100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Voor Jou 5VWO Thema 2 - Waarneming en Gedrag $6.51   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Voor Jou 5VWO Thema 2 - Waarneming en Gedrag

6 reviews
 800 views  24 purchases
  • Course
  • Level

Goede, uitgebreide samenvatting van thema 2 uit het Biologie Voor Jou boek 5vwo. De tekst wordt ondersteund met verduidelijkende afbeelding. Samenvatting voor een goed cijfer.

Preview 2 out of 8  pages

  • July 1, 2019
  • 8
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

6  reviews

review-writer-avatar

By: ilseraad • 2 year ago

review-writer-avatar

By: miriam_2004 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: oliviacornelis • 3 year ago

review-writer-avatar

By: stenvs • 4 year ago

review-writer-avatar

By: nummer34 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: irisdmpaul • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting Biologie Thema 2 Gedrag en waarneming

Het zintuigstelsel bestaat uit verschillende zintuigen. De zintuigcellen (receptoren) nemen prikkels uit
het milieu waar. Zintuigen zoals het gehoorzintuig en het gezichtszintuig nemen prikkels uit het
externe milieu op (externe prikkels). Zintuigen die prikkels uit het inwendige milieu (interne prikkels)
ontvangen, worden gebruikt bij homeostase.
Er zijn ook zintuigen die verandering spanning van een spier of verandering stand lichaamsdeel
registreren  propioceptoren (spierspoeltjes, evenwichtszintuig)
- Mechanische receptoren > reageren op mechanische energie (druk, beweging, geluid,
aanraking)
o Er ontstaan een impuls waardoor het celmembraan buigt of uitrekt
o Gehoorreceptoren, evenwichtsreceptoren > mechanische receptoren met zeer fijne
haartjes
o Tastreceptoren, drukreceptoren > mechanische receptoren waarin impuls ontstaan
als celmembraan wordt vervormd door aanraking of druk
 Tastreceptoren liggen vlak onder opperhuid, drukreceptoren liggen dieper in
huid
- Chemische receptoren  kunnen bepaalde moleculen uit omgeving binden
o Smaakreceptoren, reukreceptoren
- Temperatuurreceptoren  reageren op warmte en kou (in de huid)
o Wanneer temperatuur boven of onder normwaarde komt, ontstaat een impuls
- Pijnreceptoren  uiteinden bepaalde neuronen (hele lichaam)
o Er ontstaat een impuls bij extreme druk, extreme temperaturen of door stoffen die
vrijkomen bij beschadiging weefsel
- Lichtreceptoren  ontstaan een impuls door zichtbaar licht

Zintuigcellen zijn gespecialiseerde neuronen of uitlopers van neuronen. Er ontstaat een impuls als de
prikkel sterker is dan de drempelwaarde (prikkeldrempel). Elk type zintuigcel heeft voor elk soort
prikkel een bepaalde prikkeldrempel. Voor lichtreceptoren is de prikkeldrempel van lichtprikkels erg
laag > licht is een adequate prikkel voor lichtreceptoren.
- De prikkeldrempel is voor niet-adequate prikkels veel hoger  als je licht op je ogen drukt
ontstaat er geen impuls, maar als je een klap op je ogen krijgt ontstaat er wel een impuls en
zie je ‘sterretjes’

Naarmate de prikkel sterker is, is de impulsfrequentie hoger. Als een prikkel enige tijd aanhoudt,
wordt de prikkeldrempel hoger en neemt de impulsfrequentie af  adaptatie (gewenning)
- Ook een verlaging van de prikkeldrempel noem je adaptatie
- Adaptatie voorkomt dat het centrale zenuwstelsel overbelast raakt met onbelangrijke
informatie of dat het voldoende informatie krijgt.

De bouw van het oog Het witte gedeelte van het oog heet het harde oogvlies, het beschermt het
binnenste van het oog. Aan de voorzijde gaat het harde oogvlies over in het
hoornvlies. Dit is doorzichtig zodat licht erdoor kan. Het gekleurde deel van het
oog heet de iris (pigmenten, de opening in de iris is de pupil. De iris regelt
hoeveel licht er door de pupil valt. Onder de huid liggen traanklieren die
traanvocht produceren om het oog te beschermen tegen uitdroging en om het
oog te reinigen. Door de oogspieren wordt het oog in de juiste richting
gedraaid.
Een oog is voor het grootste deel gevuld met een geleiachtige massa: het
glasachtig lichaam. Onder het harde oogvlies bevindt zich het vaatvlies. Deze
laag bevat veel bloedvaten en zorgt voor voeding. Achter de pupil ligt de
ooglens, rondom de ooglens ligt het straalvorming lichaam. Het hoornvlies,
straalvorming lichaam en de ooglens zorgen voor een scherp beeld. De
binnenste laag van het oog is het netvlies, hier liggen de lichtreceptoren. In het
centrum van het netvlies ligt de gele vlek, hier kun het scherpste zien. De
plaats waar de oogzenuw het oog verlaat, is de blinde vlek.

, Als je ergens naar kijkt, valt het beeld op het netvlies. Dit beeld is omgekeerd en verkleind
- In de lichtreceptoren ontstaan impulsen die naar het gezichtscentrum worden geleid. Deze
verwerken de impulsen zo, dat je het beeld goed en op juiste grootte waarneemt.

Je kunt dichtbij en veraf scherp zien, niet tegelijkertijd. Dit komt omdat de vorm van de ooglens
verandert
- Een ooglens hangt met lensbandjes in het straalvorming lichaam. Als je naar een voorwerp
ver weg kijkt, zijn de kringspieren (accommodatiespieren) in het straalvormig lichaam
ontspannen. Door de druk van het glasachtig lichaam wordt de doorsnede van het
straalvormig lichaam groot. Hierdoor worden de lensbandjes strak gespannen, de ooglens
wordt platter.
- Als je kijkt naar een voorwerp dichtbij trekken de kringspieren in het straalvormig lichaam
samen waardoor de doorsnede kleiner wordt. De lensbandjes worden minder strak
gespannen, de ooglens wordt boller.




Evenwijdige lichtstralen worden door de lens gebroken
- Convergeren  door een bolle lens komen de lichtstralen achter de lens bij elkaar
(brandpunt)
- Divergeren  door een holle lens lijkt het alsof de lichtstralen uit 1 punt komen, het
brandpunt ligt voor de lens.
- De afstand van het voorwerp tot de lens-as is de voorwerpsafstand (v), de afstand
van de lens-as tot het scherm heet de beeldafstand (b)
- Ooglenzen zijn altijd bol, door accommodatie verandert de brandpuntsafstand en
ontstaat altijd een scherp beeld.

Oogafwijkingen
- Bijziendheid  de oogbol is te lang, voorwerpen dichtbij wel scherp maar veraf niet
- Verziendheid  de oogbol is te kort, voorwerpen dichtbij niet scherp maar veraf wel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wenkesnijders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51  24x  sold
  • (6)
  Add to cart