Criminaliteitsvormen en misdrijven
INLEIDING TOT DE CURSUS
Overzicht
• (1) Inleiding: criminaliteit in het alledaagse leven
• (2) Wat is criminaliteit?
• (2.1) Alledaagse definities van criminaliteit
• (2.2) Strafrechtelijke definities van criminaliteit
• (2.3) Criminologische definities van criminaliteit
• (2.3.1) Edwin Sutherland en witteboordencriminaliteit
• (2.3.2) De Schwendingers en mensenrechtenschendingen
• (2.3.3) Moeten we criminaliteit afschaffen?
• (2.3.4) Een ‘social harm’ benadering
• (2.4) Welke lessen trekken we hieruit voor de cursus?
Reader:
• 1.Lissenberg, E. (2001). Definities van criminaliteit. In: Lissenberg, E., van Ruller, S. & van Swaaningen, R. (eds.), Tegen de
regels IV. Een inleiding in de criminologie. Nijmegen: Ars Aequi, 31-50.
• 2. Sutherland, E.H. (1940). White-Collar Criminality. American Sociological Review, 5(1), 1-12.
WAT IS CRIMINALITEIT?
Waarom is de definitiekwestie zo belangrijk voor de criminologie?
• Invloed op allerhande zaken:
(1) Het voorwerp van de criminologie
(2) Hoeveel criminaliteit?
• Wat moeten we tellen? Hoe moeten we tellen? Is tellen wel zinvol?
• Cfr criminografie, discussies over zin en onzin van criminaliteitsstatistieken en surveys, kwantitatieve vs
kwalitatieve onderzoeksmethoden enzovoort
(3) Wetenschappelijk karakter van de criminologie?
• Fundamenteel of toegepast?; Zelfstandige wetenschap of hulpwetenschap?
• ‘We are compelled to admit that ‘criminology’ as traditionally conceived is a bastard science
grown out of public preoccupation with a social plague’ (Sellin 1938: 3): Hiermee wordt bedoeld
dat criminologie historisch gezien is ontstaan uit maatschappelijke zorgen over criminaliteit, wat
de wetenschappelijke legitimiteit van het vakgebied ter discussie stelt.
(4) Theoretische en methodologische voorkeuren van de criminoloog: De definitiekwestie beïnvloedt ook de theoretische en
methodologische keuzes die criminologen maken. Afhankelijk van hoe criminaliteit wordt gedefinieerd, kunnen criminologen
voorkeur geven aan bepaalde theorieën en methoden boven anderen.
(2.1) ALLEDAAGSE DEFINITIES VAN CRIMINALITEIT
• Rol van eigen ervaringen en achtergronden
• De rol van de media → meer ophef, maar fascineert ook, geweld is gebonden met angst, spanning en sensatie, maart levert
ook veel geld op
• Aandacht voor bepaalde misdrijven:
– Boemanconcept: ‘de veronderstelling over misdadigers, waarin op irrationele gronden negatieve kenmerken aan
hen worden toegeschreven’
– Telelensreflex: ‘Veel zien van heel weinig en zonder context. Meestal het schokeffect van een misdaad zien’ → bv.
de media-aandacht voor één enkel geweldsmisdrijf met dodelijke afloop. De hoeveelheid berichten over die enkele
gebeurtenis, wekt de indruk dat zulke misdrijven op grote schaal worden gepleegd.
• Aandacht voor de straf → wijst op de tendens in de samenleving en de media om uitvoerig te berichten over de straf die
aan criminelen wordt opgelegd. Dit kan de publieke perceptie van criminaliteit beïnvloeden, waarbij de strafmaatregel vaak
meer aandacht krijgt dan de context of oorzaken van het misdrijf zelf.
• Aandacht voor bepaalde groepen → hoe bepaalde sociale groepen disproportioneel vaak in verband worden gebracht met
criminaliteit, zowel in de media als in publieke percepties. Dit kan leiden tot stigmatisering en stereotypen.
• Media en publieke verontwaardiging → hoe criminaliteit wordt gepercipieerd door het grote publiek.
,(2.2) STRAFRECHTELIJKE DEFINITIES VAN CRIMINALITEIT
• Criminaliteit is ...wat in het strafwetboek staat
• Strafrechtelijke definitie en rol van het overheidsoptreden: processen van criminalisering en decriminalisering
• Waarom (de)criminaliseren? Drie perspectieven:
– Consensus: Vanuit het consensusperspectief worden gedragingen gecriminaliseerd omdat er een brede
overeenstemming bestaat binnen de samenleving over wat als schadelijk en onaanvaardbaar wordt beschouwd.
Criminalisering is een middel om een gemeenschappelijke moraal te handhaven en sociale cohesie te bevorderen.
Decriminalisering vindt plaats wanneer er een verandering is in de collectieve opvattingen over wat als schadelijk of
onaanvaardbaar wordt gezien.
– Pluralisme: Het pluralismeperspectief erkent dat er verschillende groepen binnen de samenleving zijn met
uiteenlopende waarden en belangen. Criminalisering kan het resultaat zijn van onderhandelingen en
compromissen tussen deze groepen. Vanuit een pluralistisch perspectief kan decriminalisering plaatsvinden
wanneer nieuwe groepen invloedrijk worden en erin slagen hun waarden en belangen door te drukken. Dit kan
gebeuren door middel van politieke processen, publieke campagnes, of juridische hervormingen.
– Conflict: Het conflictperspectief stelt dat criminalisering voornamelijk wordt gedreven door machtsverhoudingen
en belangenconflicten binnen de samenleving. Dominante groepen gebruiken criminalisering om hun macht te
behouden en om gedragingen te controleren die hun belangen bedreigen. Wetgeving wordt gezien als een
instrument van sociale controle dat wordt ingezet om de hegemonie van de heersende klasse te waarborgen en om
onderdrukte groepen te marginaliseren. Decriminalisering vanuit een conflictperspectief gebeurt wanneer
onderdrukte groepen voldoende macht en invloed hebben verzameld om de heersende klasse uit te dagen en
veranderingen in de wetgeving af te dwingen. Dit kan gebeuren door sociale bewegingen, politieke strijd, of
veranderingen in de economische en sociale structuren.
Verschil de jure en de facto decriminalisering:
De termen "de jure" en "de facto" verwijzen naar twee verschillende manieren waarop wetten en regels kunnen worden toegepast
of niet worden toegepast. De jure: betekent dat een bepaalde handeling officieel uit de wet is gehaald, oftewel, er is een wet
aangenomen die verklaart dat de handeling niet langer strafbaar is. Hier is sprake van formele, juridische verandering. verwijst naar
een situatie waarin een bepaalde handeling weliswaar officieel nog steeds illegaal is volgens de wet, maar in de praktijk wordt er niet
actief tegen opgetreden. en voorbeeld hiervan is wanneer een land cannabisgebruik technisch gezien illegaal houdt, maar de politie
ervoor kiest geen arrestaties te verrichten voor persoonlijk gebruik of kleine hoeveelheden.
Deviantiesociologie en aandacht voor strafbaarstelling
• Deviantiesociologie en proces van etikettering
• Reacties staat centraal (met strafbaarstelling als een belangrijke vorm van reageren): de focus ligt op hoe
maatschappelijke reacties en sociale processen bijdragen aan de definiëring en behandeling van deviantie
• Complexiteit van causaliteitsvraagstuk
• Reactie die zelf criminogeen kan zijn t.g.v. impact van stigmatiserende stempel
• Sociale controle-instellingen komen in het vizier
• ‘…older sociology tended to rest heavily upon the idea that deviance leads to social control. I have come to believe that the
reverse idea, i.e. social control leads to deviance, is equally tenable and the potentially richer premise for studying deviance
in modern society’ (Lemert 1967: v)
Morele verontwaardiging en morele kruisvaarders
• Criminaliteit als ‘sociale constructie’: het idee dat criminaliteit niet intrinsiek is aan bepaalde handelingen, maar eerder het
resultaat is van sociale processen en reacties. Wat als crimineel wordt beschouwd, wordt bepaald door sociale normen,
waarden en machtsverhoudingen binnen een samenleving. Criminaliteit is dus niet een vaststaand gegeven, maar eerder
een product van sociale constructie en interpretatie.
• De rol van de media bij ‘deviance amplification’ → een fenomeen waarbij de media sensationele of overdreven aandacht
schenken aan afwijkend gedrag, waardoor het wordt versterkt en uitvergroot in de publieke perceptie. Door herhaalde
berichtgeving kunnen media de impact van deviant gedrag vergroten, waardoor het een grotere zichtbaarheid en invloed
krijgt dan het in werkelijkheid heeft.
• De rol van de ‘morele kruisvaarders’ → verwijst naar individuen, groepen of organisaties die zich inzetten voor morele
hervormingen en sociale rechtvaardigheid. Morele kruisvaarders geloven vaak sterk in hun overtuigingen en zijn bereid actie
te ondernemen om gedrag te bestrijden dat zij als immoreel beschouwen.
2
,Stanley Cohen en ‘morele paniek’
• Stanley Cohen (1942 - 2013)
• Auteur van Folk Devils and Moral Panics: The Creation of the Mods and Rockers (1972)
• Cohen benadrukte dat moral panics niet alleen ontstaan door echte sociale problemen, maar ook door de manier waarop
deze problemen worden geconstrueerd en gerepresenteerd in de media en door overheidsinstanties. Hij onderzocht
bijvoorbeeld de mediahype rond jeugdgeweld in de jaren zestig in het Verenigd Koninkrijk en de manier waarop dit leidde
tot een moral panic over "mods" en "rockers". Cohen's werk legde de nadruk op de rol van sociale constructie en media-
amplificatie bij het creëren van paniek en het mobiliseren van reacties in de samenleving.
• ‘To point to the complexities of the relationship between social objects and their interpretation is ...the whole point of
studying deviance and social control’ (Cohen 2002: xxii)
Folk devils and moral panics
• ‘Societies appear to be subject, every now and then, to periods of moral panic. (1) A condition, episode, person or group of
persons emerges to become defined as a threat to social values and interests; (2) its nature is presented in a stylized and
stereotypical fashion by the mass media; (3) the moral barricades are manned by editors, bishops, politicians and other
right-thinking people; (4) socially accredited experts pronounce their diagnoses and solutions; (5) ways of coping are
evolved or (more often) resorted to; (6) the condition then disappears, submerges or deteriorates and becomes more
visible. Sometimes the object of the panic is quite novel and at other times it is something which has been in existence long
enough, but suddenly appears in the limelight. Sometimes the panic passes over and is forgotten, except in folklore and
collective memory; at other times it has more serious and long-lasting repercussions and might produce such changes as
those in legal and social policy or even in the way the society conceives itself’ (p. 1)
Elementen van morele paniek
• Vijf elementen:
• Bezorgdheid → de plotselinge opkomst van intense bezorgdheid in de samenleving over een bepaalde kwestie,
gebeurtenis, groep mensen of gedrag dat als bedreigend wordt gezien voor de sociale normen en waarden
• Vijandigheid → Mensen kunnen negatieve stereotypen ontwikkelen over degenen die worden gezien als de bron
van de bedreiging voor sociale normen en waarden
• Consensus → binnen de samenleving over de ernst van de dreiging en de noodzaak om actie te ondernemen om
deze aan te pakken
• Disproportionaliteit → de reactie op de vermeende dreiging is vaak buitenproportioneel in vergelijking met de
werkelijke ernst van de situatie
• Volatiliteit → vaak vluchtig van aard en kunnen snel veranderen
Contextueel costructivisme van Joel Best
• Joel Best, auteur van o.m. Random Violence (1999)
• Hoe identificeert een samenleving bepaalde gebeurtenissen of incidenten als
‘problematisch’ en komt het o.m. tot strafbaarstelling? → Joel Best legt uit dat
de identificatie van sociale problemen afhankelijk is van hoe gebeurtenissen
worden geïnterpreteerd door de samenleving, beïnvloed door media,
belanghebbenden en politieke reacties. Sociale problemen ontstaan door
complexe processen van sociale constructie, waarbij percepties, belangen en
statistieken een rol spelen.
(2.3) CRIMINOLOGISCHE DEFINITIES VAN CRIMINALITEIT
• Criminologie = autonome wetenschap of hulpwetenschap?
• Doorheen de geschiedenis diverse pogingen om afhankelijkheid t.a.v. het
strafrecht te doorbreken:
– Zoektocht naar autonome ‘wetenschappelijke’ definitie
– Zoektocht naar eigen cijfers
• Criminaliteitsstatistiek als officiële statistiek waarbij criminoloog geen vat heeft op de dataverzameling
• Ontwikkeling van self report en victim survey
(2.3.1) EDWIN SUTHERLAND EN WITTEBOORDENCRIMINALITEIT
• Edwin Sutherland en onderzoek naar witteboordencriminaliteit
• Tekst reader: Sutherland, E.H. (1940). White-Collar Criminality. American Sociological Review, 5(1), 1-12.
3
, • Sutherland doorprikt gangbare opvattingen en theorieën over criminaliteit door het ter discussie stellen van de definitie van
criminaliteit
Wittenboordencriminaliteit
• Incidentie → het komt veel vaker voor dan wordt erkend, het is wijdverspreid zowel in de zakenwereld als overheidssector
• Financiële kost → veroorzaakt aanzienlijke financiële schade
• Sociale kost → verlies van vertrouwen in instellingen, schade aan reputaties en verstoring van economische stabiliteit
• Falen van bestaande theorieën → bekritiseert de traditionele criminologische theorieën omdat ze zich voornamelijk richten
op het gedrag van de lagere sociale klassen en de oorzaken van straatcriminaliteit, terwijl ze wittenboordencriminaliteit
negeren.
• Criterium van sociale schade → belangrijke maatstaf voor wittenboordencriminaliteit, betoogt dat
wittenboordencriminaliteit moet worden beoordeeld op basis van de sociale en economische schade die het veroorzaakt, in
plaats van alleen op basis van juridische definities van criminaliteit.
(2.3.2) DE SCHWENDINGERS EN MENSENRECHTENSCHENDINGEN
• Schenden van de rechten van de mens als uitgangspunt voor het definiëren van begrip ‘criminaliteit’
• Politieke dimensie van criminaliteit
• Misdrijven van de staat
(2.3.3) MOETEN WE CRIMINALITEIT AFSCHAFFEN?
• Louk Hulsman (1923-2009)
• Hoogleraar strafrecht en criminologie (1964-1986)
• Boegbeeld van het abolitionisme in jaren zeventig en tachtig
• Abolitionisme – concept criminaliteit heeft geen ontologische realiteit → criminaliteit is geen intrinsieke, objectieve
eigenschap van bepaalde handelingen of gedragingen. Met andere woorden, er bestaat geen inherente "criminaliteit" die
onafhankelijk van sociale constructie bestaat.
(2.3.4) EEN ‘SOCIAL HARM’ BENADERING
• Dorling, D., Gordon, D., Hillyard, P., Pantazis, C., Pemberton, S. & Tombs, S. (eds.). Criminal obsessions: why harm matters
more than crime. London: Centre for Crime and Justice Studies
Enkele kritieken op ‘criminaliteit’ en criminologie vanuit de ‘social harm’ benadering
• Criminaliteit heeft geen ontologische realiteit
• Criminologie houdt mythe van criminaliteit in stand
• ‘Criminaliteit’ omvat enerzijds vele zaken die relatief onbelangrijk zijn, maar bestrijkt anderzijds niet een heel domein van
ernstige vormen van maatschappelijke schade
• Criminaliteitsbestrijding is gericht op leedtoevoeging en is inefficiënt
• Criminaliteit en gevestigde belangen
Pleidooi voor een ‘social harm’ benadering
• Wat is ‘social harm’?
• Physical harm → directe lichamelijke verwondingen of gezondheidsproblemen (misbruik, verwaarlozing)
• Financial/economic harm → economische verliezen, armoede, uitbuiting en financiële misstanden die mensen
treffen, zoals frauduleuze praktijken, uitbuitende arbeidsomstandigheden en economische ongelijkheid
• Emotional /psychological harm → de psychologische effecten van traumatische gebeurtenissen, discriminatie,
stigma en sociale uitsluiting, zoals angst, depressie, trauma en verlies van eigenwaarde
• Sexual harm → seksueel geweld, uitbuiting, intimidatie,…
• Waarom ‘social harm’?
• De tegenslagen van het alledaagse leven → erkent dat veel mensen dagelijks worden geconfronteerd met schade
en onrechtvaardigheid die niet noodzakelijk als 'criminaliteit' worden geclassificeerd, maar wel ernstige gevolgen
hebben voor hun leven
• Vraagstuk van verantwoordelijkheid
• Beleid → beleidsmaatregelen die gericht zijn op het verminderen van ongelijkheid
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminolgystudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.