Recht
Deel 1: Inleiding
1. Definitie van het begrip recht
- Elke mens recht om zelfstandig zijn leven uit te bouwen zodra meerdere mensen
met elkaar leven moet er rekening gehouden worden met de anderen
- Om samenleven geordend te laten verlopen: afspraken(regels) voor iedereen
binnen dezelfde groep gelden
- Spreken ook af wie in de toekomst deze afspraken zal kunnen verbeteren/uitbreiden/
wijzigen/afschaffen.. + bepalen welke instanties uitspraak zullen doen bij conflicten
systeem werkt niet alleen zo in de moderne maatschappij maar ook in de traditionele
samenlevingsmodellen
voorbeeld :Gacaca-rechtbanken
ook wanneer mensen in kleinere contexten samenleven , vind je dergelijke systemen
terug (bijv: schoolverband)
Recht= geheel van regels, opgesteld door de samenleving, waardoor de belangen van de
enkelingen in de gemeenschap leven, geordend worden, door middel van sociale dwang
(elk element van deze definitie is belangrijk!)
1.1 Een geheel van regels
niet alleen geschreven maar ook ongeschreven regels + niet alleen op basis van nationale
wetteksten ,ook op basis van internationaal recht (bv: kinderrechtenverdrag)
Voorbeeld ongeschreven rechtsregel: Lopende zaken
= bevoegdheden van de Regering (uitvoerende macht) worden beperkt tot de meest
dringende zaken en de minst belangrijke zaken, op het ogenblik dat er geen parlementaire
controle meer mogelijk is (wordt gecontroleerd door de Raad van State)
1.2 Opgesteld door de samenleving
Regels worden opgesteld door de mensen die binnen een bepaalde context samenleven
gaat vaak om grote groepen dus regels worden meestal opgesteld door
vertegenwoordigers van de samenleving = INDIRECTE DEMOCRATIE
In bepaalde landen gebeurt dit wel dat alle inwoners fysiek samen komen voor het opstellen
van regels (bv:Zwitserland) = DIRECTE DEMOCRATIE
Regels worden opgesteld door de maatschappij zelf regels weerspiegeling van wat leeft in
de maatschappij. ( belangrijk gevolg = recht is wijzigbaar)
Voorbeelden:
- Voorwaardelijke vrijlating: wet Lejeune Wet Martin: verstrenging voorwaarden
- Abortus : vroeger in strafwet nu afzonderlijk geregeld
- Euthanasie: 2002 euthanasiewetgeving
Hoe ingewikkelder onze samenleving wordt, hoe meer rechtsregels ontwikkeld worden.
= juridisering van de maatschappij
1
Recht
,Voorbeelden: kunstmatige voortplanting, internetcriminaliteit
1.3 De belangen van de enkeling die in de maatschappij leeft
worden geordend.
- Ordening van het maatschappelijk leven elk lid moet weten welke zijn rechten en
plichten zijn en op welke manier hij deze kan uitoefenen ( iedereen wordt geacht de
wet te kennen)
1.4 Afdwingbaarheid van het recht
- Essentieel element van het recht: naleving van regels moet, om effectief te zijn,
kunnen afgedwongen worden
Leden spreken af hoe
Afdwingen kan bestaan uit :
o een bevel ( verbod/gebod)
o een schadevergoeding betalen
o straffen bij misdrijven ( overheid bepaalt straf)
Recht verschilt in die zin van morele, conventionele en religieuze regels
voorbeeld : je eet met mes en vork ( CR) maar je gaat niet voor de rechtbank gebracht
worden als je dit niet doet.
Recht beoogt ook geen rechtvaardigheid , wel objectiviteit en rechtszekerheid
voorbeelden:
Verblijfsregeling na een echtscheiding
Verjaring van een misdrijf ( er zijn feiten die niet verjaren o.a oorlogsmisdaden)
(het is een harde wet maar het is een wet dus moet worden nageleefd)
2. Enkele belangrijke kenmerken binnen de algemene
context van het recht
2.1Rechtssubject en rechtsobject
Rechtssubject= een persoon/groep van personen die subjectieve rechten/plichten heeft. Het
kan gaan om een natuurlijke persoon (een mens) of om een rechtspersoon ( fictief, juridisch
persoon met R en P bv vzw,bvba,nv)
Belang van onderscheid tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon:
- Rechtspersoon kan niet alle rechten genieten
- Rechtspersoon kan niet elke misdrijf plegen
- Rechtspersoon kan niet elke straf krijgen
Rechtsobject= zaak waarop rechtsregels betrekking hebben vb: ik koop een huis( huis=RO)
2.2 Genotsbekwaam en handelingsbekwaam
Genotsbekwaam= een rechtssubject is bekwaam om rechten te genieten (iedereen!)
bv baby heeft ook recht op eigendom
Handelingsbekwaam=geschikt zijn om via het stellen van handelingen hun rechten uit te
oefenen.
Voorbeelden:
- Minderjarigen: beperkt op basis van de wet
2
Recht
, - Persoon die onder bewind : beperkt op basis van een gerechtelijke beslissing
- Officieel kan een minderjarige bv bepaalde contacten niet sluiten
2.3 Rechtshandelingen en rechtsfeiten
Rechtsfeit= feit waaraan het objectief recht een rechtsgevolg koppelt.
(ongewilde rechtsgevolgen)
Voorbeelden:
- Overlijden van een persoon erfrecht (openvallen van de erfenis)
- Ongeval met fout aansprakelijkheidsrecht
Rechtshandeling= handeling die wordt verricht met het oog op het tot stand brengen van
juridische gevolgen. De handeling wordt dus verricht opdat deze juridische gevolgen zouden
ontstaan.
Voorbeelden:
- Huurcontract: op basis van huurrecht ontstaan er rechten en plichten voor huurder
en verhuurder
3. Indeling van het recht
2 onderverdelingen
1e onderverdeling gebaseerd op de inhoud van het recht:
- Privaatrecht
- Publiekrecht
2e onderverdeling gebaseerd op territoriale draagwijdte van het recht:
- Nationaal recht
- Internationaal recht
3.1 Privaatrecht
Regelt …
- Statuut of de staat van individuele persoon
- Verhouding tussen burgers onderling
Bestaat o.a uit:
- Burgerlijk recht
- Handelsrecht ( nu ondernemingsrecht , relaties tss handelaars onderling+vrije
beroepen)
- Individueel arbeidsrecht ( relatie tss WN en WG)
3.2 Publiekrecht
Regelt…
- Verhouding tss burger en de overheid
- Interne organisatie van de overheid
- Verhouding tss staten (internationaal)
Behoren ertoe:
- Grondwettelijk recht
- Administratief recht
- Strafrecht ( relatie tss overheid en dader)
- Milieurecht
In sommige rechtstakken zitten zowel elementen van privaat-als publiekrecht bv collectief
arbeidsrecht en het onderwijsrecht.
3.3 Nationaal recht
= recht dat van toepassing is binnen de grenzen van een welbepaalde staat
Voorbeeld :
3
Recht
, - Belgisch strafrecht (doodstraf afgeschaft), belgisch burgerrecht(homohuwelijk toeg.)
3.4 Internationaal recht
=overstijgt de nationale landsgrenzen. Het komt tot stand door afspraken die landen met
elkaar maken.
Supranationale organisaties : centraal orgaan maakt beslissingen, zonder dat de staten
nog veel beslissingsmacht zelf overhouden
Voorbeeld: Europese Unie ( economie)
Intergouvernementele organisaties: belangrijkste beslissingsmacht blijft bij de
deelnemende staten , ze beslissen gezamenlijk ( in onderling overleg)
Voorbeeld: Raad van Europa ( mensenrechten beschermen burgers binnen Europa)
Staten kunnen ook in een iets losser verband samenwerken via verdragen.
Er is een onderscheid tussen 2 soorten verdragen
Bilaterale verdrag: slechts 2 verdragspartijen
Multilaterale verdragen: meer dan 2 verdragspartijen
Voorbeelden:
- Belastingsverdrag, uitleveringsverdrag (bilateraal verdrag)
- Europees verdrag voor de rechten van de mens (multilateraal verdrag)
4. Bronnen van het recht
4.1 De grondwet
= geheel van fundamentele rechtsregels die de werking en de organisatie van de
instellingen bepalen, de verhouding bepalen tussen de burger en de instellingen en de
verhouding bepalen tussen de instellingen onderling. De fundamentele rechten van de
burger eveneens in de Grondwet zijn opgenomen ( bv recht op onderwijs)
grondwet kan slechts gewijzigd worden wanneer welbepaalde strenge
procedureregels worden nageleefd.
De Belgische grondwet geldt zowel voor de federale staat als voor de deelgebieden.
(laatsten hebben geen eigen grondwet)
In het Belgische recht wordt ervan uitgegaan dat de grondwet de hoogste positie inneemt
met uitzondering van:
- EVRM ( Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens)
- De verdragen van de Europese Unie
4.2 De wetgevende akten: wet, decreet en ordonnantie
Wetgevende akten = regels die door het parlement van de bevoegde overheid worden
goedgekeurd.
Bij het FP wetten
Bij gemeenschappen en gewesten decreten
Bij Brussels hoofdstedelijk gewest ordonnantie
(verschil ligt in het territoriaal toepassingsgebied, wet geldt voor hele gebied, een
decreet/ordonnantie enkel in de betreffende gemeenschap/gewest)
Ze hebben alle 3 wel juridisch dezelfde waarde!
4
Recht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenjanssens1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.