100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hogeschooltaal 3F / 4F (algemeen taalgebruik) $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Hogeschooltaal 3F / 4F (algemeen taalgebruik)

10 reviews
 1230 views  15 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting over het onderdeel algemeen taalgebruik. Hogeschooltaal 3F

Preview 2 out of 11  pages

  • July 1, 2019
  • 11
  • 2018/2019
  • Summary

10  reviews

review-writer-avatar

By: jamulow • 1 year ago

review-writer-avatar

By: chantal_meiland • 2 year ago

review-writer-avatar

By: kiaradurlet • 3 year ago

review-writer-avatar

By: ayishagaurirandjitsing • 3 year ago

review-writer-avatar

By: anneliekedebruijn • 3 year ago

review-writer-avatar

By: kelsey-jansen • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Tessadb • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
ALGEMEEN TAALGEBRUIK


TAALKWESTIES
Dan ik of dan mij:
Als en dan zijn voegwoorden van vergelijking. Ze staan in veel gevallen voor een zelfstandig
naamwoord.
- De jongen is zo dom als een ezel | Ze is knapper dan Freek.

De voegwoorden als of dan kunnen ook voor een persoonlijk voornaamwoord staan.
- Ik was er vanochtend eerder dan jij | Sophie typt sneller dan ik.

Is het groter dan ik of groter dan mij? Tip: zet er een werkwoord achter. Dan heb je de correcte
schrijfwijze. Frits is groter dan ik (ben) | Evelien arriveerde dagen later dan ik (arriveerde).


Hun of zij:
In het Nederlands gebruik je de derde persoon onder andere als je het over iemand hebt.
3e persoon voorbeelden: zij en hun.
- Zij wordt ook wel een onderwerpsvorm genoemd
- hun een niet-onderwerpsvorm. Dit betekent dat alleen zij onderwerp kan zijn in een
zin, hun nooit.

NIET: Hun hebben cadeautjes gekocht. (Hun is onterecht als onderwerp gebruikt.)
WEL: Zij hebben cadeautjes gekocht. (Zij is het correcte onderwerp.)

Dat, wat of die:
Dat en wat zijn betrekkelijke voornaamwoorden. Ze verwijzen naar iets.

Met dat verwijzen we naar bepaalde, concrete zelfstandige naamwoorden die voorafgegaan worden
door het lidwoord het, bijvoorbeeld: schrift, bedrijf, glas, synoniem.
- Het huis dat vrijstaand is.

Wat moet in de volgende gevallen gebruikt worden (wat kan dan niet vervangen worden door dat):
- als het verwijst naar een hele zin;
- als het verwijst naar iets wat niet genoemd mag worden;
- als het verwijst naar dit, dat en datgene.

Wat en dat kunnen in de volgende gevallen allebei gebruikt worden:
- als het verwijst naar een onbepaald voornaamwoord (in combinatie met een bijvoeglijk
naamwoord), zoals iets, niets, alles, iets belangrijks.
- als het verwijst naar een algemene aanduiding of hoedanigheid, zoals het ergste, het
mooie, het grootste, het vele, het leuke, weinig, veel.


Jou of jouw:
Jou = persoonlijk voornaamwoord. Ze heeft het jou beloofd
Jouw = bezittelijk voornaamwoord. Dit is voortaan jouw eigendom




1

, Twijfel je? Vervang dan jou/jouw door 'hem' en 'zijn': zijn = jouw (bezittelijk vnw.) Dat is voortaan
zijn eigendom. hem = jou (persoonlijk vnw.) Ze heeft het hem beloofd.

Als of dan:
Als gebruiken we:
- Na een stellende trap. De stellende trap is gelijk aan de standaardvorm van een bijvoeglijk
naamwoord. Het gebouw is even hoog als die boom.
- Na het woordje zo. De vraag was driemaal zo groot als het aanbod.

Dan gebruiken we:
- Na een vergrotende trap. De vergrotende trap wordt gevormd met het achtervoegsel -
er: sneller dan, liever dan, geschikter dan. Ze verdiende meer dan haar man.
- Na het woordje anders. Het karakter van Sophie was heel anders dan van haar zus.

Grootte of grote:
Grootte = een zelfstandig naamwoord. De timmerman meet de grootte van de kast.
Grote = verborgen vorm van het bijvoeglijk naamwoord groot.
- Door achter het bijvoeglijk naamwoord groot -te te zetten krijgen we het zelfstandig
naamwoord. Dit geldt ook voor woorden als: diep – diepte | breed – breedte | hoog –
hoogte| lang - lengte (klinkerverandering)


Beide of beiden:
Onbepaalde voornaamwoorden: woorden als andere(n), beide(n), sommige(n), vele(n). Deze
woorden kunnen op twee manieren geschreven worden: met of zonder meervouds-n.
- WEL een meervouds-n: verwijzing naar personen en zelfstandig gebruikt. Slechts enkelen
waren bereid hard te werken.
- GEEN meervouds-n: verwijzing naar personen en niet-zelfstandig gebruikt. Sommige mensen
wilden blijven, andere wilden met ons mee.
verwijzing naar niet-personen (dus planten, dieren of dingen): sommige bleven in hun kooi
wachten tot hun baasje kwam.

Te danken aan of te wijten aan:
Te danken aan gebruiken we:
- als we iets positiefs bedoelen,
- als we respect voor iets of iemand willen tonen,
- als we een reden geven voor een mooi resultaat.

Te wijten aan gebruiken we:
- als we iets negatiefs bedoelen,
- als we onze afkeuring willen tonen,
- als we een reden geven voor een slecht resultaat.

Hun of hen:
Wanneer gebruik je hun?
1. Als het een bezittelijk voornaamwoord is.
2. Als het een meewerkend voorwerp is. Vaak is het meewerkend voorwerp te vervangen door
'aan hen', soms door 'voor hen' en 'bij hen'. Ze schrijft hun een brief.
Wanneer gebruik je hen?
1. Na een voorzetsel. Voorzetsels zijn: voor, op, tegen, bij, in, enz.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suus-ce. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  15x  sold
  • (10)
  Add to cart