Tentamen samenvatting Modern Marketingmanagement Gert-Jan Scheers - Hele boek editie 2017 - nieuw 2024
All for this textbook (1)
Written for
NCOI (NCOI)
Bedrijfskunde
Marketing
All documents for this subject (1)
2
reviews
By: elise321 • 4 year ago
By: gerriek812 • 5 year ago
Translated by Google
Fine, complete and clear!
Seller
Follow
slim-leren
Reviews received
Content preview
Samenvatting Modern marketingmanagement
1. Marketing als spin in het web
Ambachtelijke fase; Eigenaar heeft een persoonlijke relatie met zijn klant. Speelt in op verandering in
levensfase van de individuele klant en levert evt op krediet.
Productiegerichte fase; Gelijkvormige productie op grote schaal. Producten goedkoper en verspreiding
op grotere afstand. Andere bedrijven werden concurrent, distributie werd belangrijker.
Product oriëntatie duurt tot 1900. Nadruk op efficiënt produceren van massaproducten, weging variatie.
De consument bezat weinig, dus de markt zoog alles op. Veel vraag, weinig aanbod (Sellers market).
Kenmerk interne gerichtheid (Inside-out). Na dat meer bedrijven op grote schaal gingen produceren
nam het aanbod toe. Markten raakten verzadigd. De prijs ging omlaag. Meer aanbod dan vraag (Buyers
market). Voorraden stapelde zich op. Reactie productie van betere producten van uit eigen perspectief
(Inside-out denken).
Verkoopfase; In deze fase ging het vooral het verkopen van beschikbare producten. De afdeling verkoop
was geboren. Men ging ook advertenties plaatsen. Het waren bedoeld om de beschikbare waar onder
de aandacht te brengen. Reclame is dus geen typische marketing gedachte. De focus werd verlegd van
productie naar verkoop, verkoop oriëntatie. Nog steeds van binnen naar buiten gericht (Inside-out).
Productie- Maak Agressieve
klant
middelen product verkoop
Marketingfase; Overdreven reclame en agressieve verkoop waren nog steeds vanuit het productgericht,
het moet gaan over de bevrediging van de klant. Dit is de basis voor marketing oriëntatie. Een bedrijf
moet opzoek naar de basisbehoefte en het verlangen van de klant. Het is altijd een combinatie van de
beschikbare middelen en de dingen die een organisatie uniek maken en datgene waar vraag naar is. Er
wordt geproduceerd voor klantgroepen (segmenten) met dezelfde wensen. Met nieuwe
productietechnieken en internet technologieën worden deze segmenten steeds kleiner.
Behoefte Product Beschikbaar
klant
specifieke klant ontwikkeling maken
Iedere afnemer is uniek. Vaak weet een klant niet wat hij wil. Daarom is er meer nodig dan alleen vragen
wat hij wil. Het is economisch niet haalbaar om voor iedere individuele klant te produceren, daarom
worden zij geclusterd tot segmenten en moet een bedrijf kiezen voor wie zij er wil zijn.
Definitie; “Marketing is een sociaal en een managementproces waardoor individuen en groepen krijgen
wat ze nodig hebben en wat ze willen, door het creëren en ruilen van producten en waarde met elkaar.”
(Philip Kotler)
Maatschappelijke marketing oriëntatie; Midden de 70-jaren kreeg men door dat bevrediging op korte
termijn van de vraag een grote belasting zou zijn op lange termijn. De formulering wordt aangepast,
klantgericht wordt klanttevredenheid en wordt uitgebreid met lange termijn klant en publiek welzijn.
,Bedrijven moeten zich maatschappelijk gaan gedragen en rekening houden met het milieu, de
gezondheid en de maatschappelijke acceptatie. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is
daarbij de gangbare term geworden.
Klant als middelpunt van beleid; Wanneer de managementfilosofie van een organisatie de afnemer
centraal stelt in denken en handelen, spreken we van marketing als visie. Het is niet de
verantwoordelijkheid van alleen de marketingmanager, maar van het hele managementteam.
Uitgangspunten van het marketingconcept;
- Realiseren van klanttevredenheid; De kern is om klanten tevreden te stellen in het totale handelen.
In de behoefte, de wensen en de verlangens van de klant.
- Werken vanuit een Mission Statement; Hierin formuleert men de rol en ambitie op het door haar
gekozen werkterrein van een bedrijf. Dit mag niet te smal zijn, om in te kunnen spelen op
veranderingen.
- Marktgericht i.p.v. productgericht; Vaak denken bedrijven in producten of diensten en niet vanuit de
behoefte van de klant.
- Onderscheiden ten opzichte van de concurrentie; Als het aanbod tussen bedrijven in de ogen van de
klant niets verschilt, dan kiest men voor het goedkoopste. Marketing moet de concurrentie goed in
de gaten houden en duidelijk positie kiezen zodat de klant het bedrijf herkend als waardevol en
anders. Directe concurrentie is een aanbieder van een soortgelijk product (Vodafone vs. T-Mobile).
Indirecte concurrentie is de mogelijkheid om voor de klant om andere producten aan te schaffen die
dezelfde functie invullen (theater vs. computergames).
- Structureel uitvoeren van marktonderzoek; Studie naar behoefte en gedrag van klanten. De wereld
verandert snel, dus inzichten moeten constant getoetst worden op geldigheid. Het kwantificeren in
een marktonderzoek is belangrijk. Het meetbaar maken van marketing inspanningen heeft als
voordeel dat men erop kan sturen.
- Focus op winstbijdrage in plaats van omzet; Continuïteit is een belangrijk doel en wordt omzet gezien
als belangrijkste driver voor groei. Maar omzet zonder winst is niet goed. Daarom is focus op winst
binnen een marketing gedreven organisatie belangrijker, dan binnen een verkoop gedreven
organisatie. Winst op korte termijn wordt steeds vaker vervangen voor ‘Customer lifetime value’, de
winst die een klant oplevert over de gehele levensduur van de relatie. Hier tegen over staat de
Angelsaksische manier, die je steeds meer vindt in NL, ieder kwartaal aantonen wat de winst is
geweest. Dit leidt tot kortetermijnacties ten koste van de lange termijn en ten koste van de
continuïteit.
- De marketing gerichte organisatie; Het hebben van een marketingmanager of afdeling is geen bewijs.
Marketing moet als managementvisie gedragen worden door het hele bedrijf. Het uitgangspunt voor
alle plannen en acties moet klanttevredenheid zijn. Marketing is een mentaliteit waar iedereen
binnen de organisatie van doordrongen moet zijn.
, Personeelszaken
Magazijn Productie
Marketing
Financiën Verkoop
R&D
Consumentenmarketing; Alle marketingactiviteiten die gericht zijn op particulieren consumenten.
B2B-marketing, business of industriële marketing; Alle marketingactiviteiten die gericht zijn op andere
organisaties.
Detailhandelsmarketing of Retail marketing; Detailhandelsbedrijven die marketingactiviteiten richten op
de consument.
Detailistenmarketing of trade marketing: Alle marketingactiviteiten die producenten of distributeurs
richten op de wederverkopers.
Dienstenmarketing; Bedrijven die geen fysieke producten leveren, maar dienstverlening.
Non-profitmarketing; Deze vorm van marketing wordt verricht door organisaties die niet gericht zijn op
het maken van winst.
Overheidsmarketing; Ligt dicht tegen diensten en non-profitmarketing aan.
Internationale marketing; Wanneer de marketing focus zich uitbreidt buiten de eigen landsgrenzen.
Globalmarketing; Wanneer men een wereldwijde aanpak heeft. Vaak vanuit het oogpunt van
kostenbesparing en imagovorming.
Interne marketing; Grote organisaties hebben vaak verschillende businessunits die zaken doen. Om
beter in te spelen op elkaars behoeften. Omdat niet iedereen direct het idee heeft voor de eind klant te
werken, kijkt men voor wie het doet binnen de organisatie (de interne klant) om zo op de behoefte in te
spelen.
One-to-one marketing; Iedere klant individueel benaderen om zo op de juiste tijd in te spelen op zijn
behoefte. Net als vroeger de buurtsuper. Door de beschikbare automatisering en technologie is men
instaat informatie in te winnen en dit te gebruiken om op de individuele klant behoefte in te spelen.
Telemarketing; Systematisch gebruik van de telefoon als communicatiemiddel. Bij outbound ligt het
initiatief bij het telemarketing bedrijf.
Direct marketing; Men probeert direct een relatie aan te gaan zonder tussen komst van andere partijen.
Directe communicatie en levering zijn hier typisch.
Databasemarketing; Een variant op direct marketing met het gebruik van grote databestanden. De
relatie hoeft niet direct te zijn.
Internetmarketing; Internet wordt gebruikt als medium. Gevaar dat men teveel loslaat van de andere
marketing disciplines. Het is een uitbreiding op het arsenaal. Het is een integraal deel van de
marketingbenadering.
Event-driven marketing; Men probeert te bepalen wanneer iemand toe is aan een product. Product
aanbieden die past bij een levensfase (studentenverzekering).
, Search Engine Marketing (SEM), Zoekmachinemarketing); Veel mensen zoeken een product op internet,
maar bladeren niet door naar de volgende bladzijde op Google. Door de website met trefwoorden te
voorzien en een duidelijke structuur te geven komt deze hoger in de lijst. Ook kan men betalen voor
trefwoorden om zo bovenaan of aan de rechterzijde te komen (Search Engine Advertising, SEA).
Guerrillamarketing; Met een klein budget en veel creativiteit dingen doen zodat je erg opvalt. Zeer
geschikt voor kleine bedrijven.
Viral marketing; Een filmpje of spelletje wat op internet wordt gezet en als het interessant is voor een
doelgroep wordt deze vanzelf doorgestuurd naar vrienden. Om zo veel bezichtigen te krijgen, zonder
plaatsingskosten of uitzendkosten. De boodschap wordt als een virus verspreid.
Peer-toe-peer marketing; Mensen gaan elkaar verkopen. Grote bedrijven worden buiten spel gezet en
kleine bedrijven vormen netwerken om zo toegevoegde waarde te leveren.
E-mailmarketing; Communicatie via e-mail. Door de lage prijs veel misbruik.
Netwerkmarketing; Particulieren wordt gevraagd om te verkopen en distributeur te worden. Men
verkoopt in zijn eigen netwerk, zonder tussen komst van winkels. Slecht imago.
Micromarketing; Alle marketingactiviteiten die een individuele organisatie uitvoert.
Messomarketing; Alle marketing activiteiten op bedrijfstakniveau.
Macromarketing; Kijkt naar het functioneren van marketingprocessen in onze samenleving.
Marketinginstrumenten;
1. Product; datgene dat wordt aangeboden.
2. Prijs; het bedrag dat moet worden betaald.
3. Plaats; de distributie en de logistiek.
4. Promotie; de communicatie rond het product.
Definitie; De marketingmix is de combinatie en afstemming van de door een organisatie gehanteerde
marketinginstrumenten die gericht zijn op een of meerdere doelgroepen binnen een bepaalde markt.
De 4 P’s van de marketingmix;
Productmix Verpakking, merknaam, vormgeving, kwaliteit, assortiment, garantie, service
Prijs mix Prijsstrategie, prijstacktiek, prijsstelling, marges voor de tussenhandel, kortingen,
betalingscondities
Plaats mix Voorraadbeheer, transportmethode, kanaalkeuze, distributiespreiding
Promotiemix Reclame, public relations, salespromotion, sponsoring, persoonlijke verkoop
Soms uitgebreid met de P voor personeel of de P voor presentatie. Kotler introduceert zelfs een P voor
psysical evidence en een P voor People, maar de 4 P’s blijven de basis.
Marketing denken; focust op de afnemersbehoefte om potentiele marktkansen te ontdekken die leiden
tot de creatie van producten waardoor er tevreden klanten ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slim-leren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.