100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociologie voor de praktijk $6.46   Add to cart

Summary

Samenvatting sociologie voor de praktijk

 43 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is de samenvatting van het gehele boek sociologie voor de praktijk. Het boek is geschreven door Klaas J. Hoeksema en Siep van der Werf. Met deze samenvatting heb ik een 8 voor mijn tentamen gehaald.

Preview 4 out of 44  pages

  • Yes
  • June 27, 2019
  • 44
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Sociologie voor de praktijk
Hoofdstuk 1 Inleiding

1. Inleiding

Het onderwerp van de sociologie zijn de menselijke betrekkingen en het gedrag dat daaruit
voortvloeit. Het geeft antwoord op de vraag ‘hoe slagen mensen erin samen te leven’. In
sociologische context kunnen mensen eigenlijk niet niet-sociaal zijn omdat zij altijd deel uitmaken
van een samenleving. De sociologie houdt zich bezig met het verklaren van gedrag van individuen en
groepen van mensen vanuit de maatschappelijke invloeden die ze ondergaan. Het helpt om de
achtergronden van problemen beter te begrijpen.

2. Wat doet sociologie

Een grondlegger van de sociologie is Auguste Comte, hij wilde ongefundeerde geloven vervangen
door wetenschappelijke inzichten.

Functies
Een belangrijk onderdeel van de sociologie is het ideologiekritiek, het blootleggen van bestaande
(machts)verhoudingen. De beheersfunctie van sociologie is dat het gebruikt kan worden om de
samenleving te besturen omdat het inzicht geeft in het menselijk gedrag. Daarnaast heeft de
sociologie een ordenende functie. Sociologen hebben mede de taak om in min of meer
onoverzichtelijke werkelijkheid een zodanige samenhang aan te brengen dat situaties overzichtelijker
worden en bijvoorbeeld makkelijker in sociale context worden geplaatst.

Wat maakt iets tot een sociologisch issue
Sociologische verbeeldingskracht is dat mensen denken dat zij vrije keuzes maken, maar toch wordt
dit beïnvloed door de maatschappij. Iedereen denkt bijvoorbeeld zijn eigen kledingsmaak te hebben,
maar koopt ondertussen toch wat de mode hen voorschotelt. Pas wanneer je dit inziet kan je goed
omgaan met deze ervaringen, situaties en problemen.
Er zijn 6 criteria om een probleem als sociologisch relevant probleem te identificeren:
1) Er moet sprake zijn van een aanzienlijk aantal getroffenen. – mensen die ermee te maken
hebben.
2) Het moet gaan om persoonlijk letsel van die getroffenen (private troubles). – materiële,
lichamelijk, psychisch letsel.
3) Het moet samenhangen met andere problemen.
4) Het probleem is niet van tijdelijke aard, maar structureel en van lange duur.
5) Het moet bovenpersoonlijke oorzaken hebben. – het moet gaan om oorzaken waar het
individu zelf niets aan kan doen.
6) Het moet tegen serieuze waarden ingaan.

Bijvoorbeeld: wanneer een paar mensen werkeloos zijn, is dat een persoonlijk probleem (private
troubles), wanneer 10% van de beroepsbevolking thuiszit, dan is het ook een sociaal probleem
(public issues).




~1~

, 3. Sociologie voor de praktijk

Studenten in het hoger onderwijs hebben stof nodig wat ze kunnen toepassen in de praktijk. Het doel
van sociologie is om te laten zien hoe de sociale werkelijkheid werkt.

4. Individu en samenleving

Je moet je verwonderen over je omgeving om te ontdekken hoe die eruitziet. Het is aan de sociologie
om te ontdekken in wat voor water de mens zwemt. Mensen worden door de samenleving gevormd,
maar vormen op hun beurt ook de samenleving.
Macht is het vermogen om iets aan de samenleving te veranderen, om vorm te geven aan de eigen
toekomst. Wanneer we het over macht hebben gaat dat om de volgende drie elementen:
- Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren (deel 1) -> dit vermogen kan
pas bestaan als de mens in voldoende mate onderscheidt weet te maken tussen de
werkelijkheid zoals die is en hoe zij die waarnemen.
- Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden (deel 2) -> hangt af van je eigen
situatie, de een heeft bijvoorbeeld veel geld en de ander moet leven van een uitkering. Een
doel zoals wintersport is makkelijker realiseerbaar voor iemand met wat meer geld.
- Het vermogen om via die middelen invloed uit te oefenen (deel 3) -> er zijn vrijwel geen
doelstellingen waardoor anderen niet worden beïnvloedt. Om je doel te realiseren moet je
dus invloed uitoefenen.

Ook al wordt macht opgedeeld in delen, alle drie
de delen kunnen niet los van elkaar worden gezien,
maar vullen elkaar aan en verdiepen elkaar.




~2~

,Deel 1 Cultuur en sociaal bewustzijn

Hoofdstuk 2 Socialisatie

1. Inleiding

In dit deel gaan we in op de vraag op welke wijze mensen leren hoe de wereld in elkaar zit en welke
verwachtingen zij daarbij ontwikkelen.

2. Socialisatie

Wanneer kinderen geboren worden zijn ze als het ware een onbeschreven blad, een tabula rasa. Hoe
kinderen worden, zou dan helemaal afhangen van wat ze van andere mensen leren.

Nature versus nurture
Tegenwoordig geloven we niet zo in het tabula rasa. Natuurlijk worden we wel beïnvloed door onze
omgeving. Om deze reden kijken we dan ook naar zowel aangeleerd als aangeboren gedrag, dit
wordt het nature-nurture-debat genoemd. Er wordt wel erkend dat beide essentieel zijn, maar de
vraag is hoe de verhouding is.

Wat leren we in onze socialisatie
Kinderen leren wat normaal is. Als er om welke reden dan ook wordt afgeweken van wat normaal is,
zal een kind dat opmerken en erop reageren. Als de leden van een gezin bijvoorbeeld vaste plaatsten
aan de eettafel hebben en opeens van plek veranderen, zal dat vragen oproepen bij het kind.
Zo leren we bijvoorbeeld ook hoe we met elkaar om moeten gaan. Socialisatie is het proces waarbij
mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen relevante groepen. In het begin zal dit vooral je
gezin zijn of een kinderopvang maar later komen daar scholen, sportverenigingen etc. bij. Dit worden
socialisators en socialiserende instanties genoemd.
Vooral wanneer je jong bent, gaat dat leren je makkelijk af. Maar wanneer je ouder wordt, wordt dit
steeds moeilijker en word je daar onzekerder in.
Bij de opvatting over hoe we ons dienen te gedragen is een onderscheid te maken tussen waarden en
normen. Bijvoorbeeld: iedereen sprak vroeger zijn ouders met u aan terwijl tegenwoordig heel veel
kinderen jij tegen hun ouders zeggen.

3. Waarden

Onder waarden verstaan we de met anderen gedeelde voorstellingen over wat juist en goed is en
daardoor nastreven moet worden. Vaak zijn waarde vaag en abstract.
Dezelfde waarden hebben, zorgt voor samenhang in een groep. Dit kan er ook voor zorgen dat je
mensen, met andere waarden, als mindere kunt gaan behandelen.
Voor veel ouderen mensen van bijvoorbeeld Turkse afkomst is het bijvoorbeeld heel raar dat
kinderen uit Nederland hun ouders niet bij hun laten inwonen later. Dit heeft alles te maken met een
wij-cultuur of een ik-cultuur. In Nederland zijn we de laatste jaren bijvoorbeeld vrij individualistisch.
Ook dit heeft te maken met de waarden.
Wanneer waarden worden omgezet in een visie op de toekomst spreken we over doelen. Dat is een
denkbeeldige toekomstige situatie die we nastreven.
Aan waarde zijn twee aspecten te onderscheiden. Hoe erover gepraat wordt (zeg-gedrag) en wat er
gedaan wordt (doe-gedrag). Daarnaast kan per samenleving de hiërarchie van een waarde
verschillen.



~3~

, Iedereen over de hele wereld heeft waardes, maar hoe deze worden ingevuld (de normen) kan
verschillen. Een waarde kan hetzelfde blijven maar de norm kan veranderen.

4. Normen

Normen zijn concrete gedragsregels die aangeven wat verwacht wordt in een bepaalde situatie, wat
je juist wel of niet moet doen. Bijvoorbeeld in de winkel op je beurt wachten. Normen kunnen tussen
groepen nogal verschillen. Bij ons hoort een man een vrouw gewoon een hand te geven, terwijl in
Islamitische landen mannen vrouwen geen hand geven.
Er kunnen drie soorten normen worden onderscheiden:
- Morele normen -> goed en kwaad
- Juridische normen -> legaal of niet legaal
- Sociale normen -> gepast of ongepast
Normen kunnen ook samen vallen, bijvoorbeeld omdat het verplicht is maar ook goed. Een
visvergunning bijvoorbeeld is alleen juridisch.

5. Bewust en niet-bewust gedrag

Vaak zijn we ons niet bewust van onze normen en waarden, dit merken we pas als we in een andere
situatie bijvoorbeeld zitten.
Internalisering is het proces waarin je verwacht gedrag eigen maakt en denkt dat het uit jezelf komt,
zodat je het zonder nadenken automatisch doet. Denk maar aan autorijden, in het begin ben je hier
heel bewust mee bezig maar later gaat dit automatisch. Dit kan zo sterk zijn dat we ons vervelend
voelen als het hiervan afwijkt.
Een extreme vorm van internalisering is hospitalisering. Mensen kunnen in een situatie
terechtkomen waarin hun gedrag zo door anderen bepaald wordt, dat ze nauwelijks zelf nog initiatief
kunnen nemen. Dit gebeurd bijvoorbeeld als mensen uit een gevangenis komen en ze het moeilijk
vinden zelfstandig gedrag te vertonen.

6. Rollen en rollenconflicten

We spreken van een rol als we het hebben over een complex van normen en verwachtingen met
betrekking tot het gedrag en de positie van iemand anders. De rol van vader of van huisarts
bijvoorbeeld. Dit is onpersoonlijk. Zonder dat we de huisarts verder kennen hebben we toch
verwachtingen van wat hij moet doen.

Extern en intern rollenconflict
We spreken van een rollenconflict als de verwachtingen zo erg uiteenlopen dat ze moeilijk te
combineren zijn. Bij een extern rollenconflict kan iemand als gevolg van de verschillende posities die
hij tegelijkertijd inneemt, de verschillende verwachtingen die aan hem gesteld worden moeilijk
combineren. Bijvoorbeeld als je zowel lid bent van een toneelvereniging en een verpleger met
onregelmatige diensten kan dat problemen opleveren.
Bij een intern rollenconflict gaat het om één positie met verschillende verwachtingen. Bijvoorbeeld
een arts bij een bedrijf. Het management wil dat hij het ziekteverzuim terugdringt terwijl het
personeel wil dat hij voor hen opkomt.

Het gedrag van de roldrager bij een conflict
Het gedrag kan afhangen van de druk die anderen van verschillende kanten op hem kunnen
uitoefenen en de kracht van de eigen verwachting versus wat er leeft in de groep waar de roldrager
deel van is.



~4~

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julia_koster. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.46
  • (0)
  Add to cart