Samenvatting Schematisch overzicht Psychopathologie & Psychiatrie:Volwassenen - KU Leuven - IN 1X GESLAAGD!
16 views 1 purchase
Course
Psychopathologie en psychiatrie (P0M34A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Schematisch overzicht met de vereiste DSM-kenmerken en differentieel diagnoses van de belangrijkste stoornissen opgesplitst per categorie: psychotische stoornissen; depressieve stemmingsstoornissen; bipolaire stemmingsstoornissen; dwang- en drangstoornissen; persoonlijkheidsstoornissen; disruptieve...
PSYCHOSE: Differentieel diagnose
≥ 2 waarvan ≥ 1 van 1 tot 3: 1. Wanen ≠ obsessie = opgedrongen, ongewild en meestal
1. Wanen = onjuiste, niet-corrigeerbare overtuigingen met subjectieve egodystoon; Wanen ≠ overwaardige ideeën = overdreven mentale
zekerheid (=egosyntoon) preoccupaties
2. Hallucinaties = zintuigelijke waarneming met realiteitskarakter Wanen ≠ magisch denken of bijgeloof
normale waarneming zonder externe stimulus 2. Hallucinatie ≠ illusie = foutief waargenomen of geïnterpreteerde
3. Onsamenhangend gedesorganiseerd spreken (=uiting formele bron
denkstoornis)
4. Ernstig chaotisch / gedesorganiseerd gedrag
5. Negatieve symptomen:
- Affectieve vervlakking – ‘blunted affect’
- Asocialty
- Anhedonie = niet meer ervaren van vreugde
- Avolitie = onvermogen om initiatief te nemen
SCHIZOFRENIE Differentieel diagnose:
1. Psychotische episode ≥ 1 maand (of korter bij succesvolle - ≠ schizofreniforme stoornis = < 6 maanden.
behandeling) - ≠ kortdurende psychotische stoornis = < 1 maand + geen
2. Sociaal/beroepsmatig functioneren prodromen.
3. ‘Verschijnselen’ zijn gedurende min. 6 maanden ononderbroken - ≠ schizo-affectieve stoornis = + stemmingsstoornis
aanwezig - ≠ psychotische depressie = depressie & stemmingscongruent
→ Specifier: met catatonie = bizarre motorische verschijnselen - ≠ waanstoornis = beter functioneren
- ≠ manie = andere aanloop
Mannen: 15-25 jaar (+erger) vs. vrouwen: 25-35 jaar → mannen > vrouwen
WAANSTOORNIS
1. ≥ 1 waan voor min. 1 maand
2. Niet voldaan aan criterium 1 van schizofrenie
3. Functioneren niet duidelijk beperkt; gedrag niet onmiskenbaar
vreemd of bizar
4. ‘Switchen’ = wanneer spreken over waan opgewonden en
geagiteerd, wanneer spreken over neutrale zaken is rustig en
normaal gesprek.
, DEPRESSIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN
DEPRESSIEVE STOORNIS 8 specifiers depressieve stoornis Differentieel diagnose
1. Nooit een hypomane of manische episode 1. MET ANGSTIGE SPANNING = ≥ 2 1. Depressie ≠ dementie →
geweest – enkel depressieve episode. - Zich opgedraaid/gespannen voelen Heteroanamnese is essentieel.
- Zich uitzonderlijk rusteloos voelen
2. 5/9 symptomen = 2 kernsymptomen + 3 - Moeite met concentratie door ongerustheid - Dementie minder vaak in
symptomen of 1 kernsymptoom + 4 - De vrees hebben dat er iets verschrikkelijks kan gebeuren voorgeschiedenis
symptomen - Gevoel hebben de zelfbeheersing te verliezen - Begint langzaam
- Kernsymptoom = depressieve stemming 2. MET GEMENGDE KENMERKEN
- Laattijdig verlies van
3. MET MELANCHOLISCHE KENMERKEN =
of anhedonie - Vrijwel volledige anhedonie; stemming niet reactief; sociale vaardigheden
- Lichamelijke symptomen specifieke kwaliteit v.d. sombere stemming; - Symptomen van
- Cognitieve symptomen dagschommelingen; vroeg wakker; duidelijk minder
eetlust/gewichtsverlies; buitensporige schuldgevoelens;
depressie/apathie treden
vrijwel altijd motorische remming of agitatie pas op na cognitieve
Beginleeftijd 30; vrouwen 2x zo vaak als mannen 4. MET ATYPISCHE KENMERKEN = reactieve disfunctie
stemming + ≥ 2 - Onrust ‘s avonds
- Toegenomen eetlust/gewicht
- Hypersomnie - Grote inspanning om te
- ‘Leaden paralysis’ copen
- Interpersonal rejection sensitivity
5. MET PSYCHOTISCHE KENMERKEN 2. Depressie ≠ burn-out
- Wanen en/of hallucinaties
6. MET CATATONIE = ≥ 3 - Burnout is kwaad,
- Stupor = volledige hypokinesie en verlies van activiteit; opstandig en verdrietig
geen reactie op uitwendige stimuli; mutisme - Werkgebonden
- Catalepsy
- Waxy flexbility
demovitatie
- Mutism - Geen schuldgevoel
- Negativism - Geen zelfdepreciatie
- Posturing
- Mannerisms - Zelden gewichtsverlies
- Stereotypy - Inslaapstoornissen
- Agitation
- Grimacing
Depressieve stoornis met begin
- Echolalia
- Echopraxia peripartum ≠ maternity blues
7. MET BEGIN PERIPARTUM (kraamtanen) = plotse, kortstondige
- Tijdens zwangerschap tot 4 weken postpartum stemmingsveranderingen die ontstaan
8. MET SEIZOENSGEBONDEN PATROON de 3e-5e dag na de bevalling en enkele
- Verband tussen bepaalde tijd v.h. jaar en begin
stemmingsepisode en remissie.
weken duren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 5amengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.