Dit is een samenvatting van het nieuwste boek van FM1. Ik heb zelf het volledige boek gelezen en een hele uitgebreide samenvatting gemaakt. Er is 1 hoofdstukje dat er niet in staat (dat van de ECB) omdat in de les vermeld werd dat dit minder belangrijk zou zijn, voor de rest staan alle andere hoofd...
Inleiding tot de financiële markten:
Financiële architectuur ontstaat niet spontaan:
Dominante naties:
- 20ste eeuw → Amerika
- 18-19e eeuw → Groot-Brittanië
- 17e eeuw → Verenigde provinciën der Nederlanden
- Er zijn dingen gebeurt in de geschiedenis die ons vooruit zijn doen gaan,
mensen zoals de Aboriginals hadden geen nood aan vooruitgang dus zijn
gewoon altijd hetzelfde primitieve volk gebleven
Financiëel systeem:
- Instrumenten, instituties, markten, een soort supra-structuur die we
maken omdat we bepaalde problemen willen oplossen
- Er gebeurd altijd een financiële evolutie of er komt altijd eerst een
financieel probleem voor (binnen de grotere naties) die dan een grote
evolutie van de economie veroorzaken
- Financiële architectuur is een antwoord van de mens op gepercipieerde
noden, wanneer deze noden er niet zijn of anders zijn dan zal de
gecreëerde financiële architectuur ook anders zijn
- Financiële architectuur ontstaat op privé-initiatief maar toch waren enkele
evoluties nodig om de hedendaagse financiële structuur te doen ontstaan
Delen van financiële architectuur:
- Instrumenten
- Markten
- Instituties
- Toezicht
Schuld en ruil liggen aan de wieg van onze beschaving:
- De eerste primitieve volkeren leefden in grotten en hadden nog geen besef
van het eigendomsbegrip
- Jagers-verzamelaars hadden een sharing economy
Deze sharing economy was een welvaartseconomie want ze konden
aan al hun behoeften voldoen, vrouwen maakten primitieve werktuigen
en kledij en zochten naar vruchten terwijl de mannen vis ging vangen
- Primitieve volkeren hadden een gift economy
• Schuld is het oudste financiële begrip → ik doe iets voor u, dus jij doet
iets voor mij (IOU = i owe you, UOM = you owe me)
• Interest werd ook al gebruikt, men wou meer terug krijgen of wou uit
beleefdheid meer terug geven dan de eerste gift
- Vanaf dat je met vreemden te maken hebt ga je meer neigen naar ruil
omdat er een kans is dat je deze persoon nooit meer terug ziet
Trade and walk away-transactie
1
,Domesticatie:
- De menselijke bestaanswijze evolueerde geleidelijk van foerageren naar
pastoralisme
- De onderverdeling in de agrarische samenlevingen zorgde ook voor het
begrip vermogen en interest dat zich uitte in het hebben van vee
- Het hebben van vermogen en ruil zorgde ervoor dat men ook moest
kunnen tellen en boekhouden maar dat kon men niet
- Domesticatie leidt tot:
• Urbanisatie
• Territoriale soevereiniteit
• Sociale stratificatie
• Belastingen
• Landbouw
• Langeafstandshandel
- Door dat mensen samen gingen wonen, ging er een eigendom bestaan en
men ging zich dingen toe-eigenen
- Neolithische revolutie = de evolutie van kleinschalige en voor eigen
gebruik bedoelde tuinbouw naar grootschalige, gesystematiseerde op
handel gerichte landebouw
- Stratificatie:
• In het oude Egypte ging men alles indelen in lagen
• Iedereen kreeg zijn rol en iedereen moest bijdragen
• Door deze rollen en het bijdragen tot de samenleving ontstond er
landbouw
Kenmerken van beschavingen:
- Urbanisatie en het uitroepen van territoriale soevereiniteit die militair
verdedigd werd
- Sociale stratificatie, elite leefden op belastingen
• Elite
• Hogere burgers
• Lagere burgers
• Slavernij
- Lange afstandshandel die zorgde voor import en nieuwe ambachten
- De ontwikkeling van tellen, boekhouding, schrift en contract via
kleitabletten
- Om ruilhandel te faciliteren ontstonden er sociaal geaccepteerde
intermediaire objecten =geld
- Lenen ontstond vaak onder de vorm van zaden, granen of zilver en
meestal zonder interest om goede relaties te onderhouden
- De ontwikkeling van zeevaart leidde tot de nood aan een
financieringstechniek en aan risicospreiding. Het eerste
verzekeringscontract (in codex van Hammurabi) was de bodemerij, een
lening die de zeevervoerder aanging om een zeereis te kunnen financieren
2
,Codex van Hammurabi:
- Financiële concepten:
• Contracten
• Leencontracten
• Verzekeringscontracten
• Risicospreiding via bodemerij
- Enorm oude codex waarin al heel veel financiële principes instonden die er
vandaag de dag nog zijn
Munten en een eerste vorm van financiële intermediatie ontstaan:
- De sharing economy kent het concept van een IOU hoewel men totaal
geen notie had van het concept van geld
- Trade and walk away-transactie:
• Partijen ruilden dingen
• De dingen waren voor beide partijen gewenst
• De dingen vertegenwoordigden een gelijke waarde
- Het probleem van niet samenvallen van behoeften:
• Ruil op zich werkt niet want wat jij ter beschikking stelt is niet altijd
wat de andere persoon wil terugkrijgen voor zijn goed
• Men ging ‘geld’ gaan introduceren omdat dat beter werkte
• Het was in eerste instantie een rekeneenheid1 → Shât en Deben2
• Door het gebruikt van geld werd het probleem van de samenvallende
behoeften opgelost
Registreren:
- Vanaf 900 vC:
- Basisvormen en afbeeldingen als ‘tokens’
- Klei-enveloppes met ‘tokens’ erin
- Vlakke tabletten
Van goederengeld naar munten:
- Door goederengeld werd sparen mogelijk (ook bij vee maar nu werd het
tastbaar)
- Goederengeld = commodity money, men kiest een activum dat zowel als
rekeneenheid, opslagmiddel en ruilmiddel gebruikt kan
worden
- In de 7 eeuw v.C. ging men munten uitvinden in China en Lydië, men
e
slaagde erin om zuiver goud te maken en men bedacht het idee om zo
munten te laten uitgeven door de staat die gewicht en zuiverheid
garandeerden en zo ontstond het eerste munthuis
1
Het zijn geen munten zoals het geld van vandaag maar men ging producten vergelijken met een aantal Shât of
Deben dat ze waart waren waardoor men zo de waarden kon gaan vergelijken en er mee kon rekenen zonder
dat het geld effectief bestond
2
Dit was het systeem in Egypte
3
, Geldfuncties:
- Rekeneenheid (numerair)
- Opslagmiddel van vermogen (store of wealth)
- Ruilmiddel (medium of exchange)
Koning Croesus:
- Financiële concepten:
• Munthuis
• Goudstandaard = een monetair systeem waarbij de munt in een vaste
verhouding gekoppeld wordt aan goud
- Hij zorgde voor de eerste munt, de Stater → waarde op basis van tekening
van leeuw
- Er was voor het eerst een gouden standaard → de waarde hing vast aan
de hoeveelheid goud
- Eerst een leeuw → later werden munten een teken van gezag waardoor
machthebbers erop werden afgebeeld
Snoeien:
- Nadeel van munten in edelmetaal → men ging er steeds kleine stukjes
afvijlen omdat het edelmetaal waarde had
- Schoorvoetende innovaties:
• Eerste financiële intermediairs avant-la-lettre
• Eerste vorm van rechtspersoon en aandelen → romeinen hadden het al
maar dit werd vergeten in de middeleeuwen → vaak werden innovaties
vergeten na hun doorbraak
• Men ging munten wegen en de waarde ervan bepalen
Handel doet het eerste chartaal geld en overdraagbaar handelspapier
ontstaan:
- Handel leidde tot:
• Na 1000 ontstaan nieuwe steden
• Van lenen bij familie naar pandjeshuizen (onderpand)
• Introductie van Hindu-Arabische cijfers
• Introductie van rekentechnieken
- Voor de middeleeuwen zoogde het machtsbastion de burgerij uit
- In de middeleeuwen ontstaan er netwerken:
• Begin 9e eeuw : Ontstaan van koopmannen en agentennetwerken
• De koopman was de spilfiguur in het economische leven en het
handelskapitalisme, ze gingen beroep doen op agenten die op
commissieloon voor hen werkten
• Uniform rekenmuntstelsel → 1pond = 20 Sheiling = 240 Penningen
• Interregionale handel : handel was enorm riskant door struikrovers, de
interregionale handel gaf aanleiding tot het ontstaan van jaarmarkten
die de ontmoetingsplaats werden voor kooplieden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jitskelenaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.58. You're not tied to anything after your purchase.