Samenvatting Alle tentamenstof beginselen staatsrecht (R_BegSta)
19 views 0 purchase
Course
Beginselen staatsrecht (R_BEGSTA)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Beginselen van het Nederlands staatsrecht
Dit document bevat alle leerstof van het vak inleiding in de rechtswetenschap die jij nodig hebt om op je tentamen gegarandeerd een hoog cijfer te halen. Inclusief relevante leerstof van de hoorcolleges, werkgroepen, alle benodigde stappenplannen en informatie uit het boek: ''Prof. mr. A.D. Belinfa...
Wat is staatsrecht:
- Wie bepaalt in ons land wat wel en niet mag? Bv.: mag de overheid burgers dwingen o zich te
vaccineneren?
- Op welke wijze kan d.m.v. dwang de naleving van regels worden afgedwongen? Kan de
overheid burgers/bedrijven dwingen tot medewerking?
- Hoe zit het met de mogelijkheid van rechtsbescherming tegen de overheid? Wat kunnen
burgers/bedrijven/gemeentes doen als zij last krijgen van bepaalde overheidsmaatregelen
(staatrecht, bestuursrecht).
Het begrip “staat” betekend een organisatie die met voorrang gezag uitvoert op andere organisaties.
In een staat moeten aanwezig zijn:
- Gemeenschap van mensen. De gemeenschap die de staat vormt heeft vaak een
gemeenschappelijke cultuur, maar tussen de bevolkingsgroepen kunnen verschillen
bestaan (zoals taal).
- Effectief gezag. Rechtsgemeenschap: door dwang te handhaven rechtsregels
- Territoriale grenzen waarbinnen de regels worden gehandhaafd
- Volkenrechtelijk perspectief: erkenning door andere staten (niet noodzakelijk)
Een staat beschikt over soevereiniteit. Soevereiniteit: de oppermacht die de staat uitoefent,
het hoogste gezag.
Politiestaat = dictatuur. De regels die er hier gehandhaafd worden geven in de praktijk
voornamelijk de macht aan de overheid en geven totaal geen bevoegdheden aan de burgers.
De macht van de regering kan hier ook niet worden beperkt door het parlement. Er zijn
meestal regels over:
- De inhoud en het functioneren van de instellingen van de staat
- De bevoegdheden om regels vast te stellen en besluiten te nemen
Eisen binnen een rechtsstaat:
Legaliteitsbeginsel: de overheid mag alleen ingrijpende maatregelen nemen als er hiervoor
een wettelijke basis is. Bij deze grondwettelijke basis is er sprake van rechtszekerheid
aangezien burgers weten waar ze aan toe zijn.
In een rechtsstaat is er sprake van een scheiding of spreiding van machten om zo mogelijk
machtsmisbruik te voorkomen.
Trias politica (Art.112 grondwet) door Montesquieu: verdeling van de staatsmacht in een
wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht. Deze kunnen niet zonder
elkaar handelen of beslissingen maken waardoor er geen sprake kan zijn van
machtsmisbruik.
De rechterlijke macht moet uitgeoefend worden door een onafhankelijke instantie
Respect voor grondrechten als vrijheid van meningsuiting
Democratiebeginsel: burgers moeten d.m.v. het parlement ook invloed hebben op
uitspraken van de regering
De Nederlandse Grondwet is een ‘rigid constitution’. Dit wil zeggen dat de Grondwet
moeilijker te wijzigen is dan een gewone wet.
Referendum: bevolking wordt in staat gesteld zich uit te spreken (directe democratie).
Wetten worden vastgesteld door regering en Staten-Generaal gezamenlijk. De regering en
Staten-Generaal (tweede en eerste kamer) zijn organen die wetten vaststellen. Er is dus
sprake van een spreiding van de staatsmacht over verschillende organen.
,Elk land heeft een eigen staats- en regeringsvorm. Bijvoorbeeld:
- Republiek of monarchie(koningschap)? Is het gezag centraal of decentraal?
- Constitutionele monarchie met parlementair stelsel (Nederland). Koningschap die
gebonden is aan regels uit de grondwet (constitutie) met tweede en eerste kamer
(parlement)
- Gedecentraliseerde eenheidsstaat
- Federatie: staatsvorm waarbij deelstaten een grote mate van interne autonomie behouden
maar belangrijke bevoegdheden zijn toebedeeld aan het centrale gezag.
- Confederatie: een bestuurseenheid van samenwerkende onafhankelijke soevereine staten
Staatsrecht is niet alleen te vinden in wetgeving, maar ook in jurisprudentie. Jurisprudentie: het
geheel van uitspraken van rechters die in latere geschillen ook door andere rechters worden
toegepast.
Organieke wet: dit zijn wetten die betrekking hebben op de organisatie van de staat en waarvan de
basis in de grondwet is geregeld.
Sub disciplines van het staatsrecht:
1. Politiek staatsrecht. Hoofdrolspelers: parlement en regering.
2. Decentralisatierecht. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Wij hebben een
centraal gezag waarin alle regels in ons landen worden aangekondigd. Binnen deze
eenheidsstaat mogen gemeentes echter zelf ook hun regels maken.
3. Grondrechten. Waarop heb je aanspraak als burgers en hoever gaan deze grenzen?
De onderlinge positie van landen in het Koninkrijk, een federaal staatsverband, wordt beheerst
door het statuut. Sinds oktober 2010 zijn deze landen: Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Nederland.
Tot oktober 2010 waren de drie landen binnen het koninkrijk: Aruba, Nederland en de Nederlandse
Antillen bestaande uit Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, St. Eustatius en Saba. De Nederlandse Antillen
bestaat niet meer maar Bonaire, St. Eustatius en Saba behoren tot Nederland.
Week 2: de hoofdrolspelers in het staatsrecht
Hoofdrolspelers in het staatsrecht:
- Regering - Staatsecretarissen
- Kabinet - De Staten-Generaal
- De Koning - De Raad van State
- Ministers
-
De regering:
- Samengesteld orgaan die bestaat uit de koning en de ministers. De koning staatshoofd (de
persoon die het hoogste gezag vertegenwoordigt of belichaamt in een land) van het
koninkrijk, maar ook van de afzonderlijke landen binnen het koninkrijk.
- Een staatshoofd kan lid zijn van de regering maar dat hoeft niet per se. De koning
(staatshoofd) kan ook alleen een ceremoniële functie hebben.
- De koning benoemt burgemeesters. Ministers. Rechters en topambtenaren. Hij kan ook
ministers ontslaande koning heeft een formele betrokkenheid bij alle beslissingen van de
regering.
- Kabinet der koning: de ambtelijke ondersteuning van de Koning bij de uitoefening van zijn
staatsrechtelijke taken. Dit is dus heel iets anders dan het politieke kabinet.
- Koninkrijksregering: Koning en rijksministerraad.
, - Rijksministerraad: Nederlandse ministers (deze bepalen voornamelijk wat er gebeurt in
tegensteling tot de andere ministers) en ministers van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
(Politieke) kabinet: de ministers en staatssecretarissen. Een kabinet is een bestuursorgaan van
hooggeplaatste leden van een regering. Vaak vormt het kabinet binnen deze regering de uitvoerende
macht.
Ministers:
- Ministers worden benoemd en ontslagen door de koning.
- Ministers moeten regelmatig aan de tweede kamer verantwoording afleggen, maar in
mindere mate aan de koning.
De minister-president/premier (Mark Rutte) gaat echter wekelijks in overleg met de koning om hem
te informeren over alles wat er gebeurt. Hij neemt ook de verantwoordelijkheid van het doen en
laten van de koning.
- De minister is voorzitter van de ministerraad.
- De minister is vertegenwoordigd Nederland twee keer per jaar in de Europese raad.
De ministerraad:
- Zij doen de beraadslaging over en bevordering van het algemeen regeringsbeleid.
- Belangrijke kabinetsstandpunten die moeten worden voorgelegd aan de tweede kamer
- De Raad beraadslaagt en besluit ook over het ontwerpen van de wet, het goedkeuren van
verdragen en benoemingsvoorstellen.
- De ministerraaf is onderverdeeld in onderraden aangezien er te veel onderwerpen zijn om
gezamenlijk te bespreken. Dit zijn afzonderlijke vergaderingen van alleen de direct en
indirect betrokken ministers die bepaalde thema’s bespreken en de belangrijkste uitkomst
hiervan gaat naar de ministerraad.
Een minister met portefeuille staat aan het hoofd van een departement. Verder onderscheiden
ministers met en zonder portefeuille zich niet van elkaar en voeren dezelfde taken uit. Zij kunnen ook
allebei opgeroepen worden om verantwoording af te leggen aan het parlement.
Staatssecretaris:
- Een staatssecretaris is onderdeel van het kabinet en heeft bijna dezelfde functie als een
minister. Echter mogen staatssecretarissen niet deelnemen aan de ministerraad.
- Staatssecretarissen zijn wel op dezelfde manier als ministers verantwoording schuldig aan
het parlement.
- Als een staatssecretaris problemen heeft met de tweede kamer en deze moet opstappen van
de tweede kamer moet de staatssecretaris zijn ontslag indienen, maar mag de minister
blijven. Echter als een minister problemen heeft met de tweede en deze zijn ontslag moet
indienen, moet de staatssecretaris ook zijn ontslag indienen.
Staten-Generaal, eerste en tweede kamer:
- De tweede kamer wordt rechtstreeks verkozen. De burgers stemmen hier een keer in de
vier jaar voor. De tweede kamer bestaat uit 150 leden. Deze zijn ‘fulltime politici’. Hier
moeten ministers regelmatig verantwoording afleggen.
- De eerste kamer wordt een keer in de vier jaar indirect verkozen door de leden van de
provinciale staten. De eerste kamer bestaat uit 75 leden. Deze vergaderen maar een keer
in de week en kunnen doordeweeks elders werk hebben. Hier worden wetsontwerpen
behandeld.
- Fracties: dit zijn de gekozen leden van een politieke partij die samenwerken in een
vertegenwoordigend lichaam
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danishkamungra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.75. You're not tied to anything after your purchase.