Vakopleiding Kraamzorg en Verpleegkundige niveau 4
Communicatie in de zorg
1
All documents for this subject (1)
2
reviews
By: stelladevaan • 4 year ago
By: wfmwaaa5 • 5 year ago
Seller
Follow
everlinden
Reviews received
Content preview
Samenvatting boek: Communicatie, advies en instructie in de
zorg
Hoofdstuk 1: Het communicatieproces (les 1)
proces van informatie-uitwisseling
Zender: degene die de boodschap verzend
Encoderen: boodschap zo goed mogelijk uitdrukken
Ontvanger: degene die de boodschap ontvangt
Decoderen: boodschap zo goed mogelijk begrijpen
Feedback: terugkoppeling
Non-verbaal: Het uitwisselen van boodschappen zonder woorden.
doormiddel van lichaamstaal, gebaren of stem op een bepaalde manier
gebruiken
Pre-verbale communicatie: lichaamstaal * emblemen: tekens * illustratoren:
uitbeelden * uiting van emoties * regulatoren: gebaren die controle
uitoefenen over interactie* adaptoren: onbewuste bewegingen.
Ruis: verwarring in communicatie. Factoren die zorgen voor afleiding,
misverstanden of onduidelijkheden
* externe ruis: van buitenaf (bijv. lawaai)
* interne ruis: bijv. door ervaring
* sematische ruis: beide verstaan iets anders onder woord of gebaar
* psychologische ruis: gevolg van stereotype ideeen.
Zones in communicatie. Interpersoonlijke afstand: de afstand die mensen
van elkaar willen houden.
* intieme zone: 0-45 cm
* persoonlijke zone: 45 - 120 cm
* sociale zone: 120 - 360 cm
* publieke zone: 360 cm+
De 4 aspecten van communicatie
Inhoudelijke: feitelijke inhoud, onderwerp van boodschap
Expressieve: vertelt iets over de persoonlijkheid van zender (mening,
gevoelens, waarden)
Relationele: zender laat doorschemeren hoe hij relatie met ontvanger inschat.
Appellerende: de opdracht die in de boodschap verpakt zit. (Vraag, bevel,
beinvloeden)
Overdracht: brengt de zorgvrager zijn gevoelens over op de zorgverlener
Tegenoverdracht: brengt de zorgverlener gevoelens over op de zorgvrager.
Hoofstuk 2: (Inter)culturele communicatie (les 4 par. 4)
, Culturele gevoeligheid: Zorgverlener kan aanvoelen wat de zorgvrager
nodig heeft en wat de gewoontes, normen en waarden zijn.
Cultureel bewustzijn: Het besef dat de manier waarop mensen
communiceren en zich gedragen beïnvloed wordt door hun culturele
achtergrond.
Cultural desire: Nieuwsgierig naar andere culturen (open staan)
Vooroordelen, oordelen en meningen ontstaan soms door onjuiste
beeldvorming door onvolledige informatie.
Onderscheid culturen
F-Cultuur: Fijnmazige of wij-cultuur.
Kijkt meer naar belang van groep
Kiezen voor mening hele groep
Kijken ander niet recht aan
Delen hun kennis
Verkrijgen posities dmv relaties
Verwijzen door en bevelen aan
Vallen in tijdens gesprek om belangstelling te tonen
Nemen weinig ruimte, raken anderen vaak aan
Vinden eer belangrijker dan feiten
Bepalen gedrag adhv de groep, niet het individuele geweten
Vinden het soms gerechtvaardigd om te liegen vanwege het
groepsbelang
G-Cultuur: Grofmazige of ik-cultuur.
Kijkt meer naar ik, eigen belang
Behoefte aan eigen ruimte
Eigen mening
Positie verkrijgen door kunde
Kijken anderen aan bij spreken
Gebruiken kennis tactisch
Een-op-een relaties
Geeft ander ruimte om te praten
Waarheid belangrijker dan groepsbelang
Religie: Levensovertuiging
Socialisatie: Leren omgaan met eigen normen en waarden door met anderen
te communiceren.
Het persoonlijk karakter
Sfeer in huis
Voorbeelden tijdens opvoeding
Positie die je inneemt in gezin
Cultuurdimensies: Hiermee kun je de effectiviteit van communicaties
tussen verschillende culturen beter begrijpen.
Machtsafstand: Manier waarop culturen met ongelijkheid omgaan.
Individualisme: De mate van onderlinge banden binnen cultuur.
(Collectivistische cultuur ligt de nadruk op loyaliteit aan familie en
gezag. Vermijden conflicten, sneller vertrouwen, verantwoordelijkheid
delen)
, Masculiniteit versus feminiteit: Welke rollen mannen en vrouwen in
cultuur aannemen.
Onzekerheisvermijding. Gewoonte van mensen om onzekerheden wel
of niet te vermijden. Bijvoorbeeld door regels op te stellen.
Lange termijn versus korte termijn. Hoeverre bezig zijn met
toekomstige doelen.
Hedonisme (genieten van het leven) en soberheid (bescheiden leven).
Interculturele communicatie
Tips voor het voeren van een goed gesprek: neem de tijd, neem een open
houding,
vul geen zaken in, wees niet bang zaken na te vragen om aannames te
controleren.
3 Modellen om interculturele communicatie goed te laten verlopen.
1. BOSPAD
Basishouding: openstaan, respect en alert
Overeenkomst: Afspraken maken hoe zorg geboden wordt.
Signaleren: Alert op cultuurgeschillen en mogelijke problemen.
Persoonlijke normen en waarden, reflecteer op eigen normen en waarden
Andere normen en waarden, van de ander
Doen: Besluit wat je gaat doen
2. Driestapsmethode Pinto: Hulpmiddel om verschillen te overbruggen.
* Reflecteren op eigen normen en waarden
* Kennismaken met normen en waarden van ander
* Bedenken hoe je het beste kan omgaan met verschillen
3. Model van Campinha-Bacote: Hoe je cultureel competent kan zijn in de
zorg = effectief kunnen werken naar culturele maatstaven van patiënt. 5
begrippen:
Cultureel bewustzijn: heb je vooroordelen?
Culturele bescheidenheid: bewust van machtsverhouding
zorgvrager/zorgverlener.
Culturele kennis: Wat weet je?
Culturele vaardigheden: Hoe verzamel je relevante informatie m.b.t.
ziektebeeld?
Cultureel streven: Hoe is jou motivatie om cultureel competent te zijn?
Taalproblemen
Spraak- en taalstoornissen. - Achterstand in ontwikkeling (primaire is
tot 5 jr) – leerstoornissen – Latere taalstoornissen (*Afasie verstoring
spreken, lezen, begrijpen, schrijven door hersenletsel. *Taalconfusie:
Verwardheid in taal herkenning en desorientatie. *Taaldeterioratie bij
ouderen) .
Laaggeletterdheid
Zintuigelijke beperkingen
Taalbarrières (cultuurbarrières)
Hoofdstuk 3: Het gesprek (les 2, les 5)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller everlinden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.