Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
Summary
Samenvatting Opgeloste examenvragen Juridische en Gedragswetenschappelijke Aspecten van Politie - 14/20 (eerste zit)
26 views 1 purchase
Course
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Opgeloste examenvragen van het vak Juridische en Gedragswetenschappelijke Aspecten van Politie gegeven door Prof. Van Daele. Dit document bevat een 50-tal grote examenvragen, waarvan er 30 vragen volledig zijn opgelost. Met mijn samenvatting te leren en deze vragen behaalde ik een 14/20 in eerste z...
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
Crimi123
Reviews received
Content preview
EXAMENVRAGEN JGAP
DEEL I: HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE BELGISCHE POLITIEBESTEL
1. BESPREEK DE ZEGGENSCHAP VAN DE BURGEMEESTER T.A.V. DE REGULIERE
POLITIEDIENSTEN. MAAK HIERBIJ EEN ONDERSCHEID TUSSEN (A) DE PERIODE VOOR 1998
EN (B) DE PERIODE NA 1998. (3x)
a) PERIODE VOOR 1998
• Rond 1799 werd de burgemeester dwingend gestuurd door de commissaire generale
police die door Napoleon/Fouché werd opgericht
® Burgemeester had dus niets te zeggen toen
• In 1815 werd er geen hiërarchisch niveau meer tussen lokaal en federaal waardoor ze
op gelijk niveau kwamen en burgemeester wel terug wat te zeggen had
® Er was sprake van een gemeentelijke autonomie
® Lokaal en federaal niveau werden beheerd door een overkoepelend orgaan:
commissaris-generaal van politie
• In 1830 kwamen er lokale problemen, kleine dorpen hadden geen geld, burgemeesters
wouden belastingen niet omhoog doen want dat zou slecht zijn voor de verkiezingen
® En bovenaf konden ze alleen aanbevelingen geven, geen bevelen. → want
gemeentelijke autonomie
• In 1939 wordt het rijk bezet door de Duitsers, gemeente wordt weer centraal gestuurd,
waardoor de burgemeester weer geen stem heeft, kan niet tussenkomen
® Gemeentepolitie werd aangestuurd door ARP (ministerie van BZ)
• Na WOII: terug naar vooroorlogse politiebestel → gemeentepolitie terug o.l.v. de
burgemeesters
® Technisch gezien achteruitgang, want burgemeesters waren niet geneigd om hier
veel geld in te steken en hadden hier ook niet genoeg geld voor
• 1992 (pinksterplan): gemeenten gaan samenwerken via bovengemeentelijke zones
® Gemeentepolitie wordt geprofessionaliseerd en gemoderniseerd, zodat ze meer
hun taken aankunnen
® Er is sprake van (niet verplichte) veiligheidscontracten die inhouden dat partijen
rekening moeten houden met veiligheid in ruil voor subsidies, burgemeesters
konden dus financiële hulp aanvaarden
® OOP13 zegt dat rijkswacht alleen complexe zaken moet doen, deze gaan in protest
tegen MBZ en ze krijgen een gedeelde verantwoordelijkheid over de
basispolitiezorg samen met de burgemeesters → dit was lastig voor burgemeesters
omdat ze net eindelijk serieus genomen werden
® De complementariteit theorie dat in het pinksterplan vervat zat, wordt losgelaten
• In 1994 wordt dit officieel, rijkswacht en gemeentepolitie gaan samenwerken in
interpolitiezones (IPZ): bestaan uit één of meerdere korpsen van de gemeentepolitie en
één of meer brigades van de RW
b) PERIODE NA 1998
• Op vlak van beheer niet veel veranderd in vergelijking met voor 1998, nog steeds een
sleutelrol voor de burgemeester
® Verantwoordelijk voor de organisatie en beheer van het korps in ééngemeentezone
1
, • Burgemeester heeft gezag over de opdrachten van bestuurlijke politie bij de lokale
politie (ook in een meergemeentezone)
• Naast deze grote rol van de burgemeester, toch ook wel veel centrale sturing over het
lokale niveau: Art. 11 WPA, Art. 35 WGP, Art. 38 WGP, Art. 43 WGP, ...
2. BESPREEK DE TAAKVERDELING VAN BESTUURLIJKE POLITIE TUSSEN DE REGULIERE
POLITIEDIENSTEN VANAF 1830 TOT 2019.
• Situatie tot 1919
® Rijkswacht: deed bestuurlijke opdrachten
® Gemeentepolitie: deed bestuurlijke opdrachten
• Situatie vanaf 1919
® Rijkswacht: grotere inzet op bestuurlijke opdrachten + oprichting ARP onder minister
van BZ
o Algemene dienst rijkspolitie
o Puur administratief orgaan dat toezicht houdt op de handhaving van de openbare
orde (toezicht op de bestuurlijke taken van politie)
® Gemeentepolitie: deed ook bestuurlijke opdrachten, maar zij konden dat niet aan
omdat er niet in hen geïnvesteerd werd, want er was geen geld
® GPP: geen bestuurlijke opdrachten
• Situatie tijdens Duitse bezetting
® Rijkswacht: demilitarisering + onder gezag van ARP (minister van BZ)
® Gemeentepolitie: onder gezag van ARP (minister van BZ)
® GPP: /
• Situatie politiebestel 1944-1980
® Rijkswacht: opnieuw militair, dus niet meer onder gezag van minister van BZ
o De BOB’s deden naast de gerechtelijke opdrachten, ook bestuurlijke opdrachten
® Gemeentepolitie: kunnen bestuurlijke opdrachten nog altijd niet aan en staan ook niet
meer onder de minister van BZ (zijn terug afhankelijk van de burgemeesters die niet
geneigd zijn om hier vele geld in te steken)
® GPP: /
• Situatie politiebestel (1980-1995)
® Pinksterplan:
o Rijkswacht: demilitarisering, dus opnieuw onder gezag van minister van BZ voor
bestuurlijke opdrachten
o Gemeentepolitie: OOP 13 → gemeentepolitie moet de 1ste lijn zijn voor
ordehandhaving en de rijkswacht treedt pas op in 2de lijn als de zaken te complex
of omvangrijk
® Verhouding rijkswacht en gemeentepolitie: rijkswacht was uiteindelijk toch niet blij
met OOP13 dus zijn ze gaan klagen bij minister van BZ en hebben ze hun zin gekregen:
basispolitie gedeelde verantwoordelijkheid voor gemeentepolitie en rijkswacht
• Situatie politiebestel vanaf 1995
® Rapport Commissie Dutroux: afschaffen van rijksmacht, gemeentepolitie en GPP →
nieuwe structuur
o Federaal: ondersteuning bieden op lokaal niveau
o Lokaal: basispolitiezorg dat bestaat uit bestuurlijke (en ook gerechtelijke)
opdrachten in IPZ’s
2
, ® Octopusakkoord: politiebestel van Commissie Dutroux wordt aangenomen +
aanvulling Commissie Huybrechts
• Een geïntegreerde politiedienst
® Minister van BZ (en justitie) krijgen een sterke positie in het nieuwe politiebestel:
1) Coördinatie van algemeen politiebeleid
2) Coördinatie van het beheer van de federale politie en van de lokale politie
• Federale politie: ADBP
® Operaties van bestuurlijke politie o.l.v. de DirCo op gedeconcentreerd niveau
3. BESPREEK DE ROL VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN IN DE PERIODE VAN
1830 TOT NU.
• 1934: oprichting ARP binnen het ministerie van BZ
• Tijdens Duitse bezetting: er was een groot ministerie van binnenlandse zaken
o Rijkswacht en gemeentepolitie worden deel van de ARP en dus moet het ministerie van
BZ de rijkswacht en gemeentepolitie besturen
o De bedoeling was om GPP er ook onder te brengen maar niet meer doorgevoerd (want
de oorlogskansen keerden)
o Na WOII: rijkswacht wordt terug gemilitariseerd en werd niet langer bestuurd door de
ARP (Ministerie van BZ)
o Ook de gemeenten gaan terug naar vooroorlogse bestel: opnieuw meer autonomie van
lokaal bestuur
• Pinksterplan (1990): rijkswacht wordt een burgerlijke politiedienst (moet
gedemilitariseerd worden)
o Ministerie van BZ krijgt het beheer hierover (voor gerechtelijke opdrachten medebeheer
door minister van justitie)
o Minister van BZ beheerde de veiligheidscontracten → had zo voor een deel controle
over de gemeentepolitie
• Octopusakkoord (1998): politie onder minister van BZ (samen met minister van Justitie)
• Nu: de beslissingen van het octopusakkoord bepalen nog steeds ons huidig politiebestel.
• Een geïntegreerde politiedienst
® Minister van BZ (en justitie) krijgen een sterke positie in het nieuwe politiebestel:
1) Coördinatie van algemeen politiebeleid
2) Coördinatie van het beheer van de federale politie en van de lokale politie
• Lokale politie
® Minister van BZ krijgt gezag en beheer over bestuurlijke opdrachten (Art. 97-98 WGP)
® Federale politieraad moet advies uitbrengen aan minister van BZ en justitie (Art. 7
WGP)
® Adviesraad moet adviezen uitbrengen aan enkel de minister van BZ
® AIG staat onder gezag van zowel minister van BZ als justitie: enkel de politieministers
kunnen opdrachten geven aan de AIG
® Minister van BZ kan dwingende richtlijnen (MFO) maken waarbij bestuurlijke
opdrachten van federale aard worden toevertrouwd aan lokale korpsen (Art. 61 WGP)
o De minister kan dit ook bevelen aan de lokale politie
o (Let op: MFO 2 geldt enkel voor bestuurlijke opdrachten)
® Toepassing Art. 64 WGP: een opvordering van de minister van BZ waarbij hij korps 1
verplicht om bij te springen bij korps 2 zonder overleg tijdens rampen, onheil...
® Raad van burgemeesters geeft advies aan minister van BZ (en justitie) → minister
beslist zelf wat hij met dat advies doet (Art. 8 WGP)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Crimi123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.