5. Een (licht) verstandelijke beperking……………………………pagina 27 t/m 32
1
, 1. Psychische/psychiatrische kwetsbaarheid
In Nederland wordt voor het classificeren van een bepaalde aandoening
de DSM het meest gebruikt. De DSM is een classificatiesysteem waarin
alle bekende en officieel erkende ziekten zijn beschreven. De nieuwste
editie, de DSM V, is in 2013 ontwikkeld en in 2014 in Nederland.
De DSM kan met behulp van vaststaande criteria mensen in bepaalde
groepen verdelen. De DSM is te beschouwen als een overzichtskaart,
waarop men zich in het groot kan oriënteren, maar men moet vervolgens
zelf met de persoon uitzoeken waar hij precies op de kaart thuishoort. Het
helpt om te kijken welke behandeling wenselijk is.
Mensen hadden behoefte om van een categoriaal model naar een dimensionaal model te gaan. In de
DSM V is geen apart hoofdstuk meer voor jeugdigen.
De DSM V heeft drie secties:
• Sectie I: gebruik van de DSM-5
• Sectie II: stoornissen en diagnostische criteria
• Sectie III: aanvullende maten en modellen, dus de ernst en mate van de symptomen
1.1 Autisme spectrum stoornissen
De DSM-V stelt dat ASS is te classificeren vanuit de volgende criteria (variërend in ernst):
A. Blijvende tekorten in sociale communicatie en interactie, die niet verklaard kunnen worden door
ontwikkelingsachterstand, en die in allerlei situaties blijken zijn.
- Tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
- Tekorten in de omgang met non-verbaal gedrag
- Tekorten in het aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties.
B. Door herhaling gekenmerkte gedragspatronen, beperkte interesses en beperkte activiteiten; deze doen
zich voor in allerlei situaties.
- Herhaling en stereotypie in motorisch gedrag, spreken, gebruik van voorwerpen
- overmatig en star vasthouden aan routines
- geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
- zeer beperkte, gefixeerde belangstellingen die opvallen door hun intensiteit en onderwerp
- over- of onderreageren op zintuiglijke waarnemingen of ongewone aandacht voor zintuiglijk waarneembare
aspecten van de omgeving
C. De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (maar worden soms pas later onderkend)
D. De verschijnselen veroorzaken klinisch relevante verstoring van het huidige functioneren in sociale of
andere belangrijke levensgebieden
E. De stoornissen worden niet beter verklaard uit intelligentiestoornis of globale ontwikkelingsachterstand en
de sociale communicatie moet minder zijn dan past bij het cognitieve niveau van het kind. 2
De term ‘autisme’ werd rond 1912 door de Zwitserse psychiater Eugene Bleuler gebruikt
als beschrijving van het gedrag van schizofrenie patiënten die in zichzelf waren en het
contact met de wereld verloren hadden.
Leo Kanner introduceerde de term ‘infantiel autisme’. Zijn leerboek Child psychiatrie is het
eerste Engelstalige boek dat zich richtte op de psychiatrische problemen van kinderen. In een
artikel over autisme schreef hij als belangrijkste kenmerken: afwijkend taalgedrag met echolalie (het
onwillekeurig herhalen van zelf of door anderen gesproken tekst), letterlijk interpreteren,
onvermogen om taal te gebruiken in communicatie, monotoon gedrag met een angstig verlangen om
alles hetzelfde te houden. Hij stelde voor dit gedrag te classificeren als infantile autism.
De Oostenrijkse psychiater en kinderarts Hans Asperger beschreef in 1944 vier jongens met een
opvallend gedragspatroon: gebrek aan inlevingsvermogen, weinig vaardigheden voor het sluiten van
vriendschappen, eenzijdige conversatie, enorme belangstelling voor bepaalde zaken en onhandige
bewegingen. Asperger stelde het label ‘autistische psychopathie’ voor.
De psychoanalyse zag in 1960 in autisme een stoornis die ontstond door het slechte contact tussen
moeder en kind, veroorzaakt door de moeder. De benadering heeft veel schade berokkend.
2.3 Diagnostiek
Autisme kan zich op verschillende manieren en in verschillende gradaties uiten. Daarom wordt er
vaak gesproken over een spectrum aan stoornissen: grote variatie aan de manier waarop het tot
uiting komt. Autisme is een aangeboren stoornis, het heeft invloed op het persoonlijk - en
maatschappelijk functioneren.
Van de DSM—IV naar de DSM-V zijn belangrijke veranderingen doorgevoerd:
In de DSM-V ontbreken de ASS-subtypen. Er is alleen het autismespectrumstoornis.
De classificatiecriteria zijn teruggebracht naar van twee naar drie domeinen. Naar terkorten
in sociale communicatie en interactie & beperkte, repetitieve patronen van gedrag,
interesses of activiteiten. Bij dit laatste domein is er voor het eerst aandacht voor hypo- of
hypergevoeligheid voor zintuigelijke prikkels.
Er is dus nog maar één diagnose ASS is, geeft de DSM-5 wel verschillen binnen het spectrum. Dit
gebeurt ten eerste door de verschillen in ernst aan te geven op basis van nodige ondersteuning.
❖ Ernstniveau 1: de symptomen brengen merkbare beperkingen met zich mee, maar kunnen
worden ondervangen met goeie ondersteuning.
❖ Ernstniveau 2: de beperkingen blijven duidelijk zichtbaar ook al is er ondersteuning.
❖ Ernstniveau 3: functioneren op alle leeftijdsgebieden is beperkt, langdurige behandeling
en/of begeleiding nodig.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vernamensen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.