Dit document bevat een samenvatting van de cursus dyscalculie (R. Vandevoorde) aan Vives Hogeschool, academiejaar . Deze samenvatting is opgebouwd aan de hand van de syllabus en eigen notities tijdens de lessen. Onderdelen:
- Inleiding
- H1: Waarom deze cursus?
- H2: Psychologische stromingen ov...
Inleiding
Rekenonderwijs op school: hoe?
3de kleuterklas
- Voorbereidend rekenen
- Rekentaal (meer, minder, eerste, laatste, evenveel …) manipuleren van materiaal ifv het
aanleren van rekentaal
- Tellen: liedjes (vb. 1 2 3 4 hoedje van papier)
o Testbatterij: telproef vooruit tellen, achteruit tellen, tellen met sprongen
o Grootste voorspeller van dyscalculie: niet kunnen tellen in de 3de kleuterklas
- Einde: werkblaadjes
1ste leerjaar
- Aanvankelijk rekenen
- Getalbeelden leren herkennen om er later mee te kunnen rekenen (vb. kwadraatbeelden)
- Januari/februari: kantelpunt om dyscalculie op te merken omdat dan de getalsplitsing begint
2de t.e.m. 6de leerjaar
- Gevorderd rekenen
Functie van de logopedist & taakleerkracht bij dyscalculie
Logopedist
- Werkt ontwikkelingsgericht vanaf welk punt is het probleem beginnen manifesteren?
(vb. moeite met tellen, getalbeelden, getalsplitsing …)
- Gaat dezelfde oefening aanbieden als in de klas: begint in therapie met dezelfde methodiek
als op school om verwarring te vermijden
Taakleerkracht
- Gaat niet terugkeren naar het begin van het probleem
Relaties/verbanden
Tussen taal & rekenen
Duidelijke relatie: rekenen steunt op taal, taal is een voorwaarde om tot rekenen te kunnen komen
(denk aan rekentaal, vraagstukken …)
Tussen lezen/schrijven/spellen & rekenen
Beide zaken berusten op het aannemen van abstracte gegevens. Er wordt vertrokken vanuit iets
concreet dat vertaald wordt naar iets abstract (denk aan cijfers die men kan omzetten in
kwadraatbeelden).
Tussen IQ (intelligentie) & rekenprestaties
Rekenen is erg abstract (nog meer dan dan lezen/schrijven/spellen) en is dus nog meer
intelligentiegevoelig. Een zeer zwak KT- en LT-geheugen is kenmerkend voor dyscalculie.
Dyscalculie: samengevat in een definitie
- = een specifieke ontwikkelingsstoornis op gebied van de rekenvaardigheid
o Specifiek: spitst zich toe op het vlak van rekenen
- = een vrij ernstige ontwikkelingsstoornis dat zich ontwikkelt in het kind zelf primair
- Er bestaan verschillende soorten dyslexie: een kind met dyscalculie hoeft niet op alle
rekendomeinen een probleem te hebben. Vandaar is het héél belangrijk om bij logopedisch
onderzoek breed te testen (een mix, cocktail van tests!).
- Rekendomeinen:
o Meetkunde o Hoofdrekenen
o Metend rekenen o Cijferen
o Getallenkennis o Vraagstukken/toepassingen
Hfdstk 1: Waarom deze cursus?
1.1 Geen wereld zonder cijfers
- Overal cijfers (klok, wasmachine instellen, budgetbeheer, station …)
- Dyscalculie is geen …
o 3-23 stoornis: die zich beperkt tot de schoolleeftijd
o 7 uur stoornis: die zich beperkt tot de schooluren
1.2 Rekenen is meer dan iets kunnen
- Rekenen gaat om welbevinden, betrokkenheid en competenties
o Kunnen rekenen = bagage van kennis en vaardigheden die we op school, op straat en
thuis leren
o Durven rekenen = durven de stap zetten om, op risico van falen
o Willen rekenen = de nood hebben om, de behoefte hebben om
1.3 Dyscalculie heeft veel gevolgen
- Ook gevolgen in het middelbaar en op volwassen leeftijd
- 40 tot 80% van de jongeren met een leerstoornis ontwikkelt ook gedragsproblemen:
problemen met het socio-emotionele
- Invloed op zelfbeeld
- Invloed op totale gezinsfunctioneren
Hfdstk 2: Psychologische stromingen over rekenen of rekendidactiek
2.1 Historisch overzicht (historische voorlopers)
Denkpsychologie
- Rekenen is een uitvoerbare activiteit
- Rekenen vereist controlegedrag
- Er is een leraar nodig om kinderen te leren rekenen
- Rekenen is je kunnen voorstellen wat er gebeurt
Gestaltpsychologie
- Rekenen moet je aanschouwelijk (zichtbaar) maken mbv verbalisaties (woorden)
Pagina 2 van 25
, Samenvatting Leerstoornissen: dyscalculie
Ontwikkelingspsychologie
- Piagetiaanse rekenvoorwaarden = zaken die je als kleuter moet kennen/kunnen om later te
kunnen rekenen
1. Classificatie = het kunnen groeperen volgens 1 of meerdere eigenschappen
2. Seriatie = rangschikken volgens een bepaalde eigenschap waarin soortgelijke dingen
verschillen (vb. 10 mensen rangschikken volgens lengte. Het zijn soortgelijke dingen want het
zijn allemaal mensen)
3. Correspondentie (=één-één-relatie = eenheid-eenheid-relatie = maat-maat-relatie) =
het telkens koppelen ve bepaalde eenheid aan een andere eenheid (vb. er liggen 6 appels
en 4 peren: kind kan nog niet tellen: dan weet het kind door correspondentie wel dat er meer
appels zijn dan peren. Het kind gaat een appel naast een peer leggen en zo verder tot hij merkt
dat er voor 2 appels geen peren zijn dat naast elkaar leggen is de correspondentie)
4. Conservatie= het kunnen afstand nemen van ogenschijnlijk ongelijke hoeveelheden
zodat je ze toch als gelijk kunt herkennen (vb. conservatie-experiment met 2 glazen water:
hoog smal en laag breed)
5. Maatbegrip = een hoeveelheid is altijd relatief, je moet een hoeveelheid moet je altijd
zien in verhouding tot een andere hoeveelheid (vb. wat op een moment veel is kan op een
ander moment weinig zijn: hoeveelheid 13 is veel tov 2, maar is weinig tov 100)
Cognitieve leerpsychologie
- Gesequentieerde instructie: instructie in stukjes geven
Handelingsleerpsychologie (zie 2.2)
- Uit Rusland
- Gal’perin: ontwikkelde deze handelingsleerpsychologie
- Davydov: paste deze psychologie toe op het rekenen (de Trapsgewijze procedure)
Onderwijspsychologie
- Leerlingkenmerken zijn ook belangrijk (vb. intellligentie, motivatie…)
- Omgevingsfactoren zijn ook belangrijk (vb. hoe de school het kind aanspreekt op zijn
vermogens)
Neuropsychologie
- De problemen liggen in de neuro-anatomische & neurofysiologische factoren in het kind zelf.
Vakdidactiek
- Gebruik maken van heuristieken = oplossingsmethodes die niet altijd tot de juiste oplossing
leiden
o Staat lijnrecht tegenover vroegere versies: gebruik maken van algoritmen
= oplossingsmethodieken die wel altijd tot de juiste oplossing leiden
We gaan eclectisch te werk en kiezen uit iedere theorie iets!
2.2 Enkele basisprincipes uit de handelingsleertheorie
2.2.1 Van Parreren (gebaseerd op de Russische leerpsychologie)
2.2.1.1 Soorten leerprocessen
- Inzichtbevorderend leren
o = beroep doen op een aantal regels, begrippen en oplossingsmethodes om een
oplossing voor een probleem te vinden
o Geen ‘trial and error’ meer
Pagina 3 van 25
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellen9402. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.39. You're not tied to anything after your purchase.