100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BIOLOGIE (GENIE 4) - EXAMEN JUNI (T1, T3, T4, T5) $9.01   Add to cart

Summary

Samenvatting BIOLOGIE (GENIE 4) - EXAMEN JUNI (T1, T3, T4, T5)

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting voor het eindexamen biologie in het vierde middelbaar (wat ik moet kennen) in de samenvatting komt thema 1 over voortplanting thema 3 over gedrag, wel enkel laatste hoofdstuk van thema 3, ecosystemen voor thema 4, en micro-organismen. soms kan er wat info ontbreken/t...

[Show more]

Preview 2 out of 14  pages

  • June 8, 2024
  • 14
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 2e graad
  • 4
avatar-seller
BIOLOGIE EXAMEN JUNI
T3 – GEDRAG
Wat is gedrag?
- Actie waarmee een boodschap kan worden verstuurd
- Geheel van reactie op prikkels
- Motivatie


Studie van gedrag
- Ethologie = gedragsbiologie
- Ethogram = lijst van alle mogelijke handelingen die waargenomen worden

! Geen menselijke gevoelens (blij, verdrietig, …) bij omschrijven van dierlijk gedrag.

 Ethogram = OBJECTIEF!


Welke prikkels lokken gedrag uit?
INWENDIGE PRIKKELS UITWENDIGE PRIKKELS
 Hormonen  Chemische stoffen (geur)
· Honger  Temperatuur, daglicht
· Voortplanting  Feromonen (onbewuste registratie)


Aangeboren vs aangeleerd gedrag
AANGEBOREN GEDRAG AANGELEERD GEDRAG
· Erfelijk  Verworven tijdens het leren (basis van
· Soortspecifiek leerervaringen)
· Universeel  Individueel karakteristiek
 Overlevingskans  Flexibel


Soorten aangeboren gedrag
Reflexen =Automatische handelingen

Instincten = Spontane reactie op een situatie (bv. moederinstinct)



Soorten aangeleerd gedrag
Imitatie = Nabootsen andere soortgenoten

Herhalen & oefenen = Associaties leggen

Inprenting = Leren tijdens gevoelige periode (net na geboorte) (door Lorenz)

Klassieke conditionering = Reflex reageert op een niet-natuurlijke prikkel. ( door Pavlov)

Operante conditionering Verband tussen gedrag en gevolg zorgt voor aanpassing van het gedrag

(gedrag versterken of verzwakken door belonen of bestraffen)

Trial and error = Willekeurig iets proberen en kijken wat het effect is

, Gewenning = Onderscheid tussen belangrijke en onbelangrijke prikkels maken

Inzicht = Eerder opgedane ervaringen in een volledig nieuwe situatie gebruiken om problemen op te lossen.



T4 - ECOSYSTEMEN
Het belang van biodiversiteit in ecosystemen
Individu 1 organisme van een bepaalde soort
Populatie Meerdere organismen van eenzelfde soort
Habitat Specifieke leefplaats/leefgebied van organismen (binnen biotoop)
Biotoop Ruim gebied waar levensgemeenschap zich kan ontwikkelen (groter dan habitat)
Niche Functie van een levend wezen in een biotoop (eten, voortplanten,…)
 Dieren met zelfde niche + habitat = concurrenten
Levensgemeenscha Meerdere populaties bij elkaar
p
Biotische factor Organisme dat een ander organisme beïnvloedt (producenten, reducenten, …)
Abiotische factor Factor van niet-levend milieu die organismen beïnvloedt (weer, klimaat,…)
Ecosysteem Geheel van relaties tussen biotische en abiotische factoren van een biotoop.
Sleutelsoort Belangrijke soorten om ecosysteem in evenwicht te houden.


Zoet water als ecosysteem
3 zones:

- OEVERZONE: reigers, kikkers, wilg, kattenstaart
- MOERASZONE: lisdodde, gele lis, vuurbuiksalamander

 Zoeken voedsel, schuilplaats, nestgelegenheid

- OPEN WATER: waterlelie



Abiotische factoren bij zoet water

1) Temperatuur: hoe dieper, hoe kouder
2) Water heeft grote warmtecapaciteit  weinig T schommelingen
3) Lichtintensiteit: hoe dieper, hoe minder licht
4) O2 gehalte daalt als je dieper zit/je T stijgt.



Welke factoren beïnvloeden een ecosysteem?
1) Betreding

= Plattreden van bodembegroeiing door mens en dier

 Poriënvolume tussen bodemdeeltjes neemt af  bodem compacter & minder luchtdoorlatend.


Gevolgen planten: vertraagde kieming en groei door gebrek aan O2 & verhoogde kwetsbaarheid voor
ziektes/schimmels, …

Gevolgen dieren: minder leefruimte (bv. regenwormen die verluchte bodem nodig hebben)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sam2008. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.01
  • (0)
  Add to cart