Spraakklankstoornissen en afwijkende mondgewoonten (B3C130)
Summary
Samenvatting Spraakklankstoornissen en afwijkende mondgewoonten (B3C130)
17 views 0 purchase
Course
Spraakklankstoornissen en afwijkende mondgewoonten (B3C130)
Institution
Katholieke Hogeschool VIVES (VIVES)
Book
Articulatie en fonologische stoornissen
Dit document bevat beantwoorde voorbeeldexamenvragen voor het OPO Spraakklankstoornissen en afwijkende mondgewoonten (L. Billiet) uit het eerste jaar van de opleiding logopedie aan Vives hogeschool. Het gaat om een samenvatting uit het academiejaar met volgende onderdelen: achtergronden, diagnosti...
Spraakklankstoornissen (SKS)
Algemene inleiding
‘Articulatie is het eindpunt vd communicatie maar tegelijk het begin’. Leg deze uitspraak uit.
Het is het beginpunt omwille vd feedback en het taalproductiemechanisme van Levelt, maar het is
ook het eindpunt omdat je dan iets zegt wat hoorbaar is.
Waarom kiezen Elen en Manders voor het leermodel?
Het leermodel staat centraal, want alle kinderen leren goed articuleren ook al vertonen ze voor het
overige een normale ontwikkeling, afwijkingen vd articulatie-organen, bezenuwingsproblemen en/of
een ernstig auditief probleem. Het behandeldoel is leren aanvaardbaar articuleren.
Deel 1: Achtergronden
Bespreek het taalproductiemechanisme van Levelt.
Communiceren obv spraakklanken is het omzetten van ideeën in
articulatiebewegingen.
- Overt speech = de omzetting in articulatie door een
articulator. Hierbij heb je op elk niveau in- & output en
monitoring & feedback (controle).
- Covert speech = het onderliggende, voorbereidende werk
door de coneptualizer en formulator = alles wat je niet kan
horen of zien.
Alles begint bij de conceptualizer, waar het idee wordt gegenereerd.
Dat idee wordt omgezet naar een preverbale boodschap (dit is de nog
niet uitgesproken boodschap wat het idee vd spreker weerspiegelt).
De formulator maakt de plannen van wat je exact gaat zeggen (grammaticale en fonologische
codering) (covert speech).
Dan wordt het fonologische plan omgezet in een intern articulatorisch/fonetisch plan (overt speech).
De articulator voert dit plan uit, waardoor we spraak horen.
Bij al deze stappen is er sprake vd aanwezigheid van feedbackmechanismen, waaronder de auditieve
feedback. Deze aanwezigheid noemt Van Riper het cybernetisch model.
Welke rol speelt de auditieve feedback bij het (leren) articuleren?
Het auditieve feedbacksysteem is belangrijk bij het leren articuleren, maar ook bij het luisteren naar
zichzelf. Het nadeel is wel dat dit te laat komt (vb. als ik me verspreek, hoor ik pas erna dat ik me
versproken heb). Dit feedbacksysteem valt weg eens we kunnen articuleren, eens we klanken
kunnen produceren. Als we ouder worden gaan we ook luisteren naar anderen ipv naar onszelf.
Welke feedbacksystemen spelen bij het (leren) articuleren een rol?
Hoe houden zij verband met de therapie?
Er zijn 3 soorten feedbacksystemen die bij het leren articuleren een rol spelen: auditief, tactiel en
proprioceptief feedbacksysteem.
In het begin speelt vooral het auditieve feedbacksysteem een belangrijke rol bij het naar zichzelf
luisteren tijdens het leren articuleren. Deze auditieve feedback is belangrijk in de beginfase vh
therapieproces.
In een later stadium vh therapieproces spelen de tactiele en proprioceptieve feedback een
belangrijke rol. Tactiele feedback geeft informatie over het contact tussen articulatiepunten.
Proprioceptieve feedback geeft informatie over de positie vd articulatieorganen en de interne
spierspanning. Zij vormen samen het interne feedbacksysteem tijdens het spreken, die correctie op
voorhand mogelijk maken.
Welke componenten kan men in het articulatieproces onderscheiden?
Het articulatieproces omvat 3 componenten die onderling met elkaar verbonden zijn en interfereren
met elkaar: de neurofysiologische, psycholinguïstische en psycho-akoestische component.
- De neurofysiologische component bevat de biologische onderbouw, de fysiologie en de
werking van alle mechanismen die een rol spelen bij het spreken/articuleren.
- De psycholinguïstische component bevat de mentale processen en dus het denken in taal.
- De psycho-akoestische component bevat de akoestiek met al zijn kenmerken (toonhoogte,
frequentie, duur …) en de waarneming van die geluiden.
Hoe verhouden fonetiek en fonologie zich tot elkaar? (verschillen? gelijkenissen?)
Fonetiek is een continuüm van spraakklanken, we kunnen nauwelijks spreken van klankeenheden
omdat de ene klank in de andere vloeiend overloopt. Het is fysisch, concreet en we spreken over
spraakklanken.
Fonologie is een opeenvolging van onderscheidbare segmenten. Het is psychologisch, in
taalbewustzijn, abstract en we spreken over fonemen.
Wat zegt de structuralistische theorie over de articulatieontwikkeling?
De structuralistische theorie van Jacobson is een linguïstisch model vd spraakklankontwikkeling dat
zegt dat de fonologische ontwikkeling een universele volgorde kent. Waarbij het kind eerst erg
contrasterende spraakklanken leert (/p/ & /a/) en pas daarna (/p/ & /m/).
Wat zegt de theorie natural phonology over de articulatieontwikkeling?
De theorie van ‘natural phonology’ is een linguïstisch model vd spraakklankontwikkeling dat zegt dat
fonologische processen taaluniverseel zijn en vereenvoudigingen vd volwassen taalvorm zijn die
jonge kinderen frequent toepassen. Deze fonologische processen verdwijnen normaal op een
bepaalde leeftijd, maar zijn volkomen normaal in de taal- en spraakontwikkeling.
Leg het ‘interactiemodel’ volgens Stoel-Gammon & Dunn uit. Leg adhv de figuur uit hoe Stoel-
Gammon & Dunn hun theorie over spraakklankontwikkeling uitleggen.
Het interactiemodel van Stoel-Gammon & Dunn is een psycholinguïstisch model dat dus een link legt
tussen psychologie en linguïstiek. Dit model bestaat uit 4 componenten:
- Auditief perceptuele component aandacht en perceptie van linguïstische input.
- Cognitieve component input herkennen,
opslaan, terughalen, output-regels formuleren
en input & output met elkaar vergelijken
- Fonologische component spraakklanken
contrastief gebruiken en afstemmen op
volwassenentaal
- Neuromotorische component
articulatiebewegingen plannen en uitvoeren
Welke kritische bedenkingen kan je over studies naar de ontwikkeling vd fonetische
articulatievaardigheid formuleren?
Er is veel onderzoek gedaan naar de leeftijd waarop specifieke spraakklanken verworven worden.
Enkele punten van kritiek hierop:
- Men wil groepsnormen ontwikkelen, maar de groep is te klein.
- Er worden enkel woorden ontlokt, maar geen lopende spraak.
- De klank wordt slechts adhv 1 woord onderzocht.
- Het criterium verschilt per onderzoek. Het meest gebruikte criterium is 75 of 90%, dwz dat
een spraakklank op een bepaalde leeftijd verworden is als 75% of 90% vd leeftijdsgenoten de
klank beheerst.
OF
De studies starten vanaf 3j, maar een belangrijk deel vd spraakklankverwerving is dan al achter de
rug. Enkel losse woorden beoordelen is niet correct/voldoende om een uitspraak hierover te doen.
Hoe verklaar je het verschijnen en verdwijnen van fonologische processen bij een kind met een
normale fonologische ontwikkeling?
Een stijgende leeftijd betekent ook het bijschaven van klankvorm dankzij meerdere mogelijkheden.
Daardoor verdwijnen de fonologische processen geleidelijk aan.
Leg het fenomeen van ‘homoniemen’ bij een kind met een normale fonologische ontwikkeling uit.
Tijdens de vroegtalige fase in de taal- en spraakontwikkeling maakt een kind de overgang van
brabbelen naar spraak. Bij de uitspraak vd eerste 50 woorden gebruikt het kind veel homoniemen.
Een voorbeeld hiervan is dat het kind met de homoniem ‘boo’ naar verschillende begrippen verwijst,
zoals boos, boot, boom, boterham …
Vergelijk het ziektemodel met het leermodel.
Voor afwijkend articulatiegedrag bestaat er een ziekte- en leermodel:
- Volgens het ziektemodel is het afwijken vd norm een teken vd aanwezigheid ve ziekte of van
symptomen. Bij een behandeling wordt de oorzaak weggenomen. Dit model is toepasbaar bij
o.a. spraakproblemen veroorzaakt door een schisisproblematiek.
- Bij het leermodel is de grens tussen normaal en afwijkend heel vaag omdat er geen statische
norm gehanteerd wordt. Men hanteert een socio-culturele norm en een waardeoordeel.
Normaal en afwijkend articulatiegedrag ontstaan volgens dezelfde leerprincipes, met als
enige verschil dat je normaal gedrag juist leerde en afwijkend gedrag fout.
In praktijk zijn beide modellen/theoretische kaders toepasbaar en zijn ze complementair, ze vullen
elkaar aan.
Wat zijn algemene bewegingsfouten? Welke bewegingsfouten ken je (opsommen)? Tot welke andere
logopedische stoornissen kunnen algemene bewegingsfouten leiden?
Algemene bewegingsfouten zijn stoornissen waarbij de articulatiebewegingen niet overeenkomstig
de doelpositie verlopen en dus zo het hele articulatiemechanisme aantasten.
- Articulatiebasis is de meest neutrale articulatiepositie ve taal, deze verschilt niet veel vd
rustpositie.
Foutieve rustpositie/articulatiebasis afwijkende slik en afwijkende articulatie.
- Articulatiepunten zijn de plaatsen waar een afsluiting of vernauwing plaats vindt en deze zijn
afhankelijk vd actieve en passieve articulatoren die erbij betrokken zijn.
- Articulatiegebieden zijn de regio’s waarbinnen bepaalde articulatiepunten vallen. In de
Nederlandse taal vallen deze bij voorkeur zoveel mogelijk vooraan.
Foutieve articulatiepunten en –gebieden stemklachten
- Slappe articulatie is een te weinig pittige articulatie, waarbij het vaak gaat over een te
beperkte beheersing vh klein en groot articulatiemechanisme.
Slappe articulatie compenseren door hogere larynxspanning stemstoornis
- Gespannen articulatie is te uitgesproken spierbewegingen met te veel energieverbruik
Vermoeidheid + overmatige spanning stemstoornis
Wat verstaat men meestal onder een ‘fonologische stoornis’?
Deze term wordt gebruikt meestal voor fouten in de spraakklankproductie met aantasting ve
onderliggend fonologisch systeem, waarbij de fonologische regels niet of verkeerd worden toegepast
of waarbij fonologische processen te lang worden toegepast.
Hoe ziet de prognose eruit bij een vertraagde fonologische ontwikkeling en bij afwijkende
fonologische ontwikkeling?
Bij een vertraagde fonologische ontwikkeling is er een betere prognose en is de vraag of
interventie/behandeling nodig is. Bij een afwijkende fonologische ontwikkeling zijn er belangrijke
prognostische en diagnostische waarden. Hoe meer afwijkende processen optreden, hoe ernstiger
het probleem en hoe sneller interventie/behandeling nodig is.
Waarom is een vroegtijdige interventie bij een kind met een spraakklankstoornis noodzakelijk?
Bij spraakklankstoornissen is er nood aan vroegtijdige behandeling om secundaire problemen
(uitgesloten worden, frustratie ervaren, gedragsafwijkingen, slechte schoolprestaties…) te vermijden.
Welke negatieve gevolgen heeft de spraakklankstoornis voor het kind volgens Stes? Hoe kan men het
effect vd negatieve gevolgen beperken?
Spraakklankstoornissen zullen volgens Stes leiden tot…
- Minder sociale interacties en meer isolement.
- Agressief en ander ongepast gedrag (pesten, snoepen, minder inzet voor school…)
- Gevoelens van angst en vrees
- Schuld- en/of schaamtegevoelens of ontkenningsgedrag
Het effect van deze negatieve gevolgen kan men beperken door vroegtijdig te starten met de
behandeling ve spraakklankstoornis.
Zelfstudie 1: 2.1 + 2.2 + 2.3
‘Spreken is de primaire, eerste geleerde, meest voorkomende verschijningsvorm van taal bij
normaalhorende taalgebruikers’. ‘Spreken/articuleren is een secundaire functie.’ Wat is het verschil?
Articulatie is een secundaire, aangeleerde functie en is niet noodzakelijk om te overleven. Maar de
articulatie zal onderbroken worden als hoesten/niezen (biologische basisbehoeftes) zich voordoet.
Hierdoor kan men de anatomie en fysiologie vd articulatie nooit loskoppelen van andere primaire
functies.
Welke term uit de cursus ‘Fonetiek en Fonologie’ ken je voor ‘articulatieorgaan’ ?
Articulatieorgaan = spraakorgaan = articulator
Pagina 4 van 42
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellen9402. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.63. You're not tied to anything after your purchase.