Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
HBO Verpleegkunde
KTF2
All documents for this subject (2)
7
reviews
By: 510939L • 4 months ago
By: indyjans • 1 year ago
By: vanmoorselisabel • 2 year ago
By: suzeklein • 2 year ago
By: julesvdven6 • 3 year ago
By: matthijsdalebout • 3 year ago
By: romyhoevenaars • 4 year ago
Seller
Follow
UmamaBena
Reviews received
Content preview
KTF2 Oefentoets 2: Juist of Onjuist:
1. Glucagon gaat de werking van het hormoon insuline tegen.
2. Bij een longbloeding is het advies om de patiënt op die zij leggen waar de bloeding wordt vermoed.
3. Een shock naar aanleiding van een brandwond komt eerder door plasmaverlies dan door vasodilatatie
(vaatverwijding).
4. Een patiënt heeft een longembolie. Het probleem ligt eerder bij zuurstofuitwisseling dan in de
zuurstofvoorziening van het longweefsel.
5. Verhoging van het aldosteron-gehalte heeft eerder een verhoogde natrium resorptie tot gevolg dan
vaatvernauwing.
6. Na het drinken van een liter water zal de ADH-spiegel eerder dalen dan stijgen.
7. De epiglottis (strottenklepje) sluit eerder de neusholte af dan de luchtpijp.
8. Glucose is een stof die bij gezonde personen in de urine voorkomt.
9. Toename van koolzuur in het bloed is een sterkere prikkel voor het ademcentrum dan verlaging van
het zuurstofgehalte van het bloed.
10. Bij een patiënt die corticosteroïden gebruikt, neemt de weerstand tegen infecties eerder af dan toe.
11. Een voedselallergie is een immunologische reactie op bepaalde stoffen in onze voeding. Dit
betreft eerder een reactie op eiwitten dan op vetten.
12. Moslims eten vanuit hun geloofscultuur eerder kip dan varkensvlees.
13. Insuline werkt eerder bloedsuikerverhogend dan bloedsuikerverlagend.
14. Er is onderscheid tussen primaire, secundaire en tertiaire preventie. Het minimaliseren van de
incidentie van een ziekte behoort eerder tot primaire preventie dan tot secundaire preventie.
15. Een patiënt heeft de intentie om af te vallen, maar denkt zelf dat hij niet in staat is om
traktaties op zijn werk te weigeren. Volgens het ASE-model voor gedragsverandering is dit
meer een voorbeeld van attitude (A) dan van lage eigen effectiviteit (E).
16. Mensen gaan pas hun gedrag veranderen wanneer ze dreiging ervaren en als ze denken dat
de voordelen groter zijn dan nadelen. Deze omschrijving past meer bij het health belief model
(HBM) dan bij het ASE-model.
17. Een verpleegkundige licht een psychiatrische patiënt voor over hoe en wanneer een medicijn
ingenomen moet worden. Ze gebruikt hierbij de stappenreeks van gedragsverandering. De informatie
die de verpleegkundige geeft, hoort meer bij de stap 'willen' dan bij de stap 'begrijpen'.
18. Blootstelling aan ultraviolette straling is een risicofactor voor het krijgen van longkanker.
19. Eén van de verschijnselen van een shock bij een postoperatieve patiënt is bloeddrukdaling
veroorzaakt door een nabloeding. Dit is eerder een voorbeeld van een anafylactische shock dan van
een hypovolemische shock.
20. Een diabetische ketoacidose is meer een voorbeeld van respiratoire dan van metabole acidose.
21. Bij longemfyseem is het alveolaire oppervlak verkleind door het knappen van longblaasjes. Hierdoor
neemt de vitale capaciteit eerder af dan toe.
22. Zwelling van het bronchusslijmvlies leidt eerder tot een diffusie probleem dan tot een ventilatie
probleem.
23. Bij mensen met chronische nierinsufficiëntie treedt anemie op. De anemie ontstaat doordat de nieren
tekortschieten in het produceren van het hormoon erytropoëtine (epo).
24. Het afnemen van bloed dient de arts conform de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst
(WGBO) te bespreken met de patiënt.
25. Protocollen, standaarden en richtlijnen geven een beschrijving van handelwijzen in bepaalde
(probleem)situaties. Voor de uitvoering van een verpleegtechnische handeling is een richtlijn als
hulpmiddel in de meerderheid van de gevallen meer bruikbaar dan een protocol.
26. Een doel dat door de verpleegkundige wordt geformuleerd naar aanleiding van een geconstateerd
verpleegprobleem, moet aan SMART-eisen voldoen. Het doel 'De patiënt loopt na zijn heupoperatie
een klein stukje met behulp van krukken' voldoet aan deze eisen.
27. 'Mensen worden beschouwd als systemen die zich door middel van adaptatie voortdurend aanpassen
aan de omgeving'. Deze omschrijving past beter bij de verpleegkundige theorie van Roy dan bij de
theorie van King.
, 28. In een patiëntendossier staat het volgende: Patiënt heeft een alcoholverslaving zich uitend
in angstaanvallen en het drinken van minstens 10 glazen alcoholische drank per dag. Bovenstaande
formulering is een verpleegkundige diagnose opgesteld volgens de PES-structuur.
29. Iemand met een verstandelijke handicap heeft onder curatele meer rechten dan onderbewindstelling.
30. Een verpleegkunde stagiaire wil meer weten over de wijze waarop zij moet omgaan met de privacy
van een patiënt. Informatie hierover vindt zij eerder in de verpleegkundige beroepscode dan in het
beroepsprofiel.
31. Een kater van alcohol is eerder het gevolg van dehydratie (uitdroging) dan hyperhydratatie
(overvulling).
32. Een pneumothorax kan met behulp van verschillende onderzoeken gediagnostiseerd worden. Bij het
diagnosticeren is een elektrocardiogram (ecg) een beter passende onderzoeksmethode dan een X-
thorax.
33. Bij een derdegraads brandwond zijn de eerste uren pijnloos.
34. Er wordt een patiënt opgenomen met chronische bronchitis in verband met een longontsteking. Hij is
erg benauwd. Na onderzoek krijgt hij zuurstof toegediend. Na een half uur krijgt de patiënt hoofdpijn,
ook reageert hij verward. De observatiegegevens wijzen meer op een verergering van de
longontsteking dan op een overdosering van zuurstoftoediening.
35. Het antidiuretisch hormoon (ADH) regelt de productie van urine. Alcohol beïnvloed de productie van
ADH. Wanneer iemand veel alcohol drinkt, stijgt de urineproductie. Alcohol remt de afgifte van ADH.
36. Tijdens zijn presentatie krijgt een student een rood gelaat, zijn ademhaling en hartslag zijn versneld
en na meting blijkt zijn glucosespiegel in zijn bloed te zijn gestegen. Het hormoon wat deze effecten
veroorzaakt is eerder adrenaline dan glucagon.
37. De lucht die je nog kan uitademen na een normale uitademing wordt eerder expiratoir reserve
volume (ERV) genoemd dan vitale capaciteit (VC).
38. De splen (Milt) bevind zich eerder links dan rechts onder het middenrif.
39. Bij inademing door de neus wordt de lucht beter bevochtigd dan bij inademing door de mond.
40. Bij de gasuitwisseling in de long speelt diffusie een belangrijke rol. De diffusie vindt plaats tussen de
buitenlucht en de alveoli (longblaasjes).
41. De wand van de luchtpijp is voorzien van trilhaarepitheel. De trilharen verplaatsen slijm en eventueel
daaraan vastgekleefde bacteriën en stofdeeltjes. Deze verplaatsing verloopt eerder richting de mond
dan richting de longen.
42. Het onderhuidse vetweefsel maakt deel uit van de lederhuid.
43. Een patiënt met diabetes mellitus kan met verschillende complicaties te maken krijgen. Het is eerder
te verwachten dat bij de patiënt vermindering van visus optreedt, dan vermindering van gehoor.
44. Coeliakie is een auto-immuunziekte. Iemand met coeliakie is eerder intolerant voor gluten dan voor
lactose.
45. Corticosteroïden hebben een ontstekingsremmend effect.
46. Beschadigde longblaasjes zijn eerder een kenmerk van chronische bronchitis, dan van longemfyseem.
47. Een respiratoire alkalose wordt eerder gecompenseerd door de lever dan door de nieren.
48. Acidose, bij een acuut diabetisch syndroom, wordt veroorzaakt door een verhoogde vetafbraak.
49. Een patiënt met diabetes mellitus nuttigt ’s avonds tien alcoholische consumpties, en twee uur daarna
bepaald hij zijn glucosewaarde. Het is eerder te verwachten dat hij een hypoglykemie heeft dan een
hyperglykemie.
50. DSM 5 noemt vier specifieke niveaus op om de mate van een verstandelijke handicap aan te geven.
Deze indeling is eerder gebaseerd op de mate van intelligentie dan op de mate van ervaringsordening.
51. Kwaliteit komt zowel op micro- meso- en macroniveau voor. Kwaliteitswetgeving is eerder een
voorbeeld van macroniveau dan van mesoniveau.
52. Patiënten zijn het niet altijd eens met wat hulpverleners over hen rapportieren in het dossier. Volgens
de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) hebben patiënten in zo een geval het
recht zelf in het dossier erbij te schrijven wat ze er van vinden.
53. Kwaliteitscriteria moeten voldoen aan de zogeheten SMART-eisen. Hierbij staat de M eerder voor
methodisch dan meetbaar.
54. De volgende verpleegkundige diagnose staat in het dossier. “De patiënt heeft pijn als gevolg van zijn
buikoperatie wat zich uit in een verhoogde spierinspanning” Volgens de PES-structuur wijst de
buikoperatie eerder naar de P dan naar de E.
55. Leininger is de grondlegster van de theorie van Transculturele Verpleegkunde. Leininger stelt dat
ziekte een culturele dimensie heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UmamaBena. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.