Uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges van het vak 'Inleiding Film' van het eerste jaar van de bachelor Media & Cultuur aan de Universiteit Utrecht.
PRE-CINEMA: VOORGESCHIEDENIS VAN DE FILM (TOT 1895)
Bij het ontwikkelen van het medium film waren meerdere eerdere ontdekkingen van belang:
1. Onderzoekers kwamen er in de negentiende eeuw achter dat het menselijk oog beweging ontvangt
als een reeks van weinig verschillende beelden, die in een snelheid van ongeveer 16 beelden per
seconden langskomen. Verschillende soorten optisch speelgoed maakten gebruik van deze
ontdekking, waaronder de Fenakistiscoop en de Zoötroop. De optische illusie van beweging waar
dit soort speelgoed gebruik van maakt, wordt ook wel het Phi-effect genoemd.
2. Het moest technisch gezien mogelijk zijn om een snelle reeks beelden te kunnen projecteren.
Sinds de zeventiende eeuw kon al een klein aantal beelden worden vertoond met zogeheten
toverlantaarns. Deze apparaten, een soort projectoren, maakten gebruik van platen die snel
konden schakelen tussen twee of drie verschillende posities van een personage.
De toverlantaarns werden gebruikt voor commerciële voorstellingen op (rondtrekkende) kermissen
en jaarmarkten, maar ook als onderdeel van grotere variétéprogramma’s. Vaak werd er bij deze
voorstellingen ook uitleg gegeven. Een soortgelijke functie zien we later bij de vroege film.
Verder werd de toverlantaarn voor educatieve voorstellingen van onder meer scholen en de kerk,
en ook bij de hogere sociale klassen als vrijetijdsbesteding voor thuis. Veel gebruikte genres
waren onder meer bekende verhalen als sprookjes, de actualiteit, momenten uit de geschiedenis,
komische taferelen en zogeheten travellogues. Bij dit laatste ging het om beelden van veelal
exotische oorden. De travellogues zijn daarmee een vorm van visueel toerisme. De toverlantaarns
waren erg populair in de negentiende eeuw.
3. Het kleine aantal beelden van de toverlantaarn was echter niet genoeg om de illusie van echte
beweging, zoals bij film, tot stand te brengen. Om een lange serie van beelden te kunnen maken,
was de fotografie nodig. Vanaf 1816 werken meerdere uitvinders aan een proces om beelden vast
te kunnen leggen op glas- en metaalplaten. In 1826 weet Claude Niépce de eerste foto te maken,
met een belichtingstijd van acht uur. Pas rond 1890 is de belichtingstijd gereduceerd van enkele
uren naar slechts enkele seconden. Deze snelheid was van belang voor de het kunnen ontwikkelen
van cinema.
4. Voor het kunnen doen ontstaan van cinema was het nodig dat foto’s konden worden afgedrukt op
een materiaal dat flexibel genoeg was om door een camera te kunnen laten gaan. In 1888 bedacht
George Eastman een camera, de Kodak, die foto’s kon maken op zeer gevoelig papier. Een jaar
later introduceerde diezelfde Eastman het transparante celluloid, dat ook gebruikt zal worden in
het ontwikkelen van de apparatuur voor het maken en vertonen van films.
5. In 1878 wordt de fotograaf Eadward Muybridge gevraagd of hij een manier kan vinden om een
rennend paard op foto vast te leggen, zodat de bewegingen van het paard kunnen worden
bestudeerd. Hiertoe zet hij twaalf camera’s neer in een rij en stelt deze zo in dat ze na elkaar een
foto maken. We noemen dit chonofotografie.
, 6. De Franse psycholoog Étienne Jules Marey raakt geïnspireerd door het werk van Muybridge en
wil de beweging van vogels vast gaan leggen. Hiertoe ontwerpt hij een soort ‘fotografisch
geweer’. In 1888 bouwt Marey een kubusvormige camera. Hij is de eerste die er in slaagt om in
een camera. flexibel filmmateriaal te combineren met een periodiek systeem.
7. Verder moest men op zoek naar een mechanisme voor camera’s en projectoren dat snel kon
stoppen en starten. Een voorbeeld is het transportsysteem voor stof dat door de Gebroeders
Lumière van de naaimachine werd overgenomen. Zodoende konden zij zorgen voor stabiel beeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SandervanKaam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.
