Profiel van de nederlandse overheid. Hoofdstuk: 2 – 4 – 8 – 9 – 10 – 11 – 12
Profiel van de Nederlandse overheid Remko Iedema & Patricia Wiebinga
All for this textbook (2)
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Integrale Veiligheidskunde
Samenleven: Conceptueel (AIVV1SAC20)
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
cathelijnebreij
Content preview
2.2
Staat (drie criteria)
- (afgegrensd) grondgebied
- (geaccepteerd) bestuursgezag
- soevereiniteit: hoogste macht of gezag (geen verantwoording nodig aan ander
orgaan)
- (te onderscheiden) staatsvolk
Twee pijlers ten grondslag aan inrichting van bestuur van veel moderne staten
- scheiding tussen kerk en staat
- scheiding van de drie machten
Soorten samenlevingen
- samenlevingen op basis van gelijkheid
- leiderschap als basis voor macht
- jagers en verzamelaars
- samenlevingen met rangorde
- bezit als basis voor macht
- agrarische samenleving
- samenlevingen met gelaagdheid
- standensamenleving
Machtsvormen
- trias politica → horizontale machtenscheiding (gelijkwaardige machten)
- wetgevende macht → Staten-Generaal (en regering)
- uitvoerende macht → ministeries (en regering)
- rechterlijke macht → onafhankelijke rechters
- ‘de vierde macht’: ambtenarenapparaat (bureaucratie)
- rijksambtenaren kunnen met beleidsadviezen de minister sterk sturen
- media, lobbyisten en adviesbureaus
- beïnvloeden soms achter de schermen politieke besluitvorming
Grondwetswijziging (vreedzame revolutie)
- Rudolf Thorbecke
- voorbeelden van wijzigingen die nog steeds relevant zijn
- invoering van ministeriële verantwoordelijkheid
- rechtstreekse verkiezing Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden
- indirecte verkiezingen Eerste kamer
- mogelijkheid om Kamers te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven
- invoering van het recht van amendement van Tweede Kamer (recht om
wetsvoorstellen te wijzigen)
- invoering van het recht van enquête van Tweede Kamer en het recht op informatie
voor beide Kamers
- jaarlijkse vaststelling van de begroting
- een andere procedure voor herziening van de Grondwet
Rol overheid
- ‘nachtwakersstaat’: gericht op het garanderen van de veiligheid van de inwoners door de
aanwezigheid van politie en leger, wetgeving vooral gericht op handhaven rechtsorde
- weinig bemoeienis met inwoners
- ‘codificatie en modificatie’: steeds meer bemoeienis met samenleving door overheid
- codificatie: overheid volgt eerst ontwikkelingen en samenleving en stelt daarna
wetten op die passen bij geconstateerde ontwikkelingen
- modificatie: overheid wil continu inspelen op ontwikkelingen in samenleving en
mogelijk zelfs daarop vooruitlopen en ontwikkelingen beïnvloeden
, - ‘verzorgingsstaat’: samenleving sturen en hiervoor zelf de randvoorwaarden scheppen
- ‘post-verzorgingsstaat’ → huidig stelsel niet meer vol te houden
- ‘participatiesamenleving’: iedereen die dat kan moet ook daadwerkelijk
verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen leven en voor zijn eigen omgeving
- verantwoordelijkheden liggen steeds meer bij burger en overheid kan zich meer
terugtrekken
- nadeel: niet iedere burger kan voor zichzelf opkomen of voor zichzelf zorgen
Dominante politieke stromingen
- liberalisme → vrijheidsbeginsel
- christendemocratie → christelijke beginselen
- socialisme → gelijkheidsbeginsel
2.3
Overheid bestaat uit een heleboel verschillende overheden
- het geheel van bestuurders en bestuurlijke colleges in een staatsverband en het daarbij
horende ambtelijke apparaat
- doelstellingen en belangen van verschillende overheden hoeven niet met elkaar in
overeenstemming te zijn en soms kan er zelfs sprake zijn van een regelrechte
belangentegenstelling
- actor: ‘hij die handelt’ → iedereen die bij een beleidsproces is betrokken
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
- houdt in dat veel taken en bevoegdheden aan andere overheidsorganen dan de centrale
overheid zijn toebedeeld
- over drie bestuurslagen verdeeld
- rijk: draagt zorg voor de taken die niet aan de lagere overheden kunnen
worden toebedeeld (eenheidsstaat)
- provincie: heeft in de taakverdeling vooral de coördinerende taak (zit tussen
rijk en gemeenten)
- gemeente: doen het uitvoerende werk en staan het dichtst bij de burgers
→ verticale machtenscheiding
- voortdurend in beweging
- territoriale decentralisatie: wanneer andere overheidsorganen een bepaald gebied besturen
- functionele decentralisatie: wanneer overheidsorgaan is ingesteld ter behartiging van een
bepaald doel
Taken
- autonomie: gemeenten en provincies hebben, binnen zekere grenzen, exclusieve taken en
bevoegdheden waar de andere overheden zich niet in mogen mengen (rioleringsstelsel)
- medebewindstaken: heeft betrekking op het uitvoeren van rijkstaken door de lagere
overheden (bijhouden van bevolkingsregister)
- verlengd lokaal bestuur: besluitvorming wordt niet overgedragen aan de
hiervoor ingestelde samenwerkingsverbanden tussen gemeenten (gemeenten
moeten zelf de besluiten blijven nemen → moeizamer)
Deconcentratie
- het fysiek over een land verspreiden van delen van een overheid
- regionale kantoren Belastingdienst
- geen overdracht van taken en bevoegdheden (decentralisatie wel)
- motieven voor deconcentratie
- verbeteren communicatie met ‘Den Haag’ → gedeconcentreerde diensten
staan dichter bij wat er in het land gebeurt en hebben dan ook een oog-
en oorfunctie voor de minister
- meer grip op regionale zaken door er fysiek dichterbij te zitten
, - een compromis tussen behoefte aan decentralisatie in de regio en een behoefte van
het rijk om de touwtjes in handen te houden
- voor elke regio een aangepast beleid mogelijk, maar tegelijkertijd kan door de aansturing
vanuit ‘Den Haag’ voor landelijke eenheid worden gewaakt
- vormen van deconcentratie
- inspecties (inspectie van het onderwijs, inspectie gezondheidszorg en jeugd)
- taken meestal wettelijk vastgelegd en hebben veelal betrekking op toezicht,
controle en coördinatie
- directie (regionale directies van Rijkswaterstaat)
- taken zijn meer technisch uitvoerend van aard
- consulentschappen
- taken hebben vooral betrekking op voorlichting en advisering
2.4
Algemeen belang
- hoofddoel overheid: het behartigen van het algemeen belang
- niet één algemeen belang voor iedereen
- gaat vaak om een afweging - of soms zelfs om een strijd - tussen deelbelangen
- keuze tussen deelbelangen niet alleen bij kabinet, maar ook op gemeentelijk niveau
- doelstellingen van een organisatie hoeven niet direct de doelstellingen van de afdelingen of
de werknemers te weerspiegelen
- inhoudelijke overwegingen, maar ook persoonlijke motieven van ambtenaren en
bestuurders kunnen een rol spelen
- bureaupolitiek: het verschijnsel dat individuele actoren eigen doelstellingen nastreven, die
in strijd kunnen zijn met de beleids- of organisatiedoelstellingen
2.5
Beleid (verschillende betekenissen)
- beleid is een plan
- plan: stelsel van doelen en middelen
- gaat erom dat een overheid van tevoren heeft uitgedacht wat er moet worden
gedaan en hoe dat moet worden gedaan
- meest voorkomende betekenis (ook in boek tenzij anders is aangegeven)
- beleid is alles wat een overheid doet
- alles wat een overheid doet, maar ook het niet opstellen van een plan kan beleid
zijn (soms bewuste keuze door oa geld)
3.1
Media
- belangrijke informatiebron voor onze volksvertegenwoordigers
- politieke stromingen minder duidelijk te herkennen → gaat vaak vooral om
scoren en profileren
3.2
Systeembenadering
- als veel mensen, vanuit verschillende vakgebieden hebben leren werken met systemen,
dan kan die manier van denken dienen als een communicatiemiddel tussen de
verschillende wetenschappen
- illustratie van het feit dat de bestuurskunde een interdisciplinaire wetenschap is
- invoer
- bestaat uit ‘eisen’ (milieugroeperingen, belangengroepen) en ‘steun’ (stemmen)
- doorvoer
- een ‘zwarte doos’ (niet goed bekend hoe invoer in uitvoer wordt omgezet)
- uitvoer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cathelijnebreij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.