)
- geeft grondregels voor de organisatie van de Staat
- biedt een beschrijving van de verschillende organen van de Staat, van hun
onderlinge verhoudingen en van de relatie tussen burger en overheid
- (verhoudingen Tweede Kamer en positie staatshoofd, gemeente en burgemeester)
- bestuursrecht (publiek recht)
- houd zich bezig met de overheid ‘in actie’
- geeft regels voor de uitoefening van deze veelzijdige bestuurstaak
- recht burgers op bezwaar en beroep als ze zich tegen handelingen of besluiten van
de besturende overheid willen verzetten
- (zorg milieu, onderwijs, welzijn, gezondheid, verkeer en sociale zekerheid)
- strafrecht (publiek recht)
- beschrijft verboden gedragingen waarop straf staat
- belangrijke rol voor politie, OM en rechter
- (diefstal, moord, verkrachting, vernieling, valsheid in geschrifte)
- burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht)
- regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling
- personen- en familierecht
- familierechtelijke verhoudingen in en buiten het gezin
- (aangifte geboorte en overlijden, naamrecht, afstamming, huwelijk)
- vermogensrecht
- alle rechten waaruit een vermogen is opgebouwd en de rechten en plichten
die uit die vermogensrechten voortvloeien
- (eigendom huis, schuld geldlening bank, plicht om koopsom te betalen)
- erfrecht: beschrijft wat er gebeurt met het vermogen van een overledene
- rechtspersonenrecht
- rechtspersoon: organisaties en bedrijven die zelfstandig aan het
rechtsverkeer deelnemen
- vermogen rechtspersoon staat los van vermogen van bestuurders van
rechtspersoon
1.4
Publiekrecht
- de overheid heeft een geheel eigen taak of positie in een bepaald rechtsgebied
- overheidsorgaan kan op basis van publiekrechtelijke bevoegdheden zijn
wil toch doorzetten, ondanks verzet van burgers → bij iedere
bevoegdheid die de overheid heeft, hoort een mogelijkheid voor
betrokken burgers en bedrijven om zich bij een rechter te verzetten
tegen de uitoefening van deze bevoegdheden
- staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht
Privaatrecht
- verhoudingen tussen burgers onderling, overheid heeft geen specifieke taak
- burgerlijk recht
,1.5
Materieel recht
- beschrijft rechten en plichten van mensen en instellingen
Formeel recht
- beschrijft hoe het materieel recht gehandhaafd wordt
- geeft antwoord op de vraag wat er kan worden gedaan tegen schending van een
recht op een plicht uit het materieel recht
- pas van belang als materiële rechten geschonden worden of als er een redelijk
vermoeden bestaat dat een dergelijke schending heeft plaatsgevonden
1.6
Nationaal en internationaal recht
- nationaal recht: regels gelden alleen op het grondgebied van een bepaald land
- internationaal recht: regelt rechtsrelaties tussen verschillende staten
- vooral vastgelegd in verdragen
Objectief en subjectief recht
- objectief recht: rechtsregels zoals we die onder andere in wetten en verdragen vinden
- subjectief recht: rechten en bevoegdheden die mensen aan het objectieve recht ontlenen
- regels in objectieve recht die betrekking hebben op rechten van mensen vormen de
basis van de subjectieve rechten die zij kunnen uitoefenen
2.1
Rechtsbronnen: vindplaatsen van het recht
- het internationale verdrag
- de wet
- juridisch prudentie
- gewoonte
2.2
Het internationale verdrag
- inhoud ging vroeger vooral over landsgrenzen en de verdediging daarvan, tegenwoordig
ligt nadruk op bescherming van de handel en op economische samenwerking
- verdrag dat door ons land is ondertekend en is goedgekeurd door de
volksvertegenwoordiging
2.3
De wet
- verschillende overheidsorganen hebben wetgevende bevoegdheid
- wet in formele zin (naam bevat altijd woord ‘wet’)
- een besluit afkomstig van regering en volksvertegenwoordiging samen, dat volgens
een vaste procedure tot stand is gekomen
- aandacht gericht op procedure en op maker van wet
- wet in materiële zin
- alle algemeen verbindende overheidsvoorschriften, ongeacht welk wetgevend
overheidsorgaan het voorschrift heeft gemaakt
- gericht tot een onbepaald aantal personen, algemeen geldend
→ meeste wetten in formele zin zijn ook wetten in materiële zin, maar niet andersom
- uitzonderingen: besluiten afkomstig van formele wetgever, tot stand gekomen volgens de
vastgelegde procedure, gericht op één bepaald persoon of één bepaalde zaak
- toestemming huwelijk koning(in) en troonopvolger
2.4
De jurisprudentie
- de verzameling van alle rechterlijke uitspraken die onze rechters in de loop van de jaren
hebben gedaan
, - staan niet alleen oplossing voor een bepaald geval, maar geven ook uitleg aan
wetteksten (voornamelijk uitleg Hoge Raad wordt veelvuldig als rechtsbron gebruikt)
- vonnis: rechter geeft uitleg over betekenis van bepaalde wet, naar
aanleiding van de zaak die hem wordt voorgelegd
2.5
De gewoonte
- een gebruik dat echt is ingeburgerd en dat door betrokkenen als ‘recht’ wordt ervaren
- voornamelijk bij staatsrecht en burgerlijk recht, (bijna) geen plaats voor in het strafrecht
- (handgeklap veemarkt)
4.4
Ontwikkeling grondrechten (mensenrechten)
- in verleden de gedachte dat individuele burger bepaalde rechten dient te
hebben → gewetensvrijheid
- staat eerst en daarna pas individuele burger
- ontwikkeling grondrechten door invloed filosofen
- Tweede Wereldoorlog → EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden)
- burgers kunnen bij eventuele schending van een recht uit het verdrag rechtstreeks
tot een internationale rechter, Europese Hof voor rechten van mens in Straatsburg,
wenden
Grondrechten
- geven individuele burger enige vrijheid, een bepaalde bewegingsruimte, ten opzichte van
de overheid
- mening uiten, stichten politieke partij, godsdienst uitoefenen, stemmen
- niet alleen in Grondwet, maar ook in aantal internationale verdragen
- klassieke grondrechten
- burgers wordt bewegingsruimte geboden, van de overheid wordt gevraagd zich niet
te begeven in deze vrije ruimte van de burger (passieve opstelling)
- politieke rechten
- garanderen de burger dat hij ongeacht zijn politieke opvattingen mee kan
doen binnen ons democratisch bestel
- actief en passief kiesrecht, recht van petitie
- vrijheidsrechten
- gericht op vrijheid van burger ten opzichte van overheid
- vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy
- gelijkheidsrechten
- verbeiden overheid in gelijke gevallen onderscheid te maken tussen burgers
- artikel 1 Grondwet: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke
gevallen gelijk behandeld.’
- verbod onderscheid ras, geslacht, godsdienst, levensovertuiging etc.
- sociale grondrechten
- zorgtaken van de overheid (actieve opstelling)
- werkgelegenheid, woongelegenheid, volksgezondheid
- kan niet in rechte worden afgedwongen
- grondrechten werken vooral verticaal (tussen overheid en burger), maar kunnen
ook horizontale werking hebben (tussen burgers) → niet vastgesteld in
Grondwet zelf
- botsing grondrechten voornamelijk bij horizontale werking
- alle grondrechten zijn gelijk (geen rangorde)
Beperking grondrechten
, - beperkingen in grondrechten noodzakelijk om te voorkomen dat andermans rechten
geschonden worden of dat de volksgezondheid, verkeersveiligheid of de openbare orde in
gevaar komt
- door middel van algemene formulering (‘behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de
wet’) of een duidelijke omschrijving van welke belangen het grondrecht mag beperken
(‘verstoring openbare orde’)
- doelcriteria: belangen met het oog waarop inbreuk gemaakt mag worden op het
grondrecht
- grondwetsartikel geeft zelf aan hoe en door welk orgaan recht beperkt mag worden
5.2
Machtenscheiding
- Montesquieu (tijd van Lodewijk XIV → Zonnekoning)
- burgers waren rechteloos
- trias politica
- wetgeving
- bestuur
- rechtspraak
- voorkomt machtsconcentratie en machtsmisbruik → meer rechtszekerheid en
vrijheid
- in Nederland geen machtenscheiding, wel machtsevenwicht
- drie belangrijkste overheidsorganen (volksvertegenwoordiging, regering, rechterlijke
macht) hebben gelijkwaardige positie
6.2 + 6.3
Rechterlijke macht
- bestaat uit rechters (zittende magistratuur) en uit leden die niet met rechtspraak belast zijn
- niet-rechtsprekende leden van de rechterlijke macht zijn leden van het
OM → hebben in het strafrecht de taak om verdachten te vervolgen en de
door de rechter opgelegde straffen ten uitvoer te leggen (staande
magistratuur)
Rechters
- rechtsprekende leden staan onafhankelijk ten opzichte van de regering
- taak: wet toepassen en onafhankelijk zijn ten opzichte van iedere vorm van
overheidsgezag
- onafhankelijkheid geregeld in Grondwet
- voor leven benoemd
- uitzondering: ontslag bij leeftijd van 70 en ontslag op verzoek van rechter zelf
- uitsluitend geschorst of ontslagen door Hoge Raad (niet regering of
volksvertegenwoordiging) door bijvoorbeeld wangedrag
- rechtspositie (salaris, vakantiedagen, promotiemogelijkheden) wordt bij wet geregeld
- motivatieplicht
- rechter moet in vonnis aangeven op grond van welke argumenten hij tot zijn
uitspraak gekomen is, zodat procespartijen weten waarom vonnis zo uitgevallen is
- hoor en wederhoor
- rechter wijst doorgaans geen vonnis voordat alle rechtstreeks betrokken partijen in
gelegenheid zijn gesteld hun visie op de zaak te geven
- geen onafhankelijke positie
- in bijna alle gevallen staat hoger beroep of cassatie open
- bestreden vonnis wordt in stand gelaten
- bestreden vonnis wordt vernietigd → meteen nieuwe uitspraak
- terechtzittingen zijn openbaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cathelijnebreij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.