Sociologie: open vragen
1. Geef een omschrijving van de kenmerken en het
begrip ‘institutie’ en geef minstens één voorbeeld.
Een institutie=
- Op macroniveau
- Een gestandaardiseerd interactiepatroon tussen mensen,groepn en organisaties
- Stabiel maar kan toch veranderen: het ontstaat,verandert en verdwijnt doorheen
interacties institutie is een door mensen gecreeerde sociale realiteit
- Geeft routine, voorspelbaarheid en orde aan het samenleven
- Geeft een antwoord op levensnoodzakelijke vragen
Voorbeelden van een institutie:
- Gezin:
• gestandaardiseerd gedrag: mama + papa + kindjes
• stabiel maar kan veranderen: éénouder, nieuw samengesteld, singles….
• geeft routine, voorspelbaarheid, orde
• = antwoord op levensnoodzakelijke vragen: voortplanting, opvoeding,
affectie, wonen, slapen…
- Taal:
gestandaardiseerd gedrag: woorden, grammatica, zinsbouw…
stabiel maar kan veranderen: meer Engels, SMS taal….
geeft routine, voorspelbaarheid, orde: we begrijpen elkaar
= antwoord op levensnoodzakelijke vragen: communicatie
- Solidariteit( belangrijke institutie):
HARDE solidariteit geeft RECHTEN
vb sociale zekerheid
vb voorzieningen voor zorg-opvang-begeleiding
= VERZORGINGSSTAAT
ZACHTE solidariteit geeft GUNSTEN en is WILLEKEURIG
geeft ‘goed gevoel’ bij donor
is niet ge-institutionaliseerd
vb aalmoezen, liefdadigheid, acties voor goede doelen
Interacties hebben de neiging om te evolueren naar stabiele en gestandaardiseerde
gedragspatronen. Dat proces(=het institutionalisering) en het resultaat is de
institutie.
nut van instituties is : zorgen voor routine en voorspelbaarheid. Daardoor bieden
ze houvast bij interacties die nodig zijn om levensnoodzakelijke behoeften te
vervullen.
, 2. Wat is dat: ‘identiteit’ en hoe ontstaat het? Gebruik
voorbeelden in je antwoord.
Identiteit = een verzameling blijvende (deels veranderbare) kenmerken die iemand uniek
maken.
Onze identiteit ontstaat door symbolische interacties met anderen.
We hechten erg veel belang aan wat anderen over ons denken.
De mens kijkt naar zichzelf zoals hij zich weerspiegelt ziet in de ogen van de anderen.
( wat denk ik dat anderen van mij denken)
Je verplaatst je in de gedachten van een ander en je probeert je voor te stellen hoe die ander
jou ziet. ( bv sollicitatie,doktersbezoek, mondeling examen…)
Andersom gebeurt het ook:
We vormen voortdurent beeld van de ander we proberen ons in zijn denkwereld te
verplaatsen. = role-taking (Je speelt in de gedachtn de rol van de ander en je leert daardoor
iets over wie je bent.)
zo ontstaat, na veel symbolische interacties, je eigen identiteit
Kruispuntdenken nieuwe theorie over identiteit
Historische situering:
Slavernij veel protest 1 ander protest : vrouwenslaven protest :
- 2 keer gediscrimineerd : 1x door vrouw zijn en 1x door zwart zijn
Op kruispunt van deze 2 ligt onze identiteit
!! Identiteit is nooit 1 kenmerk van een persoon !!
Ik zie verschillende dimensies in uw persoon
Identiteit = een vermenging van verschillende kenmerken ( politieke voorkeur , studies,
etniciteit…)
Andere verwoording:
Identiteit is een lasagne
Identiteit is een mikadospel : stokje verwijderen is geheel beschadigen ( elk stokje eigen
kenmerk)
Fases van de ontwikkeling van een identiteit:
1. Significant others (= personen uit de directe omgeving)
- Zelfbewustzijn beperkt zich tot de eigen persoon
- Vanaf de puberteit wordt de peergroup belangrijker ze zijn bepalend voor de
ontwikeling van de identiteit
2. Generalised others
- Proces wordt meer algemeen
- Zelfbewustzijn wordt ook algemener
- De identiteit bestaat niet meer uit ideen over zichzelf maar ook uit ideen over de
groep en de sociale categorie waartoe men behoort.
3. De samenleving, de cultuur, de normen
- ‘other’ wordt nog meer abstract
- Totaal niet meer gekoppeld aan personen verwijst nu naar de samenleving als
geheel (meer bepaald de waarden en normen uit een bepaalde cultuur)
- De maatschappelijke W en N worden geinternaliseerd ze worden deel van iemand
identiteit: Cultuur is een belangrijk onderdeel van onze identiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenjanssens1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.