Het centrale dogma met de juiste terminologie.
Het DNA leidt tot specifieke eigenschappen door de
synthese van eiwitten en RNA moleculen. Genexpressie is
het proces waarbij DNA de synthese van eiwitten
aanstuurt via mRNA. De expressie van genen die voor
eiwitten coderen bestaan uit twee stappen: transcriptie en
translatie.
Transcriptie is de synthese van mRNA op basis van
informatie van het DNA. Translatie is de synthese van een
polypeptide op basis van informatie van het mRNA. Dit is
het centrale dogma (DNA → RNA → Eiwit/RNA molecuul).
Genen bevatten dus de instructies voor het maken van
specifieke eiwitten en maken niet zelf het eiwit.
Verschillen tussen het DNA en RNA:
Het mechanisme van transcriptie en translate is redelijk hetzelfde in eukaryoten en bacteriën. Er
is wel een groot verschil in de doorstroom van de genetische informatie. Bacteriën hebben geen
nucleus waardoor transcriptie en translatie tegelijk plaats kunnen vinden. Omdat in de
eukaryoot de transcriptie in de nucleus gebeurt is dit een apart proces van de translatie wat in
het cytosol gebeurt.
Eukaryoot Prokaryoot
• Transcriptie in nucleus • Géén nucleus: translatie kan
• Translatie in cytosol of RER starten, terwijl transcriptie nog niet
• Processing pre-mRNA→ mRNA (in klaar is (beide in cytosol)
nucleus) • Géén processing mRNA
, Aan de hand van een genomische sequentie het resulterend transcriptie- en
translatieproduct in de juiste oriëntatie afleiden.
Er zijn 4 verschillende nucleotiden die coderen voor 20 verschillende aminozuren. Een triplet (3
nucleotiden) vormen een codon, dit is een soort code voor een bepaald aminozuur. De
triplet/codon code is (bijna) universeel. De 3e base van het codon is minst belangrijk, deze
maakt vaak geen verschil voor welk aminozuur de codon codeert.
Tijdens de transcriptie bepaald het gen de nucleotide sequentie van het mRNA molecuul. Voor
elk gen wordt 1 van de 2 strengen gebruikt voor de transcriptie, de template strand. Een mRNA
molecuul is hierdoor complementair in plaat van identiek aan de template strand (RNA
nucleotiden binden volgens de basenparen regels). Het RNA molecuul wordt antiparallel aan de
template strand gesynthetiseerd. De andere DNA streng wordt de coding strand genoemd
omdat deze sequentie identiek is aan die van het mRNA (met uitzondering op de T, deze is een U
in het RNA). De sequenties worden altijd van 5’ naar 3’
afgelezen.
Tijdens de translatie worden de codons vertaald in
aminozuren wat een polypeptide vormt. De codons worden
ook weer van 5’ → 3’ afgelezen. Bepaalde triplets coderen
als stop of startcodon zodat het ribosoom weet wanneer de
polypeptide synthese begint en stopt. Het start codon
‘’AUG’’ codeert tegelijkertijd ook voor het aminozuur
methionine. Elke polypeptide keten begint hierdoor met een
methionine aminozuur, deze wordt er bij sommige eiwitten
later afgehaald.
Om de aminozuursequentie te bepalen, zoek je eerst het
startcodon (ATG/AUG). Vervolgens kun je vanaf hier via de
codon-tabel de nucleotidensequentie vertalen naar een
aminozuursequentie (tot aan het stopcodon).
Reading frame
Reading frame is de manier waarop de triplets van het mRNA molecuul gegroepeerd, en dus
gelezen, worden door ribosomen. Er zijn 3 verschillende reading frames mogelijk: begin je met
het aflezen van de eerste, tweede of derde nucleotide.
Het proces van transcriptie en RNA processing.
Transcriptie is de synthese van RNA door informatie uit van het DNA. Het DNA heeft een
template trans waaraan het RNA gesynthetiseerd wordt. Het product wordt mRNA genoemd
omdat het een genetische code van het DNA bevat, wat voor de synthese van eiwitten zorgt.
Een enzym genaamd RNA polymerase trekt als het ware twee DNA strengen uit elkaar en legt
complementaire RNA nucleotiden aan de template strand van het DNA. RNA polymerase kan
een polynucleotide vormen in de 5’ → 3’ richting, door steeds aan de 3’ kant een nieuwe
nucleotide toe te voegen. RNA polymerase kan direct een keten vormen zonder dat deze een
primer nodig heeft zoals DNA polymerase.
Specifieke nucleotide sequenties in et DNA markeren waar de transcriptie van een gen begint en
eindigt. De DNA sequentie waar RNA polymerase aan bind en de transcriptie initieert heet de
promotor. De promotor ligt vlak voor het coderende deel. De richting van de transcriptie wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Deempio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.